Johan Christiaan Meijer
Van Wikipedia
Johan Christiaan (Chris) Meijer (Dieren, 21 juli 1917 - Doorn 12 mei 1940) was een Nederlandse militair die na de Duitse aanval op Nederland in 1940 werd geëxecuteerd wegens vermeende desertie.
Inhoud |
[bewerk] Gebeurtenissen op 11 mei 1940
In mei 1940 was sergeant Chris Meijer commandant van twee stukken pantserafweergeschut van de compagnie pantserafweergeschut van het 19e Regiment Infanterie. Na de Duitse inval op 10 mei 1940 had Meijer met zijn sectie stelling genomen in de stoplijn, de achterste verdedigingsstrook van de Grebbelinie. In de ochtend van 11 mei, bij het uitbreken van de Slag om de Grebbeberg, bevond Meijer zich bij het zuidelijkste stuk toen dat onder een storend Duits artillerievuur kwam te liggen. Hoewel dit storende vuur nauwelijks schade aanrichtte, werden Meijer en zijn manschappen erg onrustig.
Omdat de Duitsers op dat moment zelfs nog niet door de voorposten van de Grebbelinie gebroken waren, lieten zich op de positie van Meijer uiteraard nog geen pantserwagens zien. Hierdoor kon Meijer niets uitrichten met zijn pantserafweergeschut, waardoor bij hem het idee ontstond dat zijn inzet ter plaatse niet zinvol was. Nadat ook de verbindingen met zijn commandant waren uitgevallen, besloot hij daarop om omstreeks 11.00 uur zich met het stuk waar hij zich op dat moment bevond terug te trekken. Het andere stuk van zijn sectie liet hij, inclusief bemanning en zonder hen in te lichten, achter in hun stelling. In plaats van zich te melden bij de dichtstbijzijnde hogere eenheid besloot hij westwaarts te trekken met het vage idee om ergens in de Vesting Holland de strijd voort te kunnen zetten. Bij Loenen aan de Vecht werd hij aangehouden door de plaatselijke veldwachter die Meijer en zijn sectie overdroeg aan de militairen in de kazerne in Nieuwersluis.
Al op 12 mei werd hij voor een in der haast geformeerde krijgsraad te velde gebracht om berecht te worden.
[bewerk] Krijgsraad
De commandant van het IIe legerkorps, generaal-majoor Harberts, had, op basis van onbevestigde berichten over massaal laf gedrag en desertie van Nederlandse militairen in de Grebbelinie, de krijgsraad meegedeeld een doodvonnis voor Meijer te verwachten. Hij wilde zo een "afschrikwekkend voorbeeld" stellen om de Nederlandse militairen tot harder vechten aan te zetten.
De krijgsraad te velde kwam na drie kwartier tot een oordeel: Meijer werd ter dood veroordeeld. Nog dezelfde dag, om drie uur 's middags, werd Meijer op de schietbaan bij Doorn door een vuurpeloton doodgeschoten. Meijer liet een tweetal brieven na: aan zijn ouders en aan zijn verloofde. Hierin suggereerde hij dat hij ernstig gewond was geraakt en spoedig zou sterven. Hij werd begraven op de Oude Algemene Begraafplaats in Doorn. Nadat de ouders van Meijer en zijn verloofde op de hoogte waren gebracht van zijn overlijden, haalde vader Meijer het stoffelijk overschot van Chris op in Doorn. Dominee Faber, die Meijer in zijn laatste ogenblikken begeleid had stelde de vader van Chris Meijer op de hoogte van de werkelijke toedracht van diens dood. Vader Meijer stelde daarna alleen de verloofde van Chris op de hoogte. Chris Meijer werd herbegraven op de Oude Algemene Begraafplaats aan de Harderwijkerweg in Dieren. Zijn moeder zou het ware verhaal over de dood van haar zoon pas horen in 1970 nadat de actualiteitenrubriek Avro's Televizier Magazine aandacht aan de zaak besteedde.
[bewerk] Controverse
Jarenlang is het echte lot van Meijer vrijwel onbekend gebleven. Pas in 1970, na de publicatie van een tweetal boeken (deel 3 van "Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog" van Loe de Jong en "De zaak van sergeant Meijer" van J.F.A. Boer, journalist bij Het Parool) kwam de ware toedracht voor een groot publiek aan het licht.
De publicaties over de zaak leidden tot veel beroering. Critici meenden dat Harberts nooit de impliciete opdracht aan de krijgsraad had mogen geven om tot een veroordeling te komen, de krijgsraad hoort immers onafhankelijk haar werk te kunnen doen. Ook is het de vraag of Meijer inderdaad wilde deserteren, zoals de aanklacht stelde. Meijer is tijdens zijn proces vaag gebleven over zijn motieven om met één stuk terug te trekken. Daarnaast had er tussen het vonnis en de executie minimaal 48 uur gewacht moeten worden. Dat is op bevel van Harberts niet gebeurd. Harberts wilde immers een "afschrikwekkend voorbeeld" stellen. Dat is totaal mislukt, want het bericht van de executie van Meijer heeft de Nederlandse troepen op de Grebbeberg nooit bereikt. Aan de andere kant wordt gesteld dat Meijer als beroepsmilitair had moeten weten dat zijn zonder overleg en zonder plan terugtrekken onjuist was en hij anders had moeten handelen. Ook had hij op zijn tocht meerdere malen de gelegenheid zich bij een andere eenheid te melden en beschikbaar te stellen (de commandopost van majoor Jacometti lag bijvoorbeeld slechts 400 meter achter hem), dat deed hij echter niet.
In de loop der jaren zijn door mensen die meenden dat Meijers veroordeling en executie onterecht waren verschillende pogingen ondernomen om Meijer te rehabiliteren. Zijn naam zou volgens hen weer toegevoegd moeten worden op het monument voor de gevallenen in Rheden, waar Meijer woonde. Meijer's vermelding op dit monument was namelijk in 1948 na een anonieme brief verwijderd. O.a. in 1970 en in 1997 werd er op TV aandacht aan de lotgevallen van Meijer geschonken. De uitzending van "Avro's Televizier" in 1970 leidde ertoe dat Harberts, nadat hij veel kritiek over zich heen kreeg, Nederland ontvluchtte en er werden kamervragen gesteld door de PvdA, die niet tot resultaat leidden. In 1998 werd er door Hans Keller en Henk Hofland voor de VPRO een gedramatiseerde documentaire gemaakt in de serie "Verhalen uit het land van de voldongen feiten", de aflevering was getiteld "De zaak van de sergeant Meijer". Dit leidde opnieuw opnieuw tot kamervragen, ditmaal van de SP. De minister van Defensie liet in 1998 in antwoord op die kamervragen nog weten geen reden voor rehabilitatie te zien. Wel werd er in 2000 op de begraafplaats in Dieren, waar Meijer begraven ligt, op particulier initiatief een gedenksteen geplaatst.
Bronnen en referenties: |
|