Serotoninetheorie
Van Wikipedia
Serotoninetheorie ook wel de serotoninehypothese was in de jaren zestig van de twintigste eeuw een van de theorieën die poogden de oorzaak van klinische depressie te verklaren. De hypothese stelde dat een tekort aan serotonine de oorzaak van depressie zou zijn. Tegenwoordig gaat men uit van een veel complexere dynamiek tussen genetica, paleocortex, neocortex en neurotransmitters. Hoewel de wetenschap deze oorzaakstheorie niet meer aanhangt, ontstond aan het einde van de twintigste eeuw opschudding toen de farmaceutische industrie de theorie in verschillende reclamecampagnes verwerkte. In combinatie met de publiciteit rond de bijwerkingen van Seroxat leidde dit tot een aantal campagnes die de voorlichting aan patiënten moeten verbeteren.
In 1965 postuleerde Joseph Schildkraut dat klinische depressie samengaat met lagere spiegel van noradrenaline. Latere onderzoekers komen met de hypothese dat serotonine de juiste neurotransmitter zou moeten zijn. Ondanks al het onderzoek sinds 1965 bestaat er een aanzienlijke discrepantie tussen de hypothese en het bewijs. Er is ook onderzoek dat de onjuistheid van deze theorie lijkt aan te tonen en de aandacht gaat dan ook meer uit naar meerdere, elkaar beïnvloedende factoren.
Hoewel serotonineheropnameremmers(SSRIs) een invloed hebben op depressie, is daarmee de oorzakelijkheid nog verre van bewezen. Vaak betreft het slechts een "boodschapper" in een complex emotioneel en cognitief systeem. Een vergelijking: alcohol kan immers de effecten van een sociale fobie tijdelijk opheffen, daarmee geneest alcohol natuurlijk de sociale fobie niet, en herstelt alcohol niet de "chemische disbalans" bij sociale fobie niet.
[bewerk] zie ook
[bewerk] Literatuur
- Lacasse JR, Leo J (2005) Serotonin and Depression: A Disconnect between the Advertisements and the Scientific Literature. PLoS Med 2(12): e392 Artikel online
- Moncrieff J, Cohen D (2006) Do Antidepressants Cure or Create Abnormal Brain States? PLoS Med 3(7): e240 Artikel online