Pond sterling
Van Wikipedia
Pound Sterling | |
---|---|
Land: | Verenigd Koninkrijk |
Verdeling: | 100 pence |
ISO-4217-Code: | GBP |
Afkorting: | £ |
Wisselkoers: | 1 EUR = 0,675325 GBP (2 okt. 2006) |
Britse munten
|
Het pond sterling (ook: Brits pond, of kortweg pond) is de munteenheid van het Verenigd Koninkrijk. Hoewel alle landen verschillende biljetten hanteren, kan men er zolang er pound sterling op staat in heel het Verenigd Koninkrijk mee betalen. De officiële ISO-afkorting is GBP, maar traditioneel wordt ook het teken £ gebruikt. In het symbool is de letter L te herkennen, de eerste letter van het Latijnse woord libra, dat pond betekent.
Het pond wordt verdeeld in 100 pence (enkelvoud: "penny"). Het symbool voor de penny is "p".
Tot de overgang naar het decimale stelsel in 1971 werd het pond onderverdeeld in 240 pence of 20 shilling. Elke shilling was daarbij 12 pence waard. Prijzen werden weergegeven in L/s/d (libra, solidus, denari: zoveel pond, zoveel shilling en zoveel pence), wat het omrekenen voor toeristen zeer ingewikkeld maakte. De "s" van shilling stond in principe niet voor het woord zelf, maar voor het Latijnse "solidus". Het symbool voor de penny was tot de overgang een "d", van het Latijnse denarius.
Naast het pond, de shilling en de penny, bestonden er in het LSD-systeem nog andere munten, die geen rekeneenheid waren, maar wel waren ingeburgerd.
- De farthing: van het Oud-Engelse feorthding hetgeen vierde betekent. Het was een 1/4 van een penny en er gingen dus 960 farthing in een pond. De laatste farthing werd in 1957 geslagen.
- De groat: een 'groot', vier pence. Deze munten werden voornamelijk ter gelegenheid van jubilea of kroningen geslagen en waren niet voor de circulatie bedoeld.
- De florin: halverwege de negentiende eeuw voor het eerst geslagen als eerste aanzet tot decimalisering van het pond. De florin was 1/10 pond waard, oftewel 2 shilling. Florin betekent overigens gulden en het toeval wilde dat voor de tweede wereldoorlog het pond ook ongeveer ƒ 10 waard was.
- De crown: de kroon was 5 shilling waard, dus 1/4 pond. Er waren munten van een hele en een halve kroon. De halve kroon (2s6d) was voor de circulatie en de hele kroon werd in de twintigste eeuw voor jubileumuitgaves gereserveerd.
- De guinnea: een guinnea is 21 shilling waard, in decimaal geld £1,05. Deze eenheid wordt soms nog door bookmakers gebruikt; men betaalt dan in guinneas en er wordt uitgekeerd in ponden, zodat het lijkt alsof men een gunstigere uitbetaling krijgt. Ook worden Jockeys vaak nog in guinneas uitbetaald.
Na de decimalisering werd enige jaren de term "new penny" gebruikt. Tot 1982 stond deze term in de vorm "new pence" ook op de munten vermeld. Tot dat jaar was ook de halve new penny nog in circulatie, maar die waarde, £0,005 was door de inflatie achterhaald. Enkele munten, die goed in het decimale systeem pasten, de sixpence (£0,025), de shilling (£0,05), de florin (£0,10) en de half crown (£0,125) bleven nog enkele jaren wettig betaalmiddel. In 1994 werden de shilling en de florin als laatste uit de circulatie gehaald; de munt was namelijk voor de decimale tegenhangers (5 en 10 pence) overgegaan op een kleiner formaat, zodat zij niet langer qua formaat en gewicht identiek waren aan de oude munten.
De nog verkrijgbare muntstukken zijn de 1 penny, 2 pence, 5 pence, 10 pence, 20 pence, 50 pence, £1 en £2.
[bewerk] Historie
Als valuta komt het pond van de gewichtseenheid Troy Pound. De Sterling werd in 1158 door Hendrik II van Engeland geïntroduceerd. Het woord komt van het oud Franse woord esterlin en betekent 'sterk' of 'standvastig'. (Sommige bronnen beweren dat het woord afkomstig is van pound oesterling : een munt uit Oostenrijk/Duitsland). Het was de naam van een zilveren penny van 1/240 pond. De waarde van de penny van toen is naar koopkracht vergelijkbaar met die van één pond nu. Tegenwoordig heeft het pond de sterling vervangen in betalingsverkeer omdat de waarde van de sterling door inflatie zeer klein is geworden. Als munt van het machtigste (handels)land ter wereld, het Britse Rijk, heeft het pond sterling gedurende de achttiende en negentiende eeuw als sleutelvaluta in de wereld gegolden, tot aan grofweg het einde van de Eerste Wereldoorlog. De Amerikaanse Dollar heeft sinds circa het einde van de Tweede Wereldoorlog deze positie overgenomen; sinds 1999 concurreert de euro met de dollar om deze positie.