Lodewijk van Male
Van Wikipedia
1330-1384 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Graaf van Vlaanderen | ||||||
|
||||||
Graaf van Bourgondië | ||||||
|
||||||
Graaf van Artesië | ||||||
|
||||||
|
Lodewijk van Male (° kasteel van Male, bij Brugge, 29 november 1330 – † Sint-Omaars, 30 januari 1384), zoon en opvolger van Lodewijk II van Nevers, uit het Huis Dampierre, en van Margaretha van Frankrijk, was graaf van Vlaanderen (van 1346 tot aan zijn dood), van Nevers en Rethel.
Na de Slag bij Crécy (26 augustus 1346), waarin hij ernstige verwondingen opliep, verbleef hij tot november 1346 op het kasteel van de hertog van Brabant te Tervuren. De weversgilden, die in de Vlaamse steden de feitelijke macht in handen hadden, dwongen hem ertoe de Engelse koning Edward III als suzerein te erkennen en zich te verloven met diens dochter Isabella. Dat gebeurde te Sint-Winoksbergen (Bergues) in maart 1347.
Op aanraden van de Franse koning en met de steun van de paus en van hertog Jan III van Brabant verbrak Lodewijk zijn verloving en vluchtte in april 1347 naar Frankrijk. Reeds op 1 juli 1347 had te Tervuren zijn verloving plaats met Margaretha, dochter van Jan III van Brabant, met wie hij kort daarna in het huwelijk trad te Vilvoorde.
[bewerk] Brabantse Successieoorlog
Onder het voorwendsel dat zijn schoonvader Jan III de Brabantse successie geregeld had zonder zijn goedkeuring, viel hij zijn zwager hertog Wenceslas (echtgenoot van zijn schoonzuster Johanna) aan en versloeg hem te Scheut (17 augustus 1356), de Brabantse Successieoorlog. Als gevolg van deze overwinning nam hij de steden Mechelen, Antwerpen, Leuven en Brussel in. Bij de Vrede van Aat (3 juni 1357) verwierf hij ook wettelijk de heerlijkheid Mechelen en de stad Antwerpen. Hij eigende zich omstreeks de wapenfeiten van 1356 ook de titel van hertog van Brabant toe, doch werd niet erkend in Brabant.
Nadat zijn dochter Margaretha in 1361 weduwe was geworden, huwelijkte hij haar in 1369 voor de tweede maal uit, en wel aan Filips de Stoute, hertog van Bourgondië, een jongere broer van de Franse koning Karel V. Lodewijk kreeg de beloning die hij gevraagd had: de terugkeer naar Vlaanderen van de kasselrijen Rijsel, Dowaai en Orchies, die in 1312 bij het Verdrag van Pontoise aan Frankrijk waren afgestaan. In 1382, bij het overlijden van zijn moeder, vielen hem bovendien ook Artesië (Artois) en Franche-Comté ten deel en wordt hij graaf van Bourgondië.
[bewerk] Gentse opstand
Toen in 1379 de Gentse opstand uitbrak, werd Lodewijk in het defensief gedrongen. Zijn aanhangers in Brugge werden verslagen door Filips van Artevelde, in de Slag op het Beverhoutsveld (3 mei 1382). Hij riep de hulp in van Filips de Stoute en de Franse koning en kon aldus de overwinning van Westrozebeke behalen (27 nov. 1382).
Lodewijks beleid kan men als Realpolitik typeren. Het doel van zijn binnenlandse politiek was te voorkomen dat een machtige coalitie tegen hem zou tot stand komen. Zijn buitenlandse politiek werd eveneens bepaald door het voordeel dat hij uit bestaande constellaties kon halen. Hij nam niet deel aan de Honderdjarige Oorlog en wist daardoor steeds in de gunst van Engeland te blijven. Als graaf van Vlaanderen omringde Lodewijk van Male zich met Vlaamse raadsheren, meestal juristen. In de instellingen die hij oprichtte of moderniseerde, o.m. de Audiëntie, wisten deze raadsheren uiterst behendig en zonder veel tegenstand de steden en de mindere wetten aan het grafelijk gezag te onderwerpen. Op deze wijze legde Lodewijk van Male de basis gelegd voor de centraliserende politiek van de Bourgondische hertogen.
Hij was de laatste autonome graaf van Vlaanderen: zijn dochter en erfgename Margaretha van Male bracht door haar huwelijk met Filips de Stoute het graafschap Vlaanderen onder de feitelijke macht van de Bourgondische hertogen.