André Masséna
Van Wikipedia
André Masséna, Maarschalk van Frankrijk, Hertog van Rivoli, Prins van Essling (Nice, 6 mei 1758 – 4 april 1817) was een Frans militaire leider tijdens de Franse revolutionaire en Napoleontische oorlogen.
Hij wordt gerekend tot de grootste militaire leiders aller tijden. Napoleon noemde hem ""de grootste naam in mijn militaire rijk." Massénas bijnaam was l'Enfant chéri de la Victoire ("het geliefde kind van de overwinning").
Maar Masséna, die schatrijk stierf, was ook een beruchte plunderaar. Masséna a bien volé ("Masséna heeft goed gestolen") merkte Napoleon op tijdens zijn ballingschap op Sint-Helena.
[bewerk] Jeugd en Franse revolutionaire tijd
Masséna (oorspronkelijke achternaam Menasse) werd geboren in Nice, destijds in Piëmont (Italië), en groeide op in het nabije Levens als zoon van een Joodse winkelier. Op 17-jarige leeftijd ging hij het Franse koninklijke leger in. Na de Franse Revolutie in 1789 verliet hij het leger en werd smokkelaar, maar hij keerde twee jaar later terug naar het leger, werd benoemd tot officier en kreeg het bevel over een vrijwilligerseenheid. Masséna steeg al snel in de rangen, tot kolonel in 1792, brigadegeneraal in augustus 1793 en generaal in december 1793.
Hij onderscheidde zich in de Eerste Coalitieoorlog met een aantal overwinningen tegen de Oostenrijkers in Noord-Italië. In 1799, tijdens de Tweede Coalitieoorlog, kreeg hij het bevel over de Franse troepen in Zwitserland. Hij verloor de Eerste Slag bij Zürich (4-7 juni 1799) tegen de Oostenrijkers, maar versloeg de Russen in de beslissende Tweede Slag bij Zürich (25-26 september 1799), waarna de Russen de coalitie tegen Frankrijk verlieten.
Masséna keerde daarna terug naar Italië, waar hij werd belegerd door de Oostenrijkers in Genua en na drie maanden beleg moest capituleren. Hij nam deel aan de Slag bij Marengo op 14 juni 1800 en werd daarna benoemd tot bevelhebber van de Franse troepen in Italië, tot hij werd ontslagen omdat hij verantwoordelijk werd gehouden voor plundering.
[bewerk] Napoleontische tijd
Pas in 1804 speelde hij weer een rol van betekenis. Na Napoleons kroning als keizer benoemde deze hem tot Maarschalk van Frankrijk. Ook kreeg hij de Légion d'honneur. In de Derde Coalitieoorlog nam hij Verona in en versloeg de Oostenrijkers in de Slag bij Caldiero op 30 oktober 1805. Hij kreeg het bevel over de Franse troepen die het Koninkrijk Napels moesten veroveren, maar werd nogmaals ontslagen omdat hij verantwoordelijk werd gehouden voor plundering en afslachtingen door zijn troepen. Desondanks kreeg hij de eretitel Hertog van Rivoli.
In 1807, tijdens de Vierde Coalitieoorlog, verloor hij een oog tijdens een door Maarschalk Berthier georganiseerde jachtpartij in Polen. In 1809, tijdens de Vijfde Coalitieoorlog, speelde hij een belangrijke rol in de Slag bij Aspern-Essling (21-22 mei 1809), nabij Wenen, en in de Slag bij Wagram (5-6 juli 1809). Hiervoor kreeg hij de eretitel Prins van Essling.
Tijdens de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog leidde hij de invasie van Portugal in 1810 en dwong de geallieerden terug achter de Linies van Torres Vedras, die Lissabon beschermden. Na de komst van verse Britse troepen werd hij verslagen door Arthur Wellesley (Hertog van Wellington), onder andere in de Slagen bij Fuentes de Oñoro in mei 1811. Hij moest zijn troepen uit Portugal terugtrekken en werd vervangen door Auguste de Marmont.
Hierdoor viel hij uit de gratie bij Napoleon en bleef afwezig in de daaropvolgende twee jaren. Na de Slag bij Leipzig in 1813 gaf Napoleon hem echter weer een bevel, als commandant van de 8e divisie bij Marseille. Masséna diende nog als commandant van de nationale garde in Parijs na Napoleons nederlaag in de Slag bij Waterloo. Hij stierf in 1817 en werd begraven op Cimetière du Père-Lachaise in Parijs.
In Parijs is de Boulevard Masséna naar hem vernoemd. Ook Massena, een dorpje in de Amerikaanse staat New York, op de grens met Canada, is naar hem vernoemd.
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina André Masséna op Wikimedia Commons. |
{{{afb_links}}} | Maarschalken van Frankrijk in het Eerste Franse Keizerrijk | {{{afb_groot}}} | |
---|---|---|---|
Louis Alexandre Berthier - Joachim Murat - Bon Adrien Jeannot de Moncey - Jean-Baptiste Jourdan - André Masséna - Pierre François Charles Augereau - Jean-Baptiste Bernadotte - Guillaume Brune - Nicolas Jean de Dieu Soult - Jean Lannes - Édouard Adolphe Casimir Joseph Mortier - Michel Ney - Louis Nicolas Davout - Jean-Baptiste Bessières - François Christophe Kellermann - François Joseph Lefebvre - Dominique-Catherine de Pérignon - Jean-Mathieu-Philibert Sérurier - Claude Victor-Perrin - Étienne-Jacques-Joseph-Alexandre MacDonald - Nicolas Charles Oudinot - Auguste de Marmont - Louis Gabriel Suchet - Laurent de Gouvion Saint-Cyr - Józef Poniatowski - Emmanuel de Grouchy |