Ridder
Van Wikipedia
Ridder is heden ten dage een formele adellijke titel.
Een ridder, het woord is afgeleid van "ruiter", was in de Middeleeuwen oorspronkelijk een bereden en bepantserde soldaat (ruiter) die de ridderslag ontvangen had. Allengs werd de naam echter geassocieerd met adel en sociale status, vermoedelijk omdat de kosten van de uitrusting voor het ridderschap het slechts voor de toenmalige elite mogelijk maakten een dergelijke status te verwerven.
In het Romeinse Rijk vormden Ridders, "Equites" genaamd, een sociaal gepriviligeerde stand onder die van de Senatoren en de Romeinse adel. Om tot de ridderstand te behoren moest men over een bepaald vermogen te beschikken. De ridders vormden de cavalerie van het Romeinse leger maar omdat de Romeinen de stijgbeugel niet kenden was de rol van de cavalerie op het slagveld beperkt tot verkenningsopdrachten.
In het Europa van de "donkere" middeleeuwen ontstond de moderne ridder; een zwaar gewapende, dankzij stijgbeugels effectieve, krijger die over een eigen paard beschikte. De ridders gingen in de 10e eeuw ook kostbare maliënkolders dragen Om een dergelijke ridder te onderhouden was de landbouwproductie van een heel dorp of zelfs van meerdere dorpen nodig en waar ooit alle vrije mannen krijgers waren geweest ontstond nu een feodaal stelsel.
Inhoud |
[bewerk] Ministerialen en ridderlenen
Aanvankelijk werd een groot deel van de ridders gerekruteerd uit de klasse der "ministerialen", dienstmannen van rijke edelen. Dat waren vaak eenvoudige boerenzonen die door hun landheer voor een andere taak waren uitverkoren. Dat kon de taak van huisbediende of rentmeester zijn, maar het meest nog hadden de grootgrondbezitters behoefte aan gewapende begeleiders, die te paard konden strijden. Het gevecht met de lange lans te paard was een alles behalve eenvoudige kunst; om daarin uit te blinken was het het best om reeds als kleine jongen met de training te beginnen.
De ministerialen leefden meestal in het kasteel van hun meester of op één van de ondergeschikte kastelen, indien de meester er meerdere bezat. De droom van iedere ministeriaal was echter om eens als beloning voor verleende diensten een "ridderleen" te ontvangen, een versterkt woonhuis met een klein aantal hoeven, waarvan de boeren hun pacht rechtstreeks aan de ridder betaalden. Dan kon je leven als een klein edelman. En de ambitie van een ministeriaal met een dienstleen was natuurlijk dat zijn zonen ook ridder zouden worden. Allengs begonnen de ridders zich huizenhoog verheven te voelen boven de "keerlen" (boeren), waaruit zij waren voortgekomen (iets dat zij liefst zo snel mogelijk probeerden te vergeten).
Zo ontstond vanaf de Karolingische tijd een "ridderstand", waarvan het lidmaatschap voor een groot deel erfelijk bepaald was. Wat hun levenswijze betreft, verschilden de ridders met een ridderleen niet veel van de kleine grondbezitters. In toenemende mate werd het ook voor een grondbezitter als onwaardig beschouwd om niet de ridderslag te ontvangen. Voor een zoon van een edelman was het enige maatschappelijk aanvaardbare alternatief voor de krijgsdienst te paard om geestelijke te worden. Zo werd de scheidslijn tussen ridder-ministerialen en edelen steeds vager, zonder overigens ooit helemaal te verdwijnen.
De gewapende bereden strijders werden ruiters of ridders genoemd en zij vormden in de loop van de 10e en 11e eeuw een gesloten kaste. De positie in de ridderschap werd erfelijk en er ontstond een ritueel waarin leerlingen, schildknapen genaamd, tot ridders konden worden gelagen door hun patroon. In de late middeleeuwen trokken de koningen deze bevoegdheid aan zich.
Toen de maliënkolders werden vervangen door de nog kostbaarder harnassen werd de ridderstand nog geslotener. Zij ontwikkelde een sterk eigen ethos en eigen gebruiken. Op anderen, handelslieden of kerels (boeren) werd neergeken. Men trouwde binnen de eigen kaste. De ridderstand was een klasse binnen de adel geworden.
De ridderslag of accolade was het ritueel waarmee men tot de Ridderstand toetrad. De Ridder knielde voor een andere ridder of een Koning en werd met een zwaard op zijn schouder getikt. Deze ridderslag kon men tijdens, of na, een gevecht ontvangen maar in de late middeleeuwen ontstond ook een ritueel waarmee "Ridders van het Bad" werden gecreërd. Na te hebben gebaad en een nacht in een witte mantel biddend in de kapel te hebben doorgebracht ontvingen de kandidaten de ridderslag en een paarse mantel. De Britse Orde van het Bad herinnert aan dit gebruik.
[bewerk] Formele titel
Het ridderschap werd dus uiteindelijk een formele titel, die werd toegekend aan edelen die voor militaire dienst waren opgeleid. Zij konden in dienst staan van een machtiger edelman zoals een Baron, Graaf, Hertog of, ook dat was binnen het feodale systeem een leenman, een Bisschop. Leenmannen die een eigen vazallen bezaten en deze in het gevecht aanvoerden werden Baanderheeren genoemd.
In theorie kon het ridderschap aan een man worden toegekend door elke ridder, maar over het algemeen werd het eerbaar gevonden als de koning iemand tot ridder sloeg.
In Duitsland bestonden tot 1806 "Rijksridders". Deze edelen ontvingen hun leen van de Keizer en waren dus geen onderdaan van de 200 Duitse vorsten en vorstjes. De Rijksridders waren lid van de Landdag en hadden als regional colleges een stem in de Rijksdag van het Heilige Roomse Rijk van de Duitse Natie.
Ook in Nederland en België zijn er families die de titel van Ridder voeren. Deze oude titels waren in de 19e eeuw weinig in aanzien maar sommige Belgische families, zoals het geslacht Cleenewerck de Crayencour zijn de oude titel weer gaan gebruiken.Nederlandse Ridders, zoals de Ridders van Rappard voeren het predikaat "Jonkheer". Het "Ridder" is een deel van de geslachtsnaam geworden en wordt daarom door de vrouwelijke leden van de familie niet vervrouwelijkt tot bijvoorbeeld "Vrouwe van Rappard".
In het Verenigd Koninkrijk bestaat een categorie erfelijke ridders, Baronet geheten, en er zijn ook erfelijke Ridders.Verder zijn er de (niet erfelijke) titels van "Knight Companion", een lid van een exclusieve Ridderorde en "Knight Bachelor", een door de Koningin tot Ridder geslagen heer. Er zijn Dames Companions maar voor de Knight Bachelor bestaat geen vrouwelijke vorm.Daarom worden hooggeplaatste vrouwelijke rechters vaak in hoge Ridderorden opgenomen waar hun mannelijke collegæ een ridderslag ontvangen. Al deze Ridders en dames zijn lid van de Britse adel.
[bewerk] Hoofs gedrag
Tegen het einde van de 13e eeuw begon een gedragscode en een uniform voor ridders te ontstaan, gedeeltelijk tegelijk met de focus op hoofs gedrag. Ridders mochten een witte riem en gouden sporen dragen als teken van hun status. Vaak moesten ze trouw zweren aan een feodale meerdere. Het bekende salueren van tegenwoordige soldaten in dienst, is afkomstig van de gedragscode van een ridder waarbij hij het vizier lichtte teneinde het gelaat te tonen. Speciaal gebeurde dit nadat er een overwinning behaald was bij een steekspel. Zie toernooi hieronder.
Een ridder moest zich aan een strikte gedragscode houden. Deze bestond uit de ridderlijke waarden, waaronder:
- Barmhartigheid
- Nederigheid
- Eer
- Opoffering
- Godvrezendheid
- Trouw
- Rechtschapenheid
Deze waarden werden meer en meer geïdealiseerd. In werkelijkheid beantwoordde het gedrag van de ridders vaak niet aan deze hoge idealen.
[bewerk] Militair nut
De ridderschap kon opkomen dankzij enkele vernieuwingen in de wapentechniek, die vermoedelijk in het Parthische of Sassanidische Perzië voor het eerst met elkaar werden gecombineerd: stijgbeugel, grotere en sterkere paardenrassen en de maliënkolder. Een dergelijke cavalerie had een enorm militair overwicht op te licht bewapende of slecht gedisciplineerde infanterie. Het Byzantijnse Rijk nam in de 6e eeuw van de Perzen het gebruik van deze gepantserde ruiters (catafracti) over, waarna deze strijdwijze zich spoedig ook naar West-Europa verspreidde.
In de loop der tijd begonnen de ridders zich echter al te zeker van hun zaak te voelen. Zij gingen ervan uit dat één ridder opwoog tegen tenminste tien voetsoldaten. Dit beginsel ging echter lang niet altijd op. Bij de Guldensporenslag in 1302 bijvoorbeeld leden de Franse ridders een nederlaag tegen het Vlaamse voetvolk.
Veranderingen in militaire tactieken, zoals het succesvol gebruik van de lange boog door de Engelsen tegen de Franse cavalerie bij Crécy en Agincourt en later het gebruik van vuurwapens en de piek, verminderden het belang van de ruiterij, i.c. het harnas.
In de eeuwen gedurende welke de ridderschap de kern van de strijdmacht uitmaakte, droegen de ridders doorgaans een maliënkolder en geen plaatharnas. Het harnas uit staalplaat begon pas in de 15e eeuw algemeen te worden, toen het militaire belang van de ridders al op zijn retour was.
[bewerk] Toernooien
In vredestijd gedurende de latere Middeleeuwen en tot het einde van 16e eeuw werd de rol van de ridder bevorderd en verheerlijkt met behulp van gestileerde toernooien en steekspelen die weinig leken op de bloederige strijd waaraan de ridder ooit deelnam.
Dergelijke toernooien worden sinds kort door enthousiaste amateurs nagespeeld. Men moet een dergelijk toernooi niet verwarren met het steekspel, waarbij twee ridders op paarden naar elkaar toestoven om de ander uit het zadel te lichten. Men had daartoe soms een speciale lanshouder op de rechterarm gemonteerd.
[bewerk] Moderne tijd
Toen zelfs de toernooien uit de mode raakten, werd het ridderschap steeds minder geassocieerd met oorlogvoering en gaf de naam steeds vaker sociale status aan. Tegenwoordig worden ridderschappen nog steeds vergeven in Groot-Brittannië (Dame en Sir) en andere landen van het Brits Gemenebest en in Nederland, als erkenning van verdiensten. Die verdiensten zijn niet noodzakelijk militair van aard.
In Nederland kan men als Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en als Ridder in de Orde van Oranje-Nassau worden gedecoreerd. Dit geeft echter geen recht op een ridderlijke titel of rangkroon.
Voor de gebruikelijke graden in een Ridderorde, zie ook:
[bewerk] Zie ook
- Equites
- De kruistochten ridderorde: Gulden Vlies.
- Lijst van bekende ridders
[bewerk] Externe link
- www.lintjes.nl (over de Nederlandse ridderorden)