Manuel Quezon
Van Wikipedia
Manuel Quezon | ||
---|---|---|
Ambtstermijn: | 15 nov 1935 - 1 aug 1944 | |
Voorganger: | Emilio Aguinaldo | |
Opvolger: | Sergio Osmeña | |
Geboortedatum: | 19 aug 1878 | |
Geboorteplaats: | Baler, Aurora | |
Politieke partij: | Partido Nacionalista | |
Vicepresident: | Sergio Osmeña |
Manuel Luis Quezon (Baler, 19 augustus 1878-Saranac Lake, 1 augustus 1944), was een Filipijns politicus, leider van de onafhankelijkheidsbeweging en van 1935 tot 1944 was hij president van het Gemenebest van de Filipijnen.
Quezon werd geboren in het plaatsje Baler in de provincie Tayabas. Zijn ouders waren Lucio Quezon en Maria Dolores Molina. In zijn vroege jeugd ontving Quezon onderwijs aan huis van zijn moeder en andere onderwijzers. Daarna ging hij studeren aan het Colegio de San Juan de Letran. Reeds op 16 jarige leeftijd behaalde hij daar zijn Bachelor of Arts diploma waarna hij ging studeren aan de University of Santo Tomas. In 1899 onderbrak hij zijn rechten studie om deel te nemen aan de Filipijnse onafhankelijkheidsstrijd tegen de Verenigde Staten. Nadat Aguinaldo zich in 1901 overgaf keerde hij terug naar Manilla om in 1903 af te studeren. In 1905 werd hij tot gouverneur van Tayabas gekozen. Twee jaar later in 1907 werd hij in de eerste Filipijnse Nationale Vergadering gekozen. Van 1909 tot 1916 was hij Filipijns gevolmachtigde in het Amerikaanse Congres. In deze functie mocht hij het congres toespreken, maar niet meestemmen. Hij maakte zich in deze rol sterk voor een onafhankelijk Filipijnen en speelde een belangrijke rol in het aannemen van de Jones Act in 1916 door het Amerikaanse congres. Deze wet beloofde onafhankelijkheid voor de Filipijnen, zonder daar nog een exacte datum voor te geven. Daarnaast kreeg het land een grotere autonomie en werd het Filipijnse congres ingevoerd, met het Amerikaanse conress als rolmodel.
In 1916 keerde Quezon terug naar de Filipijnen waar hij tot voorzitter van het Senaat werd gekozen. Enige jaren later, in 1922 werd Quezon tot voorzitter van de Nacionalista Party gekozen. Hij ging zo door met zijn streven naar een onafhankelijk Filipijnen. Dit moest volgens hem stapsgewijs en in samenwerking met de Amerikanen worden bereikt. In 1934 werd de Tydings McDuffy Act aangenomen door het Amerikaanse Congres. Deze wet garandeerde de Filipijnse onafhankelijkheid tien jaar naa de oprichting van een Gemenebest regering en het vaststellen van een grondwet.
Op 15 november 1935 won Quezon de eerste presidentsverkiezingen van het Gemenebest Filipijnen. Hij versloeg daarbij Emilio Aguinaldo en bisschop Gregorio Aglipay. Als president zette hij zich onder andere in voor een betere defensie, het probleem van landloze boeren die als pachters op de grote landgoederen werkten, de promotie van migratie naar Mindanao en het tegengaan van corruptie binnen de overheid. Reeds in 1936 rees er verzet tegen zijn voorzichtige koers. Desondanks werd hij in 1941 herkozen.
Na de Japanse invasie in de Filipijnen in 1942, vluchtte Quezon naar de Verenigde Staten. Vlak voor zijn vlucht gaf hij José Laurel en Jorge Vargas opdracht om het bestuur waar te nemen.
In de VS werd Quezon lid van de Oorlogsraad van de Pacific en tekende hij de verklaring van de Verenigde Naties en schreef zijn autobiografie, Het Goede Gevecht.
Quezon leed aan tuberculose en overleed op 1 augustus 1944.
[bewerk] Zie ook
{{{afb_links}}} | Presidenten van de Filipijnen | {{{afb_groot}}} | |
---|---|---|---|
Emilio Aguinaldo - Manuel Quezon - José Laurel - Sergio Osmeña - Manuel Roxas - Elpidio Quirino - Ramon Magsaysay - Carlos Garcia - Diosdado Macapagal - Ferdinand Marcos - Corazon Aquino - Fidel Ramos - Joseph Estrada - Gloria Macapagal-Arroyo |