Tennis
Van Wikipedia
Tennis is een balsport voor twee (enkelspel) of vier (dubbelspel) spelers, waarbij een kleine bal met een racket over een net gespeeld moet worden. Tennis wordt gespeeld voor het plezier of voor een wedstrijd.
Bij een wedstrijd moet de bal binnen de speelhelft van de tegenstander(s) worden geslagen met als doel het de tegenstander onmogelijk te maken de bal terug te slaan over het net en binnen het eigen speelveld. Als sport is tennis ideaal om het met een aantal bekenden te spelen, zonder aan georganiseerde wedstrijden mee te doen. Tennissers van wedstrijden en tennissers voor hun plezier zijn over het algemeen lid van tennisverenigingen. De Nederlandse overkoepelende organisatie voor het tennis is de KNLTB.
Het bekendste tennistoernooi is het toernooi van Wimbledon.
Meestal spelen tennissers in witte kleding. De bal is meestal geel. Tennis is ontstaan in Engeland en wordt in zijn hedendaagse vorm gespeeld sinds 1873. De naam is evenwel afgeleid van het Franse woord "tenez!": "houd (de bal)!".
Inhoud |
[bewerk] Speelgrond
Tennis wordt gespeeld op verschillende soorten ondergrond:
- Gras (lawntennis)
- Kunstgras
- Gravel (rode, gemalen baksteen)
- Frenchcourt (kunstmatige, rode fijnere bedekking dan gravel, over een laag afdekkingstapijt om de drainage/afwatering niet te laten dichtslibben)
- Canadian Tan
- Hardcourt (cement/beton)
- Indoor (kunstvloer)
- Tapijt
- Smashcourt
[bewerk] Typen tennis
Er moet onderscheid worden gemaakt tussen recreatietennis, competitietennis en professioneel tennis of proftennis.
[bewerk] Competitietennis:
- Overkoepelende organisaties in Nederland en België.
- Competitietennis in Nederland en België.
[bewerk] Proftennis:
- Proftennis in Nederland en België.
- Lijst van tennissers
- Ontwikkeling van het proftennis
- Internationale Tennisfederaties
- Begeleiding van proftennissers
- Proftennis en het grote geld/commercie
- Tennistoernooien:
- Satelliettoernooien
- ATP-wedstrijden
- WTP-wedstrijden
- WTA-wedstrijden
- Masters
- Commerciële toernooien
- Grandslamtoernooien (chronologische volgorde):
- Open Kampioenschappen van Australië (Australian Open)
- Open Kampioenschappen van Frankrijk (Roland Garros of French Open)
- Open Kampioenschappen van Groot Brittannië (Wimbledon of British Open)
- Open Kampioenschappen van New York (US Open of New York Open)
- Davis Cup - internationaal landentoernooi voor heren enkel- en dubbelspelen.
- Federation Cup - Internationaal landentoernooi voor dames enkel- en dubbelspelen.
- Overzicht van de Nummers 1 in mannen- en vrouwentennis.
- Memorabele profpartijen: (bijvoorbeeld Ivan Lendl vs Michael Chang, vierde ronde Roland Garros 1989 -- Steffi Graf vs Jana Novotna, finale Wimbledon 1993 -- Andy Roddick vs Younes El Aynaoui, kwartfinale Australian Open 2003), Finale Wimbledon 2001 Goran Ivanisevic vs Patrick Rafter waar Goran met een wildcard het toernooi binnenkwam en na drie eerder verloren finales eindelijk de Wimbledontitel pakte die iedereen hem gunde.
[bewerk] Spelregels
[bewerk] Het veld
Het speelveld wordt in twee helften verdeeld door een net, dat in het midden standaard 91.4 cm hoog hangt en aan de zijkanten 107 cm hoog hangt. Elk van de twee speelhelften is verdeeld in drie vlakken: een achtervlak, en twee voorvlakken (service vakken). Het veld en de diverse vakken worden gescheiden door witte lijnen, die gelden als onderdeel van het speelveld. Een geslagen bal die buiten het veldkader van de tegenstander geslagen wordt (dwz. zelfs de lijn niet meer raakt) is 'uit' en levert de tegenstander een punt op. In het enkelspel wordt het veldkader begrensd door de binnenste zijlijnen. In de dubbelspelvariant worden de buitenste zijlijnen gebruikt. (Beide zijlijnen worden samen ook wel de 'tramrails' genoemd.)
[bewerk] De ballen
Voor de grootte, gewicht en doorsnede van de ballen is alles vastgesteld: De doorsnee van de bal moet ongeveer 6,5 centimeter zijn. Het gewicht ongeveer 57 gram. De stuiterhoogte, als de bal van ongeveer 2,5 meter hoogte wordt losgelaten, moeten ze tussen de 1,27 en 1,52 meter hoog opstuiteren.
[bewerk] De opslag of service
De bal wordt van buiten de achterlijn, de baseline, in het spel gebracht met de opslag, waarbij de bal met één hand omhoog wordt geworpen en met het racket in de andere hand wordt geslagen. Opslag en service is hetzelfde. Dit kan onderhands en bovenhands gebeuren (onderhands serveren is weliswaar toegestaan, maar geoefende spelers hebben voordeel aan een bovenhandse service). De bal moet daarbij zonder het net te raken neerkomen in het voorvak van de tegenstander, diagonaal ten opzichte van de kant waar vandaan men serveert. Indien de bal het net raakt ( en in het service-vak komt) krijgt men een zogenaamde "let" en moet de opslag over worden gedaan, maar als de bal buiten het service-vak valt is het een fout. Dit "let" fenomeen kan zich tot in het oneindige herhalen, zonder dat het punt naar de tegenstander gaat.
Een teruggeslagen serveerslag noemt men een return. Een niet door de tegenstander aangeraakte, correcte serveerslag heet een ace. Een bal die op de netrand wordt geslagen is een netbal.
Men mag eenmaal een foute service (opslag) doen zonder direct puntverlies. Bij de tweede foute opslag, een dubbele fout genoemd, gaat het punt naar de tegenstander. Men mag bij het serveren de achterlijn niet met de voet(en) raken voordat de bal geraakt is: bij een voetfout is de service altijd fout, zelfs al komt de bal in het juiste vak. De opslagbeurt rouleert per game. Wie goed serveert heeft over het algemeen meer kans de game te winnen, al geldt dit in mindere mate bij dames. Verliest men de eigen opslagbeurt, dan is de tegenstander 'door de opslag gebroken' of heeft deze een (service)break gerealiseerd.
[bewerk] Een aantal soorten slagen
- Forehand: slag waarbij de palm van de speelhand naar voren wordt gehouden. De forehand kan zowel enkelhandig als dubbelhandig geslagen worden. Een dubbelhandige forehand wordt zelden tot nooit gespeeld (Raemon Sluiter is een voorbeeld van een proftennisser met een dubbelhandige forehand).
- Backhand: slag waarbij de rug van de speelhand naar voren wordt gehouden. De backhand kan zowel enkelhandig als dubbelhandig geslagen worden.
- Groundstroke: lange slag, die a.h.w. het hele speelveld bestrijkt.
- Slice/Backspin: onderscheiden in forehandslice en backhandslice. Techniek waarbij achterwaarts effect wordt bereikt door de bal met een neerwaartse beweging en een licht achterwaarts gekanteld racket te spelen.
- Topspin: onderscheiden in forehandspin en backhandspin. Techniek waarbij voorwaarts effect wordt bereikt door de bal met een opwaartse beweging te spelen.
- Dropshot: slag waarbij de speler de bal zodanig speelt dat die zo snel en steil mogelijk vlak achter het net de grond raakt en zo min mogelijk opstuit.
- Smash: slag waarbij een hoge bal (meestal zonder stuit) boven het hoofd, met kracht wordt gespeeld, dus door een worpbeweging gelijkaardig aan de opslag.
- Volley: slag van de bal die niet heeft gestuit, kan zowel met de forehand als met de backhand in principe met een korte beweging gespeeld vanaf een positie bij het net, je gebruikt deze slag als je aan het net staat.
[bewerk] De puntentelling
De punten worden geteld volgens het traditionele Britse systeem: 15, 30, 40, game, set and match.
- Een match of wedstrijd wordt gespeeld naar twee gewonnen sets, hoewel de heren in grote toernooien (Grand Slam) drie sets moeten winnen, en men dan maximaal een vijfsetter speelt. Voor vrouwen is het maximale aantal te spelen sets altijd drie, behalve met de finale van het Masterstoernooi aan het eind van het seizoen. Die wordt bij uitzondering via best-of-five beslist.
- Een set wordt gewonnen door de speler die het eerst 6 games wint, met een verschil van twee games.
- Een game wint men door vier gewonnen punten, die geteld worden als 15, 30, 40 en 'game'. Ook hier echter een verschil van twee. Als het 40-40 (deuce ) wordt dan worden er nog minimaal 2 punten gespeeld. Eerst heb je advantage en dan game, advantage kan zowel voor de serveerder zijn als voor de ontvanger. Het kan lang duren tot de game uiteindelijk gewonnen wordt, doordat het na advantage steeds weer deuce kan worden.
- Wanneer men "No-add" speelt is de game gewonnen na het eerstvolgende punt bij de stand 40-40(deuce). De ontvanger beslist in deze situatie of het punt van links of van rechts wordt aangevangen.
[bewerk] Wedstrijdleiding
- Elke professionele tennispartij wordt geleid door een scheidsrechter, die op een verhoogde stoel aan een uiteinde van het net zit. De scheidsrechter kent de punten toe, beslist in twijfelgevallen (was de bal uit of in?), geeft de verplichte rustpauzes en spelhervattingen aan, geeft zo nodig toestemming voor blessurebehandeling, plaspauzes en shirtwisseling (dames), en houdt overenthousiaste spelers, trainers, ouders en overige toeschouwers bescheiden in toom. De scheidsrechter krijgt (als het goed is) na afloop van de partij een hand van de spelers.
- Bij een professionele tennispartij houden 8 (soms 10) lijnrechters in de gaten of de bal binnen, op, of buiten de lijnen valt: er zijn 6 lijnrechters voor de verticale lijnen en 2 (soms 4) voor de horizontale lijnen. Met roepwoorden en/of armgebaren maken ze hun waarneming duidelijk. Een 'uitbal' en een 'netbal' worden altijd hoorbaar aangegeven.
- Ballenjongens en -meisjes rapen de ballen voor de spelers op en zorgen ervoor dat de speler die de opslag heeft de nodige ballen ontvangt. Verder verlenen ze de spelers tijdens het spel en de rustpauzes wat hand- en spandiensten.
[bewerk] Zie ook
- ATP
- WTA
- Davis Cup
- Federation Cup
- Tennis Hall of Fame
- Pong (een van de eerste computerspellen)
- Ordina Open
[bewerk] Externe links
- De officiële site van de Vlaamse Tennisvereniging (VTV) - http://www.vtv.be/
- De officiële site van de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB) - http://www.knltb.nl/
{{{afb_links}}} | Zie ook: | {{{afb_rechts}}} | {{{afb_groot}}} |
---|---|---|---|
Portaal Sport · Categorie:Sport · Sport van A tot Z · In het nieuws - Sport · Sport · Balsport |
{{{afb_links}}} | Olympische Zomerspelen | {{{afb_groot}}} | |
---|---|---|---|
Atletiek - Badminton - Basketbal - Boksen - Boogschieten - Gewichtheffen - Handbal - Hockey - Honkbal - Judo - Kanoën - Moderne vijfkamp - Paardensport - Roeien - Schermen - (Kleiduiven-)Schieten - Softbal - Synchroonzwemmen - Taekwondo - Tafeltennis - Tennis - Triatlon - Turnen - Voetbal - Volleybal - Waterpolo - Wielrennen - Worstelen - Zeilen - Zwemmen 1896 - 1900 - 1904 - 1906* - 1908 - 1912 - 1916 - 1920 - 1924 - 1928 - 1932 - 1936 - 1940 - 1944 - 1948 - 1952 - 1956 - 1960 - 1964 - 1968 - 1972 - 1976 - 1980 - 1984 - 1988 - 1992 - 1996 - 2000 - 2004 - 2008 - 2012 Olympische Spelen - Olympische Winterspelen - Paralympische Spelen - Deaflympische Spelen - Internationaal Olympisch Comité - NOC*NSF - BOIC |