Staking
Van Wikipedia
Een (werk)staking is het tijdelijk stoppen met het leveren van arbeid om een sociaal-politiek doel te bewerkstelligen. De staking is een middel om kracht bij te zetten aan de wensen van de werknemers. Meestal betreffen die wensen lonen en andere arbeidsvoorwaarden, maar een staking kan ook door werknemers gebruikt worden om aan te geven dat zij het niet eens zijn met het beleid van hun werkgever, of de overheid. De stakers zijn de werknemers die deelnemen aan de staking. Een werknemer die niet deelneemt aan een staking, heet werkwillige.
Onder een algemene staking wordt verstaan het staken van werknemers van meerdere sectoren op hetzelfde moment.
Van een algemene staking wordt veelvuldig gebruikgemaakt om ongenoegen met het (socio-economische) beleid van een regering tot uiting te brengen.
Inhoud |
[bewerk] Stakingen in Nederland
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen georganiseerde stakingen en wilde stakingen. Georganiseerde stakingen zijn gepland en georganiseerd door één of meer vakbonden. Wilde stakingen zijn niet gepland en hebben in het algemeen niet de steun van vakbonden.
Omdat de stakers niet werken tijdens de staking, hoeft de werkgever hen geen loon te betalen (over de dagen dat de werknemer staakt). Het kan zijn dat de stakers de werkwilligen verhinderen om aan het werk te gaan. Als daardoor de werkwilligen inderdaad niet kunnen werken, hoeft - in het geval van een georganiseerde staking - de werkgever ook aan hen geen loon te betalen. In geval van een wilde staking moet de werkgever wèl het loon doorbetalen aan de werkwilligen, ook al worden zij verhinderd te werken. De reden voor dit verschil is dat een georganiseerde staking geacht wordt in de risicosfeer van de werknemer te liggen, en een wilde staking in de risicosfeer van de werkgever.
[bewerk] De eerste georganiseerde stakingen
Plaatselijke stakingen, bijvoorbeeld in de textielindustrie, kennen we al uit de zestiende en zeventiende eeuw. Stakingen van polderjongens en veenarbeiders werden ook wel lawei genoemd. De lawei was een soort seinmast, waarmee men aangaf wanneer het werk voorbij was. Stakende arbeiders gaven een signaal aan de andere arbeiders dat zij het werk moesten neerleggen. Veel stakingen werden met militair geweld beëindigd.
In 1888 breekt de eerste landelijke staking in Nederland uit, onder veenarbeiders. De aanleiding hiervoor was de volgende. Halverwege de 19e eeuw waren arbeiders vaak verplicht om een deel van hun loon te besteden bij het bedrijf van hun werkgever, of bij door de werkgever aangewezen winkelbedrijven. Dit betrof soms een aanzienlijk deel van het loon. Dit was nadelig voor de arbeiders, omdat zij niet zelf konden beslissen waar zij hun loon aan uitgaven, en daardoor soms te veel moesten betalen voor producten. In de loop van de 19e eeuw hebben de veenarbeiders meermalen gestaakt, meestal om loonsverhoging af te dwingen. Deze stakingen waren vrijwel altijd van korte duur. In de jaren '70 van de 19e eeuw neemt de werkgelegenheid in het veenbedrijf sterk af, met name doordat turf als brandstof wordt verdrongen door petroleum en steenkool. In het begin van de jaren '80 dalen de lonen hierdoor drastisch. De druk op de veenarbeiders om hun waren te kopen in de winkel van hun veenbaas wordt steeds dwingender. Door de dalende turfomzetten wordt de winkel immers een steeds belangrijker inkomensbron voor de veenbaas. Begin 1888 stijgt de vraag naar turf weer, en stijgen de turfprijzen. Al snel raken de veenbazen door hun voorraad turf heen, en hebben zij meer arbeiders nodig. De veenarbeiders realiseren zich dat deze situatie hen macht biedt, en zij eisen hoger loon.
Op 22 maart 1888 breekt onder de veenarbeiders in Appelscha een grote staking uit, waarbij een vergadering van circa 350 veenarbeiders besluit hoger loon te eisen, en de vrijheid om het loon te besteden zoals zij dat zelf wensen (afschaffing van de gedwongen winkelnering). De staking verspreidt zich over de provincies Friesland, Groningen en Drenthe. Pas begin juni zijn de stakingen vrijwel overal ten einde. Hoewel deze staking opvallend was wat grootte betreft, was het resultaat mager; de lonen werden slechts weinig verhoogd, en de veenbazen hielden zich niet aan de gemaakte afspraken. Dat laatste heeft er toe geleid dat latere loonafspraken in een schriftelijke overeenkomst vastgelegd worden. Daarmee was de staking van 1888 de basis van de georganiseerde onderhandelingen. In 1889 wordt door veenarbeiders in Appelscha de arbeidersvereniging De Eendracht opgericht, die jaarlijks loononderhandelingen gaat voeren met de gezamenlijke veenbazen.
[bewerk] Andere historische stakingen in Nederland
- 1902 Grote staking van Twentse textielarbeiders. Op het hoogtepunt van de acties waren 45.000 textielarbeiders werkloos, hetzij door staking, hetzij door uitsluiting.
- 1903 De grote spoorwegstaking. Na deze staking werd op 9 april 1903 het staken voor ambtenaren en spoorwegpersoneel strafbaar gesteld. Albert Hahn maakte van deze staking een zeer bekende prent.
- Februaristaking - 1941.
- April-meistaking - 1943.
- Spoorwegstaking van 1944
[bewerk] Stakingen in België
[bewerk] 1886
De algemene staking van maart 1886 groeide uit een Luikse herdenking van de Parijse Commune. Zware repressie leidde tot een aantal doden. Verschrikt werd hierop door de politieke klasse gereageerd via het stemmen van de eerste sociale wetgeving.
[bewerk] 1936
De algemene staking van 1936 kwam er na een lichte heropleving tijdens de Grote Depressie. Om deze algemene staking te beëindigen riep de regering vertegenwoordigers van de werkgevers, syndicaten en regering samen op de Nationale Arbeidsconferentie van 17 juni 1936, tevens het eerste 'driepartijenoverleg' in de Belgische sociale geschiedenis.
[bewerk] 1960-1961
De algemene staking tijdens de winter 1960-1961 was een reactie op de door de regering-Eyskens doorgedrukte Eenheidswet (voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel) van november 1960. 18.000 rijkswachters en ongeveer 12.000 tropen werden ingesteld om de orde te bewaren. Op vrijdag 6 januari 1961 vonden er in Luik 7 uur lang straatgevechten plaats waarbij 75 gewonden vielen (onder hen 26 stakers). Later overleden 2 stakers aan hun verwondingen.
[bewerk] 2005
Op vrijdag 7 oktober 2005, werd er door de socialistische vakvereniging ABVV een volledige staking afgekondigd. Het christelijke ACV riep niet mee op tot staking. Deze staking was een reactie op de onderhandelingen over sociale zekerheid en eindeloopbaan. Een algemene staking, gesteund door zowel de socialistische, christelijke als liberale vakverenigingen, werd gehouden op vrijdag 28 oktober. Nogmaals was het thema het behoud van de sociale zekerheid en in het bijzonder de rechten voor opruststelling.
[bewerk] Stakingen elders
- Op 1 mei 1884 breekt in de Verenigde Staten een staking uit die uiteindelijk het begin van de 8-urige werkdag zal betekenen. Deze dag zal de geschiedenis ingaan als de Dag van de Arbeid en is in vele landen een erkende feestdag. Uitzonderingen zijn Canada, Nederland, Zuid-Afrika en ironisch genoeg ook de Verenigde Staten.
- In maart 1920 grepen rechtse Vrijkorpsen de macht in Duitsland, en schoven Wolfgang Kapp naar voren als rijkskanselier. Het leger weigerde in te grijpen. Een algemene staking, geleid door links, dwong de putschisten echter binnen enkele dagen tot aftreden.
- In mei/juni 1968 waren er grootschalige stakingen in Frankrijk.
- In 1980 woedden er onlusten in Polen. Grootschalige stakingen braken uit, en de regering zag zich gedwongen om de stakers tegemoet te komen door onafhankelijke vakbonden toe te staan. De vakbond Solidariteit, geleid door Lech Walesa. In december 1981 veranderde de koers van de Poolse communistische partij echter. De noodtoestand werd uitgeroepen, de vakbond Solidariteit werd weer verboden, en de politieke repressie werd harder.
[bewerk] Zie ook
Bronnen en referenties: |
|