La Tène-periode
Van Wikipedia
De La Tène-periode is een periode in de ijzertijd genoemd naar de archeologische vindplaats van La Tène aan de noordkant van het Meer van Neuchâtel in Zwitserland, waar een rijke vondst werd gedaan door Hansli Kopp in 1857.
De La Tène-periode liep tijdens de late ijzertijd (vanaf 450 v. Chr. tot de Romeinse periode in de 1e eeuw v. Chr.) en wordt gebruikt als periodisering in Oost-Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk, België, Zuidwest-Duitsland, Tsjechië en Hongarije. Deze periode vloeit voort uit de vroege ijzertijdse Hallstatt-periode toen deze streken onder behoorlijk wat mediterrane (Griekse, en later Etruskische) invloed stonden. Een verschuiving van nederzettingen had tevens plaats bij deze overgang.
Sommige maatschappijen uit de La Tène-periode werden door klassieke auteurs geïdentificeerd als Keltoi (Κελτoι). Of dit ook wil zeggen dat de La Tène-periode slechts plaats had onder enkel de Kelten is moeilijk te bepalen. Het is waarschijnlijk beter om taal, materiële cultuur en politieke banden gescheiden te houden.
Inhoud |
[bewerk] De La Tène site
La Tène is een dorp nabij het Meer van Neuchâtel, ook Lac du Neuchâtel genoemd, een meer in Zwitserland. Het is dé archeologische site voor de late ijzertijd periode van La Tène, ook als "Latène" of "La-Tène" gespeld.
In 1857, was door langdurige droogte het waterpeil van het meer ongeveer 2 m gedaald. H. Kopp, die op zoek was naar antiquiteiten voor kolonel F. Schwab, ontdekte bij het meest noorderlijke punt van het meer, tussen de rivier Zihl en een punt ten zuiden van het dorp Marin-Epagnier, verscheidene rijen van houten palen waarvan nog steeds ongeveer 50 cm in het water staken. Tussen deze palen vond Kopp ongeveer veertig ijzeren zwaarden.
De Zwitserse archeoloog Ferdinand Keller publiceerde zijn vondsten in 1868 in zijn invloedrijke eerste verslag over de Zwitserse paalwoningen (Pfahlbaubericht). In 1863 interpreteerde hij ze als overblijfselen van een Keltische paaldorp. Eduard Desor, een geoloog uit Neuchâtel, begon kort daarop opgravingen aan de meerkust. Hij interpreteerde de site als een wapenzaal, opgericht op palen boven het meer en later vernietigd bij een vijandige aanval.
Met de eerste systematische daling van de Zwitserse meren van 1868 tot 1883, kwam de site volledig droog te liggen. In 1880 legde E. Vouga, een leraar uit Marin-Epagnier, de houten overblijfselen van twee bruggen (Pont Desor en Pont Vouga) die oorspronkelijk 100 m lang waren en de overblijfselen van vijf huizen aan de kust bloot. Nadat Vouga zijn werken had beëindigd, begon F. Borel, curator van het Marin museum, ook aan opgravingen. In 1885 vroeg het kanton aan de Société d`Histoire van Neuchâtel om de opgravingen voort te zetten, waarvan de resultaten door Vouga datzelfde jaar nog werden gepubliceerd.
In het totaal werden er meer dan 2500, vooral metalen, objecten opgegraven in La Tène. Vooral wapens werden gevonden, waaronder 166 zwaarden (de meesten zonder sporen van slijtage), 270 lanspunten en 22 schildknoppen, tezamen met 385 broches, werktuigen en wagenonderdelen. Talrijke menselijke en dierlijke resten werden teruggevonden.
Er zijn verscheidene interpretaties van de site. Sommige geleerden geloven dat de brug werd vernietigd door hoog water, terwijl andere de site beschouwen als een offerplaats voor succesvolle veldslagen (er zijn bijna geen vrouwelijke sierstukken). De oorsprong van de La Tène-periode is ook omstreden: het zou ergens ten noorden van de Alpen tussen de Marne en de bovenloop van de Donau hebben gelegen.
[bewerk] De La Tène-periode
De La Tène-periode periode wordt klassiek ingedeeld in de "La Tène I-" (6e eeuw v. Chr.), "La Tène II-" (ca. 450–100 v. Chr.) en "La Tène III-periode" (1e eeuw v. Chr.), met de Romeinse periode als eindpunt van deze periode.
De La Tène metaalbewerking wordt gekarakteriseerd door ineen verwerkte spiralen en vlechten, op verfijnde bronzen vaartuigen, helmen en schilden, paardentuig en juwelen van de elite, vooral de "torques" en "fibulae". Hoewel de elegant gestileerde curvilineaire dierenmotieven een voorzetting was van de geometrische Hallstattpatronen, zijn de dierenmotieven eerder een Scythisch element (regio Oekraïne). De materiële cultuur van de La Tène-periode is verspreid over een groot gebied, waaronder onder meer delen van Ierland en Brittannië (de meer-woningen in Glastonbury, zijn een zeer bekend voorbeeld uit de La Tène-periode), Noord-Spanje, Bourgondië en Oostenrijk. In Vix, Frankrijk, werd een vrouw uit de elite van de 6e eeuw v. Chr. begraven met een bronzen ketel gemaakt in Griekenland.
[bewerk] Beroemde La Tène werken
- "Strettweg kar" (7e eeuw v. Chr.), gevonden in Zuidoost-Oostenrijk, een vierwielige kar met een godin, ruiters met bijlen en schilden, bediendes en paarden. (Landesmuseum Johanneum, Graz, Oostenrijk)
- Een prinses in Vix (Bourgondië) werd begraven met een bronzen Griekse vaas van 1100 liter, de grootste ooit gevonden.
- De "Gundestrupketel" (3e of 2e eeuw v. Chr.), die ritueel gebroken was. Hij werd gevonden in een veenput nabij Gundestrup, Denemarken, maar werd waarschijnlijk gemaakt in de buurt van de Zwarte Zee, mogelijk in Roemenië. (Nationaal Museum van Denemarken, Kopenhagen)
- "Battersea schild" (350–50 v. Chr.), gevonden in de Thames, gemaakt uit brons met rode emailering. (Nationaal Museum van Denemarken, Kopenhagen)
- "Witham schild" (400–300 v. Chr.). (British Museum, Londen) [1]
In de La Tène-periode werden er ook rituele geulen gegraven, waarin votiefoffers en zelfs mensenoffers werden geworpen. Afgehouwen hoofden blijken een grote kracht te hebben en worden vaak afgebeeld in beeldhouwwerken.
[bewerk] Literatuur
- H. Clerinx, Kelten en de Lage Landen, Leuven, 2005.
- J. Collis, The Celts: Origins, Myths, Invention, Londen, 2003.
- S. James, The Atlantic Celts, Londen, 1999.
- S. James - V. Rig, Britain and the Celtic Iron Age, Londen, 1997.
[bewerk] Externe links
- H. Hoffman, La Tène: Forschunsgeschichte und Interpretationen, archäologisch.de, 2002. (Duits)
- Kaart en afbeeldingen van vondsten. (Frans)
- Voorbeelden van Keltische kunstwerken. (Engels)
- Voorwerpen uit de La Tène cultuur. (Frans/Nederlands)
- D. Vlasblom, Glas uit de ijzertijd, 1999.
- W. De Clercq, Ongeschreven verleden: Een archeologische kijk op de vroegste bewoningsgeschiedenis van het Land van Nevele, 2003.(hoofdstuk 4)
- Geschiedenis van de stad Dendermonde. (afbeeldingen van La Tène III-vondsten)
- Glazen La Tène-armbanden.