Plagen van Egypte
Van Wikipedia
De Plagen van Egypte zijn, volgens het bijbelboek Exodus, tien rampen (in het Hebreeuws: עשר המכות - Eser Ha-Makot) die God in Egypte zou hebben veroorzaakt, omdat de Farao het volk Israël niet toestond Egypte te verlaten. In chronologische volgorde waren dit:
De schuingedrukte woorden zijn de Hebreeuwse woorden zoals ze in de thora/bijbel staan geschreven.
- Water verandert in bloed - dam (Exodus 7:14-25)
- Kikkers - tsefardea (8:1-15)
- Luizen - kiniem (8:16-19)
- Wilde dieren - arov (8:20-32)
- Veepest - dewer (9:1-7)
- Zweren - schin (9:8-12)
- Hagel - barad (9:13-35)
- Sprinkhanen - arbe (10:4 - 10:5)
- Duisternis - chosheg (10:21-29)
- Dood van eerstgeborenen - makat bechorot (11:10 en 12:29-30)
Pas na de laatste plaag liet Farao het volk gaan.