Paul Karrer
Van Wikipedia
Paul Karrer (Moskou, 21 april 1889 – 18 juni 1971) was een Zwitsers organisch scheikundige vooral bekend voor zijn werk over vitamines. Hij en Walter Haworth kregen hiervoor in 1937 de Nobelprijs voor de Scheikunde.
In 1892 keerde zijn familie terug naar Zwitserland waar hij in Zürich scheikunde studeerde bij Alfred Werner en promoveerde in 1911. Hij kreeg een baan bij Paul Ehrlich in het Georg Speyer Haus in Frankfurt. In 1919 werd hij hoogleraar in Zürich.
Karrer's vroegere onderzoek betrof complexe metaal verbindingen maar zijn belangrijkste werk was over plant pigmenten, vooral de gele carotenoiden. Hij verhelderde dat hun chemische structuur in het lichaam werden omgezet in vitamine A. Zijn werk leidde tot de correct formule vaan beta-caroteen; de eerste keer dat de stuctuur van een vitamine of provitamine was vastgesteld. George Wald werkte kort in Karrer's lab en bestudeerde de rol van vitamine A in de retina. Later bevestigde Karrer de structuur van ascorbinezuur (vitamine C) en breidde zijn onderzoek zich uit naar vitamines B2 and E. Zijn belangrijke bijdragen in de chemie van flavinen leidde tot de identificatie van lactoflavine als deel van het complex dat oorspronkelijk vitamine B2 leek.
[bewerk] Externe link
Winnaars van de Nobelprijs voor de Scheikunde (1926-1950) |
1926: Svedberg | 1927: Wieland | 1928: Windaus | 1929: Harden, Euler‑Chelpin | 1930: H.Fischer | 1931: Bosch, Bergius | 1932: Langmuir | 1934: Urey | 1935: F.Joliot‑Curie, I.Joliot‑Curie | 1936: Debye | 1937: Haworth, Karrer | 1938: Kuhn | 1939: Butenandt, Ružička | 1943: Hevesy | 1944: Hahn | 1945: Virtanen | 1946: Sumner, Northrop, Stanley | 1947: Robinson | 1948: Tiselius | 1949: Giauque | 1950: Diels, Alder |