Late middeleeuwen
Van Wikipedia
Periodes uit de westerse geschiedenis |
De late middeleeuwen beslaan in de geschiedenis van Europa de periode van ca. 1250 tot 1500. De periode kenmerkt zich door een sterke verstedelijking in Europa, grote economische crises, een heropleving van de geldhandel en het afbrokkelen van de feodaliteit.
De feodale economie had haar hoogtepunt qua landbouwproductiviteit bereikt rond 1150. Daarna stagneerde de productie echter omdat de beloning die de edelen de boeren boden voor hun arbeid, bescherming tegen andere heren, de laatsten niet kon aanzetten tot de grotere productie die nodig was om de groeiende bevolking te voeden. Als gevolg daarvan ontstonden hongersnoden, te beginnen van 1315-1317, en de grote pestepidemie van 1347-1354 die misschien eenderde van de bevolking het leven kostte. De Honderdjarige Oorlog stortte West-Europa in een diepe depressie.
Het gevolg was een verarming van de landadel. Militaire ontwikkelingen als de uitvinding van het kanon en grote, professionele infanterie-eenheden bewapend met slagzwaarden en pieken reduceerden de rol van ridders op het slagveld en dreven de kosten van oorlogvoering zo ver op dat deze uiteindelijk alleen nog voor de hoogste heren betaalbaar was. Boeren in heel Europa kwamen tegen hun onderdrukkers in opstand: in 1358 brak in Frankrijk de Jacquerie uit, in 1381 een grote boerenopstand in Engeland. De boerenrepublieken was doorgaans een kort leven beschoren.
In de steden van West-Europa begonnen middelgrote boeren en afgezanten van handelaars uit het Middellandse Zeegebied een klasse van kooplieden te vormen. De steden namen het economische voortouw, vooral in de handel, waarvan het zwaartepunt verschoof van luxeproducten naar massagoederen als voedsel.
De stedelingen eisten langzaam maar zeker steeds meer rechten en macht op. Ook hier kwamen opstanden tegen het gezag voor, zoals die van Jacob van Artevelde in Gent (1337) en die van Cola di Rienzi, die in 1347 Rome regeerde als volkstribuun. Deze opstanden waren een stuk minder gewelddadig dan die op het platteland.
De handel verbond de lokale economische structuren met de grote economische blokken rond de Middellandse Zee en de Oostzee. Een Europese economie ontstond. Waar Europese steden eerder zilver hadden gemunt, begonnen Florence en Genua in 1252 munten van goud te slaan dat werd aangevoerd uit de Soedan via nieuwe handelsroutes door de Sahara. De reden om goud te gebruiken was gelegen in de devaluatie van zilver in de Arabische wereld door een verstoring van het prijsevenwicht in de Europees-Arabische handel.
De feodale structuur kwam zo onder druk te staan. Ook de vorsten profiteerden hiervan en vergrootten hun macht, als enigen die zich nog een staand leger en oorlogvoering konden veroorloven. Sterke centrale staten ontstonden in Frankrijk, Engeland en Spanje. De grenzen van de latere natiestaten begonnen zich af te tekenen.
De val van Constantinopel in 1453 bracht een vluchtelingenstroom van intellectuelen op gang van het Byzantijnse Rijk naar de steden van Italië. Deze vormde een belangrijke stimulans voor de renaissance, een culturele en wetenschappelijke ontwikkeling die Italië al sinds circa 1300 onderging, en die zich in de komende twee eeuwen over Europa zou verspreiden.
In de 15e eeuw groeide de bevolking weer. De vraag naar voedsel, goud en hout (als brandstof en voor de scheeps- en woningbouw), waarin het door Duitsers gekoloniseerde Oost-Europa niet meer kon voorzien, dreef de Europeanen (vooral de Portugezen) ertoe steeds meer buiten het continent te opereren; voorbeelden hiervan zijn de ontdekkingsreizen van Hendrik de Zeevaarder en Marco Polo. De technische vaardigheden ontwikkelden zich steeds sneller.
[bewerk] Gebeurtenissen
- Kruistochten in de 13e eeuw
- Inname van Constantinopel, 1204
- Honderdjarige Oorlog, 1337–1453
- Volksopstanden in de 14e eeuw
- Pestepidemieën treffen en ontvolken West-Europa, 1347–1351
- Westers Schisma, 1378–1417
- Verovering van Constantinopel door de Turken, 1453: einde van het Byzantijnse Rijk
- Ontdekking van de Nieuwe Wereld door Columbus, 1492
[bewerk] Literatuur
- Geoffrey Barraclough, red. (1981). Spectrum-Times Atlas van de Wereldgeschiedenis. Utrecht/Antwerpen: Het Spectrum.
- B.H. Slicher van Bath (1960). De agrarische geschiedenis van West-Europa 500-1850. Prisma.
- Immanuel Wallerstein (1978). Europese wereld-economie in de zestiende eeuw: het moderne wereld-systeem. Nieuwkoop: Heureka.