Busken Huetprijs
Van Wikipedia
De Busken Huetprijs is een prijs die ingesteld is voor de bekroning van biografieën en essays.
Zij wordt sinds 1990 jaarlijks toegekend, daarvoor om de twee jaar. De prijs is vernoemd naar Conrad Busken Huet. De prijs is een voortzetting van de Essayprijs van de gemeente Amsterdam en wordt uitgereikt door het Amsterdamse Fonds voor de Kunst (AFK). Met ingang van het jaar 2003 is deze prijs, samen met onder andere de Herman Gorterprijs en de Multatuliprijs, opgegaan in de Amsterdamprijs voor de kunsten.
[bewerk] Gelauwerden
- 2002 Léon Hanssen voor Sterven als een polemist
- 2001 Cyrille Offermans voor De ontdekking van de wereld
- 2000 Charlotte Mutsaers voor Zeepijn
- 1999 H.L. Wesseling voor Lopende Zaken
- 1998 Oek de Jong voor Een man die in de toekomst springt
- 1997 Elsbeth Etty voor Liefde is heel het leven niet. Henriëtte Roland Holst 1869-1952
- 1996 Gerrit Krol voor De mechanica van het liegen
- 1995 Willem Jan Otten voor De letterpiloot
- 1994 Benno Barnard voor Het gat in de wereld
- 1993 Piet Meeuse voor De jacht op Proteus
- 1992 Sem Dresden voor Vervolging, vernietiging, literatuur
- 1991 Jan Wolkers voor Tarzan in Arles
- 1990 Angenies Brandenburg voor Annie Romein-Verschoor 1895-1978
- 1989 Jacq Firmin Vogelaar voor Terugschrijven
- 1987 Andreas Burnier voor Essays 1968-1985
- 1985 Hugo Brandt Corstius voor Rekenen op taal
- 1983 Abram de Swaan voor De mens is de mens een zorg
- 1981 Jacques Hamelink voor In een lege kamer een garendraadje
- 1979 Gerrit Komrij voor Papieren tijgers
- 1977 Kees Verheul voor Verlaat debuut en andere opstellen
- 1975 J.Goudsblom voor Balans van de sociologie
- 1973 Sybren Polet voor Literatuur als werkelijkheid, maar welke?
Gelauwerden die de prijs ontvingen onder de naam Essayprijs van de gemeente Amsterdam
- 1971 T.A. van Dijk voor Taal, tekst, teken
- 1969 Rudy Kousbroek voor Revolutie in een industrie-staat
- 1967 H. Drion voor Het conservatieve hart
- 1965 H.A. Gomperts voor De geheime tuin
- 1965 Henk Romijn Meijer voor Bij de dood van Willem Carlos Williams
- 1963 J. Kamerbeek jr. voor Creatieve wedijver
- 1961 H.A. Gomperts voor De schok der herkenning
- 1961 Piet Calis voor Napoleon van het Leidseplein
- 1959 Jeanne van Schaik-Willing voor Na afloop
- 1959 Rob Nieuwenhuys voor De zaak Lebak na honderd jaar
- 1957 Paul Rodenko voor Tussen de regels
- 1956 Jan Engelman voor Twee maal Apollo
- 1956 Evert Straat voor Levend verleden, Antonia Machado
- 1955 R. Jacobsen voor Kaleidoscoop
- 1955 J.C. Brandt Corstius voor De nieuwe beweging
- 1954 G.H.M. van Huet voor Lezen en laten lezen (eerste en tweede bundel)
- 1954 S. Vestdijk voor Essays in duodecimo
- 1953 niet toegekend
- 1951 niet toegekend
- 1949 W.F. Hermans voor Fenomenologie van de pin-up girl
- 1948 niet toegekend
- 1947 Fokke Sierksma voor Poëzie als ernst