Spitsbergenverdrag
Van Wikipedia
Het Spitsbergen-verdrag is op 9 februari 1920 te Parijs gesloten tussen 9 landen, waaronder Nederland. Later hebben zich nog 30 andere landen bij het verdrag aangesloten. De ondertekenende landen erkennen de soevereiniteit van Noorwegen over Spitsbergen (inclusief Bereneiland). Inwoners van die landen hebben echter het recht op vrije toegang tot de archipel en mogen bodemschatten exploiteren op basis van volledige gelijkheid.
In 1921 startte de Nederlandsche Spitsbergen Compagnie (Nespico) N.V. met de exploitatie van een kolenmijn op Spitsbergen en bouwde daarvoor een nederzetting, genaamd Barentszburg. Midden in de jaren twintig werkten voor Nespico ongeveer 500 man op Spitsbergen. Door de lage prijzen voor steenkool werd de exploitatie van de mijn in 1929 beëindigd. Een paar jaar later werd de mijn verkocht aan het Russische staatsbedrijf Arktikugol. Rusland is momenteel het enige land dat gebruik maakt van de rechten, die het verdrag aan de aangesloten landen verleent.
De aanwezigheid van de Russen heeft in de periode van de koude oorlog tot spanningen geleid tussen de Noren en de Russen. Er woonden toen meer Russen dan Noren, waarbij de Russen zich niet gebonden voelden door het Noorse bestuur.
Hoewel er inmiddels meer Noren dan Russen op Spitsbergen wonen bestaan er nog steeds spanningen. In oktober 2005 vond er een incident plaats toen de Noorse kustwacht een Russische vissersboot wilde inspecteren in verband met eventuele overtredingen van Noorse milieuregels. Met een beroep op het verdrag weigerde de Russische kapitein aan inspectie mee te werken. Twee Noorse inspecteurs verbleven noodgedwongen dagenlang op het Russische schip. Het gedrag van de kapitein werd door de regering van Rusland uitdrukkelijk gesteund. In december werd ook de bemanning van twee Spaanse trawlers door de Noorse kustwacht beboet. Spanje, hierin gesteund door de EU, vecht het recht van Noorwegen aan om de schepen op te brengen en de bemanning juridisch te vervolgen.