Geschiedenis van het volkenrecht
Van Wikipedia
De geschiedenis van het volkenrecht (ook wel volkenrechtsgeschiedenis of geschiedenis van het internationaal publiekrecht) bestudeert de ontwikkeling van de praktijk en doctrine van het volkenrecht. Wat dat betreft is het te onderscheiden van de geschiedenis van het internationaal privaatrecht of dat van de constitutionele ontwikkeling van individuele staten. Hoewel er van internationaal publiekrecht in de moderne zin pas echt kan worden gesproken vanaf ongeveer de 16e eeuw, gaan veel rechtshistorici terug tot de Griekse en Romeinse tijd, waarbij de oorsprong van het moderne volkenrecht wordt gezocht in het Griekse publiekrecht en het Romeinse concept van ius gentium, het recht dat de betrekkingen tussen Romeinse en niet-Romeinse burgers regelde.
De ontwikkeling van het moderne volkenrecht wordt meestal teruggevoerd tot de Westfaalse verdragen in 1648, waarin het principe van de staatssoevereiniteit zou zijn neergelegd. Hoewel dit feitelijk niet het geval is, is het moderne begrip van staatssoevereniteit wel pas sinds de laatste helft van de zeventiende eeuw tot ontwikkeling gekomen. Op dit begrip is het gehele moderne volkenrecht gestoeld.
Niettemin kunnen de eerste aanzetten tot ontwikkeling van dit begrip al eerder worden aangetroffen, en wel in de werken van de Spaanse theologen Francisco de Vitoria (1480-1546) en Francisco Suárez (1548-1617) en vooral de Spaanse jurist Fernando Vazquez de Menchaca (1512-1569) uit de 16e eeuw. In 1625 volgt Hugo Grotius met zijn De iure belli ac pacis, de eerste systematische uiteenzetting van het volkenrecht, vooral gericht op het recht van oorlog en vrede. Grotius is echter ook belangrijk daar hij het volkenrecht gedeeltelijk ontdoet van haar natuurrechtelijke basis, en erkent dat staten onderling ook recht kunnen creëren (ius voluntarium).
In de 17e en 18e eeuw bleef vooral het natuurrecht dominant, onder andere in de geschriften van Samuel von Pufendorf en Christian Wolff, maar in de tweede helft komt er een kentering in de richting van het positivisme, dat de juridische doctrine afleidt uit de statenpraktijk in plaats van uit algemene categorieën of axioma's. Daarnaast kwam het internationale recht tijdens de 18e eeuw steeds meer onder druk te staan vanwege de gespannen verhoudingen tussen grootmachten zoals Frankrijk, Pruisen, Groot-Brittannië, Rusland en Oostenrijk. De spanning tussen de principes van het recht en de noodzaak van machtspolitiek komt goed naar voren in Emer de Vattel's Du Droit des Gens (1758). Immanuel Kant pleit daarom aan het einde van de eeuw in zijn geschriften Zum Ewigen Frieden (1795) en de Metaphysik der Sitten (1797) voor een nieuwe basis voor het volkenrecht.
Na de Eerste Wereldoorlog werd een poging gedaan om het internationale recht een nieuwe basis te geven, wat echter niet mogelijk bleek. Het Handvest van de Verenigde Naties (1945) bevestigde de internationale juridische verhoudingen waarin het staatssoevereiniteitsbegrip centraal bleef staan.
In de geschiedenis van het volkenrecht zijn (vooral volgens enkele Duitse auteurs zoals Wilhelm Grewe en Karl-Heinz Ziegler) verschillende periodes te onderscheiden, zoals het Spaanse tijdvak (1494-1648), het Franse tijdvak (1648-1789/1815), het Engelse tijdvak (1789/1815-1919) en de moderne tijd, beheerst door de Verenigde Staten.
Ieder nieuw tijdvak in deze geschiedenis is ook vaak verbonden aan grote verdragen, die de nieuwe verhoudingen voor onbepaalde tijd vastleggen. Zo zijn er de eerdergenoemde verdragen van Westfalen (1645-1648), de verdragen van Rijswijk en Utrecht (1697/1714), Wenen (1814-1815), Parijs (1919) en San Francisco (Handvest van de Verenigde Naties, 1945).
Inhoud |
[bewerk] Enkele belangrijke auteurs voor de geschiedenis van het volkenrecht
16e eeuw:
17e eeuw:
- Alberico Gentili
- Richard Zouche
- Samuel Rachel
- Samuel von Pufendorf
- Hugo de Groot (Hugo Grotius)
18e eeuw:
- Abbé de St.Pierre
- Cornelis van Bynkershoek
- Immanuel Kant
- Christian Wolff
- Johann Jacob Moser
- G.F. Martens
- Emer de Vattel
19e eeuw:
- Jeremy Bentham
- Johann Bluntschli
20e eeuw:
- Lassa Oppenheim
- Hans Kelsen
- Albert Verdross
- Carl Schmitt
- Georges Scelle
[bewerk] Enige referentiewerken
- W.G. Grewe, Epochen der Völkerrechtsgeschichte
- M. Koskenniemi, The Gentle Civilizer of Nations
- A. Nussbaum, A Concise History of the Law of Nations
- H. Legohérel, Histoire du Droit International Public
- A. Truyol y Serra, Histoire du Droit International
- E. Reibstein, Völkerrecht. Eine Geschichte seiner Ideen in Lehre und Praxis
- T. Lenssen, Het ontstaan van het volkenrechtelijke soevereiniteisbegrip in de Middeleeuwen
[bewerk] Universitair onderwijs en onderzoek
In Nederland kan men de geschiedenis van het Volkenrecht studeren aan de volgende universiteiten:
- Leiden (A. Wijffels),
- Utrecht (C. Roelofsen),
- Rotterdam (L. Winkel)
- Tilburg (R. Lesaffer).
Elders kan men geschiedenis van het Volkenrecht studeren in (onder andere) de volgende plaatsen:
- Frankfurt am Main, (Max-Planck Instituut voor Europese rechtsgeschiedenis),
- Genève, Institut Universitaire de Hautes Études Internationales (P. Haggenmacher)
- Hamburg (K. Ziegler),
- Parijs (Panthéon-Sorbonne),
- Cambridge (Law Faculty)
- New York University School of Law (Program for History and Theory of International law, B. Kingsbury en M. Koskenniemi)
- European Law Research Center aan Harvard University.