Pleistoceen

Van Wikipedia

Era	Sub-era	Periode	Subperiode	Epoch	Tijd geleden (Ma)
Cenozoïcum	Kwartair	Neogeen	Holoceen		0 - 0,0115
			Pleistoceen	Weichselien	0,0115 - 0,11
				Eemien	0,11 - 0,15
				Saalien	0,15 - 0,38
				Holsteinien	0,38 - 0,40
				Elsterien	0,40 - 0,42
				Cromerien	0,42 - 0,85
				Bavelien	0,85 - 1,07
				Menapien	1,07 - 1,20
				Waalien	1,20 - 1,45
				Eburonien	1,45 - 1,80
				Tiglien	1,80 - 2,40
				Pretiglien	2,40 - 2,588
	Tertiair		Plioceen		2,588 - 5,332

Het geologisch tijdvak Pleistoceen (vroeger Diluvium genoemd) is een subperiode uit de geologische geschiedenis van de aarde tussen 2,588 Ma en 10.000 jaar geleden. Het Pleistoceen neemt het grootste deel van de sub-era Kwartair in beslag dat behoort tot de era Cenozoïcum. Het Pleistoceen volgt op het Plioceen en wordt opgevolgd door het Holoceen.

Inhoud

1 Kenmerken
2 IJstijden
3 Fauna
- 3.1 Enkele gewervelde dieren
- 3.2 Mensachtigen

[bewerk] Kenmerken

Het Pleistoceen kenmerkt zich door:

Afwisseling van perioden met een gematigd warm klimaat (zoals het huidige) en perioden met een overwegend veel kouder klimaat, de zgn. ijstijden. Tijdens ijstijden worden landijskappen ook buiten de poolgebieden gevormd.
zeer grote veranderingen in flora en fauna (veroorzaakt door de relatief snelle afwisseling van warme en koude perioden) wat zich vooral uit in het uitsterven van veel plant- en diersoorten.
de opkomst en ontwikkeling van het geslacht Homo, de mensachtigen.

[bewerk] IJstijden

Het meest opvallende kenmerk van het Pleistoceen is de afwisseling van koudere perioden (glacialen, meestal ijstijden genoemd) en warmere perioden (interglacialen of tussenijstijden). Deze afwisseling van glacialen en interglacialen werd vermoedelijk veroorzaakt door veranderende astronomische parameters zoals de precessie, obliquiteit en excentriciteit, die tezamen de zogenaamde Milanković-cycli vormen. Tijdens de ijstijden ontstaan landijskappen die zich buiten de poolgebieden over grote delen van de continenten uitbreiden. Deze landijskappen hebben zich vooral op het Noordelijk halfrond gevormd.

[bewerk] Fauna

[bewerk] Enkele gewervelde dieren

[bewerk] Mensachtigen

Rond 2 Ma geleden waren er reeds menselijke soorten.
Een aantal mensensoorten waarvan betrekkelijk veel bekend is (van oud naar jong):

De mensen uit de Steentijd hebben mammoeten en mastodonten gekend. Zij maakten uitgebreid jacht op deze dieren en beeldden hen af. Op grotwanden, o.a. in (Altamira en Lascaux) heeft men schilderingen gevonden die mammoeten en mammoetjagers voorstellen. Deze voorstellingen zijn van de Cro-Magnon mens die tot onze eigen soort behoort.

Tijdvakken in de geologie

Era's:

Cenozoïcum - Mesozoïcum - Paleozoïcum - Proterozoïcum - Archeïcum - Hadeïcum

Periodes:

Holoceen - Pleistoceen - Plioceen - Mioceen - Oligoceen - Eoceen - Paleoceen - Krijt - Jura - Trias - Perm - Carboon - Devoon - Siluur - Ordovicium - Cambrium