Mercantilisme
Van Wikipedia
Europees mercantilisme was een beleidsvorm in de vroegmoderne tijd, die inhield dat de regering handel moest bevorderen als essentieel middel tot rijkdom en macht, maar dat handel nooit ‘vrij’ moest zijn in de moderne zin. Mercantilistisch beleid ging uit van de staat, met als doel het verbeteren van de economische positie van die staat, op welke wijze dan ook.
Het bezit van goudvoorraden werd van groot belang geacht voor de macht van de staat omdat dit een stabiele buffer was in moeilijke tijden en zo een zekere onafhankelijkheid garandeerde, en zelfs gelegenheid gaf de markt te beïnvloeden. Om goud te bemachtigen moest men meer exporteren dan importeren, opdat men voor zijn producten goud zou ontvangen. Om dit alles te bereiken was een hoge mate van economische bemoeienis door de staat vereist. Deze interventie richtte zich op het bevorderen maar vooral ook structureren van de handel.
[bewerk] Engeland 17e eeuw
In Engeland kwam het mercantilisme tot een hoogtepunt met het aannemen van de Navigation acts vanaf 1651. Deze wetten schreven voor dat alle buitenlandse handel met de Engelse kolonies, maar ook de handel met andere europese landen via Engeland moest verlopen. Deze hield stand tot de 18e eeuw. Vanaf 1760 maakt het liberalisme opgang. Adam Smith ging in de aanval tegen het mercantilisme.
Andere landen voerden een subsidiepolitiek of richtten zelf staatsondernemingen op. Deze handelspolitiek is kenmerkend een protectionistische politiek.