Verdrag van Sumatra
Van Wikipedia
Het Verdrag van Sumatra (ook wel Sumatraverdrag) werd in 1871 gesloten tussen het Verenigd Koninkrijk en Nederland. Dit was het tweede Sumatra-traktaat tussen deze partijen.
Bij het eerste Sumatra-Traktaat, het Verdrag van Londen uit 1824, was onder andere bepaald dat Atjeh onafhankelijk zou blijven. Bij het Sumatraverdrag van 1871 werd bepaald dat Nederland de vrije hand kreeg op geheel Sumatra; het Verenigd Koninkrijk zou zich hiertegen niet langer verzetten. In ruil gaf Nederland de bezittingen op Goudkust op; de Nederlandse factorijen daar werden voor 47.000 gulden verkocht aan de Britten (Hiermee kwam een einde aan het ronselen van Belanda Hitam). Beide partijen behielden handelsrechten in Atjeh.
Verder stond erin:
- De laatste Nederlandse factorijen aan de Indiase kust gingen naar de Britten.
- Nederland mag contractarbeiders werven in Brits-Indië t.b.v. Suriname.
Vanuit de Tweede Kamer werd erop aangedrongen om de Nederlandse soevereiniteit over Noord-Borneo - bijv. Sarawak - te herstellen, maar hierover komt vanuit Londen geen reactie. Het verdrag werd in november 1871 door de Nederlandse regering aanvaard.