Slag bij Heiligerlee (1568)
Van Wikipedia
Voor de slag bij Heiligerlee in 1536 zie: Slag bij Heiligerlee (1536) |
De Slag bij Heiligerlee op 23 mei 1568 wordt algemeen beschouwd als het begin van de Tachtigjarige oorlog.
De slag vond plaats bij het plaatsje Heiligerlee nabij Winschoten in de provincie Groningen.
Inhoud |
[bewerk] Partijen
- Staatsen: 3900 man infanterie en 200 man cavalerie, geleid door graaf Lodewijk van Nassau en graaf Adolf van Nassau
- Koningsgezinden: 3200 man infanterie en 200 ruiters, geleid door Jean de Ligne, graaf van Aremberg.
[bewerk] Wat vooraf ging
Willem van Oranje had lang geaarzeld voor hij iets ondernam tot hulp aan de verdrukte Nederlanden. Nog in maart 1567, tijdens de slag bij Oosterweel, verhinderde hij vanuit Antwerpen het protestantse leger te hulp te komen. Maar zijn eigen behandeling, gecombineerd met dagelijkse verzoeken tot hulp, veranderden zijn mening. Hij benaderde verscheidene Duitse vorsten om financiële hulp, en verkocht 'zilverwerk, kleinodiën, tapijten en ander vorstelijk huissieraad'. Hij vond Coqueville, een edelman uit Normandië, bereid om met zeven of achthonderd man vanuit Frankrijk een inval in Artois en Henegouwen te doen. De Graaf van Hoogstraten zou langs de grote rivieren naar Gelderland trekken. Zijn broer graaf Lodewijk van Nassau zou in Friesland en Groningen een aanval ondernemen. Hijzelf zou in Brabant oprukken zodra hij zou vernemen dat Alva zijn leger over deze drie invallen verdeeld zou hebben. Alva wist te bewerkstelligen dat de Franse koning Coqueville terugriep. Coqueville werd later op last van de Franse koning als rover onthoofd.
De inval langs de Maas werd in de slag bij Daalhem gestopt. Van de drie invallen werd de aanval in het noorden het succesvolst.
De staatsen trokken bij Bellingwolde het land binnen en namen het slot te Wedde, de ambtszetel van de Spaanse landvoogd Johan de Ligne, graaf van Aremberg, bij diens afwezigheid in. Hierna richtten ze zich op de stad Groningen om deze over te halen zich voor de opstand te verklaren, maar deze poging mislukte.
[bewerk] De veldslag
Op 23 mei verkeerde het staatse leger in slechte toestand door honger en achterstallige soldij betaling (een endemisch probleem in die tijd). Graaf Lodewijk wist ze echter toch nog een keer in de wapens te krijgen.
Toen Lodewijk van Nassau vernam dat zijn tegenstander tegen hem optrok, wist hij zijn troepen toch te motiveren en stelde hen op bij het klooster van Heiligerlee. Het terrein bevatte drie heuvels, op een hiervan stond het klooster. Achter de heuvels verschanste hij het merendeel van zijn troepen. Voor de heuvel met het klooster liep een weg, tussen de heuvels bevonden zich kuilen ontstaan door turfwinning. Ook in deze kuilen werd infanterie verstopt. Tussen de weg en de heuvels bevond zich drassig land.
Met zijn ruiters ondernam Lodewijk van Nassau een aanval op het Spaanse leger. Aremberg, die van plan was op meer versterkingen te wachten, werd verleid de staatse ruiters te achtervolgen. De staatse ruiters lokten het Spaanse leger over de weg tussen de heuvels door. De Spaanse troepen kwamen hierbij terecht in het drassige terrein tussen de heuvels, waar ze een gemakkelijke prooi werden voor de staatse schutters van Lodewijk.
Volgens sommige bronnen sneuvelde Adolf van Nassau bij de ruiteraanval op het Spaanse leger, volgens andere berichten nadat zijn paard op hol sloeg tijdens het hoofdgevecht en hij midden tussen de vijandelijke troepen belandde.
De verliezen aan Staatse zijde worden op 50 man geraamd, aan Spaanse zijde op 1500-2500 man. De Staatse troepen maakten ook 7 stukken geschut buit.
[bewerk] De gevolgen
Deze slag was de eerste succesvolle actie van de Nederlandse opstand. Als zodanig wordt de slag als het begin van de tachtigjarige oorlog beschouwd. Hierbij telt ook mee dat de vrede in 1648 was gesloten. Was de vrede een jaar eerder gesloten, dan was mogelijk de slag bij Oosterweel uit 1567 als het begin van de tachtigjarige oorlog beschouwd. Het is immers prettig om over ronde aantallen te praten.
Het lange-termijn effect van de slag bij Heiligerlee was beperkt. Door de op deze slag volgende nederlaag in de slag bij Jemmingen leverde de overwinning geen strategisch voordeel op.
De dood van Adolf van Nassau in het 4e couplet van het Wilhelmus gememoreerd:
Graef Adolff is ghebleven, In Vriesland in den slaech. Deze zin staat ook te lezen op het monument voor de Slag bij Heiligerlee, dat in 1868 door Koning Willem III werd onthuld. In Heiligerlee is overigens nog steeds een museum, dat iets van de geschiedenis van de slag toont.