Schavot
Van Wikipedia
Het schavot is een verhoogd opgestelde executieplaats. Het schavot werd dagen op voorhand klaargezet door timmerlieden. Het schavot stond op meerdere palen en had een houten plankenvloer. Als het om een halsrecht ging (onthoofding), werd er meestal stro gelegd, toch vooral bij het kapblok, om het gespatte bloed op te vangen. Daar werd de veroordeelde onthoofd met een bijl of bij de hogere adel met een slagzwaard, zoals Anna Boleyn, Catharina Howard, de graven van Egmont en Horne, Frans Anneessens en vele andere hooggeplaatste prominenten. Thomas More stierf door de bijl. Het was veelal de keuze van de beul en mits betaling van familieleden, hoe en met wat, de terdoodveroordeelde zou geëxecuteerd worden. Toen prinses Elizabeth I als meisje in de Tower of London opgesloten zat, kwam de beul zien hoe dik of eerder, hoe dun haar nekje was. Dan kon hij zien welke type bijl hij moest gebruiken, en constateerde hij dat één slag al voldoende was. Het gebeurde wel eens dat een onhandige beul, een dikke gezette man, meermaals moest kappen om het hoofd te scheiden. Gelukkig voor Elizabeth I is het nooit zover gekomen. De terdoodveroordeelde die van adel was, werd meestal niet gebonden, maar besliste zelf om te sterven, door zijn hoofd op het kapblok te leggen en, door zijn armen te spreiden, ten teken wanneer de beul mocht toeslaan. Dit was in de 16e en 17e eeuw de manier bij de terdoodveroordeelde hoge adel of iemand van aanzien. Men zag de onthoofding als "previlege" en de "korste pijn". Koning Karel I werd met de bijl onthoofd. In zijn tijd was het slagzwaard niet meer zo in zwang. De degen en de floret waren nu de schermwapens. Anderzijds ging het er met het gewone volk geheel anders, en minder "verfijnd" aan toe. Zij werden wel geboeid, en als het om een moordenaar ging, werd deze niet zo "zachtaardig behandeld".
Op het schavot stond ook de galg of galgen, of een lange galgbalk waar meerdere personen werden "gehangen tot de dood erop volgde". De brandstapel werd ook op een schavot geplaatst, zodat iedereen kon zien hoe iemand levend verbrandde. Dit lot ondergingen Jeanne d'Arc en Jan Hus. Ten tijde van het Spaanse Bewind in onze gewesten, kregen de ketters, die tot de brandstapel veroordeeld werden, nog op het schavot, soms de kans om zich terug tot de Katholieke Kerk te bekeren. Voordat ze werden verbrand, werden de "bekeerde" veroordeelden gewurgd. Andersom verging het de priesters die werden verbrand door de Geuzen in Den Briel. Als zij hun katholicisme verzaakten werden ze gespaard. Enkelen van hen bekeerden zich tot het protestantisme. Anderen, die bij hun katholieke standpunt bleven, werden levend verbrand of opgehangen.
Nog op het schavot werden andere vormen van executies uitgevoerd, zoals het radbraken, wurging, verminking en vierendelen met de bijl. Tijdens de Franse Revolutie, vanaf 1789 tot 1799, stonden in bijna alle Franse steden voortdurend schavots opgesteld met de gevreesde guillotine. De bloedige "Weduwe", "La Veuve", stond tijdens heel de Franse Revolutie op de grote markten en pleinen opgesteld, als het dodelijke zinnebeeld. Rond de 17.000 mensen werden er geëxecuteerd tijdens de Franse Revolutie. De marktpleinen roken naar geronnen bloed. Het was een komen gaan van de beulskarren. In Parijs, werden de veroordeelden uit de gevangenissen gehaald en op de karren gezet. Men riep de namen af van een lijst en tientallen tegelijk werden weggevoerd naar het Place de Révolution, tegenwoordig Place de la Concorde, waar altijd de guillotine stond. Op een dag werden in Parijs zelfs 70 mensen onthoofd, tot grote belangstelling van de Parijse bevolking. De toenmalige Parijse meester-beul Sanson en zijn helpers hadden het die dagen druk. Sanson onthoofde koning Lodewijk XVI en koningin Marie-Antoinette. Meestal waren het edelen, priesters en slachtoffers van de Franse Revolutie, zoals George Danton, La Croix, de St. Just, Robespierre en vele anderen. De guillotines moesten geregeld gereinigd worden en de valbijlen vervangen en herslepen, omdat ze anders te bot werden door het vele gebruik...
Na de tweede helft van de 19e eeuw werden de executies met de guillotine, galg of het vuurpeloton op binnenplaatsen van gevangenissen uitgevoerd, en niet meer in het openbaar. Alleen familie (als ze wilden), rechters en hoogwaardigheidsbekleders mochten aanwezig zijn. De Franse vrouwenmoordenaar Landru, werd zo geëxecuteerd in 1926. Tijdens de Tweede Wereldoorlog executeerden de Nazi's hun slachtoffers in concentratiekampen of op afgelegen plaatsen, in de bossen of de duinen. De samenzweerders van Hitlers mislukte bomaanslag op 20 juni 1944 werden na een vernederende rechtzaak naar Dachau gevoerd. Dachau was een Duits kamp voor politieke gevangenen, net als het Fort van Breendonk in België. In Dachau werden de samenzweerders aan pianosnaren opgehangen. Anderen werden onder de kin, aan vleeshaken gehangen, zoals de "schweinen", wat Adolf Hitler zei, toen hij de filmopname van de executies zag.