Hieronymus van Beverningh
Van Wikipedia
Hieronymus van Beverningh (Gouda,25 april 1614 - Oud-Teylingen, 30 oktober 1690) was een Gouds regent en een belangrijk diplomaat en staatsman van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in de Gouden Eeuw.
Hieronymus van Beverningh werd geboren in 1614 te Gouda als zoon van Melchior van Beverningh en Sibilla Standert. Volgens de Goudse geschiedschrijver Ignatius Walvis werd hij - vanwege het voortijdig overlijden van zijn vader Melchior - opgevoed door zijn tantes van vaderskant. Hij bezocht in zijn geboortestad de Latijnse School op de Groeneweg. Vervolgens studeerde hij aan de Leidse Universiteit en vestigde zich daarna als advocaat te Gouda. In 1645 werd hij schepen van de stad Gouda. Hij vertegenwoordigde zijn stad in de Staten van Holland en werd in 1653 lid van de Staten Generaal. Vanaf die tijd trad hij op als diplomaat en was hij betrokken bij belangrijke vredesonderhandelingen in de tweede helft van de zeventiende eeuw. In 1654 stond hij aan het hoofd van het gezantschap die vrede met Cromwell sloot (Eerste vrede van Westminster). Van Beverningh werd - waarschijnlijk ten onrechte - gezien als de bedenker van de Akte van Seclusie, waarbij Willem III van troonopvolging werd uitgesloten. In 1657 werd hij benoemd tot Thesaurier-Generaal van de republiek. Hij bewerkstelligde in 1665 een verdrag met de keurvorst van Brandenburg en wist de vredesonderhandelingen met de bisschop Bernard van Galen van Munster (Bommen Berend) succesvol af te wikkelen. Hij had een groot aandeel in het tot stand komen van de Vrede van Breda in 1667. Voor dit laatste wapenfeit werd hij zelfs beloond door de Staten met ƒ10.000, voor die dagen een aanzienlijke som gelds. Hij werd benoemd tot burgemeester van Gouda. Maar ook daarna bleef hij betrokken bij de buitenlandse politiek van de republiek. Hij nam deel aan de vredesbesprekingen in 1668, die leidden tot de Vrede van Aken en sloot een defensief verbond met Spanje.
In 1672 werd zijn vriend en voorbeeld de raadpensionaris Johan de Witt vermoord. Van Beverningh behoorde vervolgens tot de Goudse delegatie, die prins Willem III uitnodigde voor een maaltijd in de stad om de prins bij die gelegenheid alle steun van de stad toe te zeggen. In het Herthuis op de Markt van Gouda werd de prins een copieus maal aangeboden.
Ook in de jaren daarna speelde Van Beverningh weer een hoofdrol bij de vredesonderhandelingen, eerst met Engeland, vervolgens in 1674 met Munster en Keulen en in 1678 met Frankrijk (Vrede van Nijmegen). In 1679 sloot hij namens de republiek een verdrag met Zweden.
Daarna trok hij zich terug uit zijn openbare functies. Hij vestigde zich op zijn landgoed Oud-Teylingen bij Leiden. Hij bleef wel curator van de Leidse universiteit. Hij wijdde zich aan zijn liefhebberijen : het kweken van uitheemse planten en zijn bibliotheek. Bij het ordenen van de boekenrij van Vossius in de bibliotheek van de universiteit van Leiden viel hij van een hoge ladder en bezweek een week later aan zijn verwondingen op 30 oktober 1690.
Hieronymus van Beverningh werd bijgezet in de door hem in 1668 van Willem van Blois van Treslong gekochte grafkapel in de St.-Janskerk te Gouda.
- In Gouda is (in 1903) de "Van Beverninghlaan" naar deze 'aanzienlijke' inwoner genoemd, die van grote betekenis is geweest voor voor niet alleen zijn stad, maar ook voor zijn land.
'Die Mars sijn wapentuyg ontrukt, 't Geen vloot, noch vlam oyt heeft gelukt, Fragment uit een Gouds loflied op Hieronymus van Beverningh |
Bronnen en referenties: |
|