Theo van Baaren
Van Wikipedia
Theodoor Petrus van Baaren (13 mei 1912, Utrecht – 4 mei 1989) was een Nederlands dichter en godsdiensthistoricus.
Behalve gedichten schreef van Baaren toneel, romans en een aantal godsdiensthistorische publicaties. Op het gebied van de beeldende kunst maakte hij collages.
Hij studeerde egyptologie en theologie in Utrecht, waar hij ook promoveerde. Zijn proefschrift was getiteld Voorstellingen van openbaring phaeonomenlogisch beschouwd (1951). Van 1952 tot 1980 was hij hoogleraar geschiedenis der godsdiensten en de Egyptische taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.
In de oorlogsjaren brachten Van Baaren en zijn latere echtgenote Gertrude Pape het tijdschrift De schone zakdoek uit. Dit had een oplage van één exemplaar en verscheen in de periode april 1941 tot maart 1944. Met een aantal andere schrijvers en dichters experimenteerden zij met verschillende vormen van poëzie en schrijftechnieken. Ook werden foto's en collages ingeplakt. Het is het enige surrealistische tijdschrift dat in Nederland is verschenen.
In de periode 1952 tot 1976 verscheen geen literair werk van zijn hand. In 1976 bracht hij weer een dichtbundel uit. Zijn poëzie is verwant met het surrealisme.
Van Baaren was een actief verzamelaar van voorwerpen uit niet-westerse culturen. Hij heeft deze echter nooit in het veld bestudeerd. In 1968 schonk hij zijn collectie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Dit was de eerste aanzet tot het Volkenkundig Museum Gerardus van der Leeuw. Ook was hij de grondlegger van het Instituut voor Godsdiensthistorische Beelddocumentatie (IGB).
De in 1980 enigszins bijgewerkte publicatie uit 1960 Doolhof der Goden kwam tot stand samen met zijn leerling Lammert Leertouwer.
[bewerk] Bibliografie
wetenschappelijk
- Voorstellingen van openbaring phaeonomenlogisch beschouwd (1951)
- Doolhof der goden (1960)
- Mensen tussen Nijl en zon (1963)
- Van maansikkel tot rijzende zon
- Wij mensen. Religie en wereldbeschouwing bij schriftloze volken
literair
- titel niet bekend, eigen beheer, 1936
- Een nieuw kerstspel, Van Gorcum, Assen, 1938
- Gedichten, Helikon, Boosten & Stols, Maastricht, 1939
- Versteend zeewier, Odyssee Pers, Utrecht, 1941
- Hoe-korter-hoe-liever, Amsterdam, 1976
- Op het water geschreven, Meulenhoff, Amsterdam, 1978
- De leegte tussen twee lampen, Meulenhoff, Amsterdam, 1979
- In de lussen van de taal, Meulenhoff, Amsterdam, 1980
- Een wereld van as, Meulenhoff, Amsterdam, 1981
- De steen vergat te bloeden (bloemlezing), Meulenhoff, Amsterdam, 1983
- Dromen hardop, Meulenhoff, Amsterdam, 1984
- Trommels van marmer, Meulenhoff, Amsterdam, 1986
- Een tafel in de wind, Meulenhoff, Amsterdam, 1989
- Laatste gedichten, Triona Pers, 1999
vertalingen
- The waste land van T.S.Eliot (1949)
- Belijdenissen van Augustinus (1954)
[bewerk] Trivia
Theo van Baaren leed aan een ernstige vorm van astma. Als het mistig weer was, gingen zijn colleges vaak niet door. Wanneer hij in het faculteitsgebouw was, mocht daar niet gerookt worden. Het verhaal gaat dat wanneer hij voor de radio sprak in de radiobode het verzoek stond: “Gelieve niet te roken”.