Hallstatt-cultuur
Van Wikipedia
De Hallstatt-cultuur, genoemd naar het dorpje Hallstatt in de Steyrmark, is een beschaving die vanaf de vroege ijzertijd (ca. 800 - 500 voor onze jaartelling) in Centraal Europa (Zuid-Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Noord-Italië, Tsjechië en Hongarije) vele vondsten heeft nagelaten. De cultuur wordt tegenwoordig graag gezien als een vroege Keltische stam, die aan de La Tène-periode vooraf ging.In het begin van de twintigste eeuw bracht men ze in verband met de Illyriërs. Omdat we echter geen schriftelijke bronnen hebben en niet weten hoe hun taal en denkwereld er uitzag, is het eigenlijk onmogelijk daar iets met zekerheid over te zeggen.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis van de archeologie
In 1734 werd in de steenzoutmijn te Hallstatt in de Salzberg een gemummificeerde mijnwerker gevonden, die dateert uit de zesde tot vierde eeuw voor onze jaartelling. Deze mijnwerker is ooit om het leven gekomen doordat de mijn overstroomde. Helaas werden deze vondsten vernietigd voor ze door de moderne wetenschap onderzocht konden worden.
Bergmeister J.G. Ramsauer, (1795-1874) was de eerste die systematische opgravingen deed in het grafveld bij Hallstatt, in opdracht van het kaiserlich königliches Münz- und Antikenkabinetts. Hij legde in totaal 890 graven bloot. Dit resulteert in 1868 in een monografie door Eduard Freiherr von Sacken (1825-1883), de beheerder van het Kabinett. Het begrip Hallstatt Kultur werd in 1876 geïntroduceerd door de archeoloog Hans Hildebrand. Omdat het onderzoek van de Hallstatt-cultuur zo vroeg is begonnen, is de naam niet alleen in gebruik voor de cultuur zelf, maar wordt hij voornamelijk gebruikt om de vroege ijzertijd aan te duiden. De Hallstatt-kultur is dus niet per se hetzelfde alls Hallstatt-zeitlich, hetgeen nogal eens voor verwarring wil zorgen.
Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw worden de prehistorische zoutmijnen gedetailleerd onderzocht en zijn op vele plaatsen grafheuvels, grafvelden en nederzettingen gevonden. Niet alleen in Hallstatt, maar verspreid over heel centraal-Europa. Met name de aanleg van het ICE-traject heeft vele vondsten uit deze tijd opgeleverd.
[bewerk] Graven en wagens
De Hallstatt-cultuur kenmerkt zich door enorme grafheuvels, waarvan sommige een stenen kern hebben. De graven zijn voorzien van vele bijgiften, zoals wapens, gebruiksvoorwerpen en in enkele gevallen grote bronzen schalen (z.g. kraters) , waarvan het doel niet helemaal duidelijk is.
Uit sommige van de graven bij Hallstatt zijn prachtige houten wagens bekend, in een geval zelfs een geïmporteerd Etruskisch exemplaar. De, meest vierwielige, wagens zijn zeer fraai gebouwd, licht en comfortabel door een ijzeren vering. In sommige gevallen zijn er aanwijzingen dat de dode zittend op de wagen begraven werd, wat ook in de La Tène-periode gebruikelijk was, onder andere te zien aan het rijke graf van een vrouw in Vix).
Maar niet alleen wagens, ook kleine, symbolische wieltjes van klei worden veel gevonden. De reden waarom ze werden meegegeven is echter niet geheel duidelijk, maar waarschijnlijk had de wagen een religieuze betekenis. Ook kleimodelletjes van handen (en soms andere voorwerpen) komen regelmatig voor.
[bewerk] Sociale differentiatie
Uit het beschikbare bewijsmateriaal komt het beeld van een sociaal gedifferentieerde maatschappij naar boven. Mensen waren niet elkaars gelijken, maar sommigen hadden het veel beter dan anderen. Dit blijkt onder andere uit vondsten van z.g. Koningsgraven, die gekenmerkt worden door zeer kostbare (gerekend in arbeid en materiaal) graven en zeer rijke bijgiften, niet alleen locale producten, maar ook ingevoerde luxe-artikelen.
Ook uit de verschillende grafvelden blijkt dat er een aanmerkelijk verschil in begrafeniswijze is. Sommigen krijgen zeer rijke grafgiften en een grafheuvel, anderen moeten het doen met een eenvoudige begrafenis en een paar symbolische giften of helemaal geen.
[bewerk] Mijnbouw, ijzer, koper en zout
De mijnbouw in het gebied rond Hallstatt en Dürnnberg dateert al van de midden-bronstijd. Dit werd aangetoond door vondsten van gereedschappen in de zoutmijnen. In de 18e eeuw werden zelfs de mummies van verongelukte prehistorische mijnwerkers gevonden, maar deze zijn later vernietigd. Er werd voornamelijk zout gewonnen, wat in die dagen een zeer waardevol handelsgoed was. Deze zoutwinning was wellicht de bron van de rijkdom die in zovele grote graven tentoon wordt gespreid.
Door de bijzondere omstandigheden in de zoutmijnen zijn ook leer en textiel bewaard gebleven. Zodoende weten we dat de mijnwerkers veelal gekleed waren in een leren overkleed, met daaronder wollen onderkleding. Deze kleding was niet nieuw, maar heeft kennelijk een tweede leven als 'werkkleding' gekregen. Hierdoor zijn ook enkele voormalige 'pronkstukken' bekend. Aan de hand van de schoenmaten van het (veelvuldig) gevonden schoeisel kunnen we afleiden dat niet alleen volwassenen in de de zoutmijnen gewerkt hebben maar ook kinderen van verschillende leeftijden.
Uit verschillende analyses is inmiddels bekend dat het om een min of meer professionele vorm van mijnbouw ging, bedreven door een groep die door zouthandel in hun levensonderhoud voorzag, waarbij omliggende land- en bosbouwgebieden voor de nodige ondersteuning in de vorm van hout, leer en voedsel zorgden.
Ook werd ijzer gedolven, met name in de Kalkalpen, maar aangezien ijzer vrij wijdverspreid voorkomt (als rood- en bruin-ijzer in gebergten en als ijzeroer in de vlakten) is dit waarschijnlijk nooit handelswaar geweest. Voor het koper en tin dat voor de productie van brons noodzakelijk was, was men op import aangewezen.
[bewerk] Links
- [1]Tweewielige wagen in Sesto Calende bij het Lago Maggiore van Etruskische makelij, bewijst contacten. (Museo civico archeologico naturalistico)
- [2] Wirtschaftsgeographie des antiken Mittelmeerraums im Überblick.
- Für Eisen gibt es sowohl in den meisten devonischen und Jura-Formationen der Erdschichten (Roteisen, Brauneisen), als auch im Tiefland (Rasenerzvorkommen) ausreichend Lagerstätten. In Mitteleuropa wurden z. B. die Eisenlagerstätten der Kalkalpen ('Hallstadt-Kultur'), des Siegerlandes oder des Swiety-Krzysz-Gebirges (Polen) seit Beginn der Eisenzeit ständig genutzt. Auch im Mittelmeer und im nahöstlichen Raum sind Eisenlagerstätten relativ häufig.
- [3] "Die Ausgrabungen auf der ICE-Trasse im hallstattzeitlichen Gräberfeld von Kinding-Ilbling (Lkr. Eichstätt, Oberbayern)
- [4] " Die Ausgrabungen auf der ICE-Trasse in der hallstattzeitlichen Siedlung mit Herrenhof von Enkering"
- [5] "Für Kinder, Frauen und Männer"
- [6] Geschiedenis v.d. Archeologie, overzicht.
- [7] Hallstatt-La Tène.
- [8] Hallstatt-wagens
![]() |
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden in de categorie Hallstatt culture van Wikimedia Commons. |