Willem IV van Oranje-Nassau
Van Wikipedia
1711-1751 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Erfstadhouder der Verenigde Nederlanden | ||||||
|
||||||
|
Willem IV Karel Hendrik Friso (1 september 1711 – 22 oktober 1751), Prins van Oranje, Graaf van Nassau was de eerste erfstadhouder in de Republiek. Hij was deftig, vredelievend en minzaam in zijn optreden, maar had een zwakke gezondheid en een vergroeiing aan zijn rug.
Willem Karel Hendrik Friso werd geboren in Leeuwarden als zoon van Johan Willem Friso van Nassau-Dietz en Maria Louise van Hessen-Kassel. De val van een paard in 1717 deed voor zijn leven vrezen. Willem IV kreeg meer dan de gebruikelijke militaire opvoeding: hij studeerde aan de Universiteit van Franeker en aan de Universiteit van Utrecht. Willem IV sprak diverse talen en was geïnteresseerd in geschiedenis, ook in de fouten van zijn voorouders, zoals hij zijn hoogleraar meldde. Hij werd in 1729 in Gelderland, Drenthe en Groningen en in 1731 in Friesland als stadhouder benoemd.
[bewerk] Huwelijk en kinderen
Reeds in 1721 was sprake van een huwelijk met Anna van Hannover, maar eerst op 21 oktober 1733 ging hij voor het Gerecht van Leeuwarden in ondertrouw [1]. Het huwelijk dat gepland was in november 1733 werd uitgesteld, omdat de bemoeienissen van zijn schoonvader George II met de Republiek niet op prijs werden gesteld. Willem IV schijnt vanwege alle ophef ziek te zijn geworden en vertrok naar het kuuroord Bath. Eerst enkele maanden later was de prins genoeg hersteld om in het huwelijk te treden.
Händel, die Anna en haar zussen clavecimbel- en muziekles had gegeven, en haar als zijn beste leerling beschouwde, componeerde ter gelegenheid van de verloving de serenata Il Parnasso in Festa, (HWV 73) waarvoor delen uit Athalia (HWV 52) gebruikt zijn. Op 25 maart 1734 trouwde het paar in de St. Jameskapel. Händel componeerde het anthem This is the day the Lord hath made (HWV 262).
Willem IV werd in Engeland ingewijd in de vrijmetselarij. Bij zijn terugkeer naar de Republiek ontstonden ook loges in Den Haag en Leeuwarden. Zijn kok Vincent la Chapelle was daarbij betrokken. Het paar werd op 8 mei 1734 met zo weinig animo ontvangen in Amsterdam door burgemeester Lieve Geelvinck, dat het besloot na een half uur verder te reizen. Door erfenis kwam hij achtereenvolgens in het bezit van de graafschappen Dillenburg (1739), Siegen (1742) en Hadamar (1743).
Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:
- een dochter (1736),
- naamloos kind (1739),
- Wilhelmina Carolina (1743-1787), gehuwd met Karel Christiaan van Nassau-Weilburg,
- Anna (1746),
- Willem Batavus (1748-1806), de latere stadhouder Willem V, gehuwd met Wilhelmina van Pruisen (1751-1820).
[bewerk] Als stadhouder
In 1740 brak opnieuw een successieoorlog uit, deze keer tussen Oostenrijk en Frankrijk. De Republiek koos hierbij de kant van Oostenrijk, waarop Franse troepen de zuidelijke Nederlanden binnenvielen. Enkele weken na de inval van Lodewijk XV in Zeeuws-Vlaanderen werd Willem IV op 2 mei 1747 benoemd tot stadhouder van alle gewesten van de Republiek. In november van datzelfde jaar volgde verheffing tot erfstadhouder van de Republiek, waarbij ook de opvolging in vrouwelijke lijn werd geregeld, want Willem IV had toen enkel twee dochters. De organisator was de porseleinverkoper Daniel Raap, die de oranjegezinde bevolking mobiliseerde.
In 1748, enkele maanden na de geboorte van zijn zoon Willem Batavus, ontstond het Pachtersoproer. Raap, die zich verzette tegen de regentenkliek, overlegde diverse malen met de prins en zijn vrouw. Waarschijnlijk heeft Willem IV in 1748 wraak genomen op de burgemeesters van Amsterdam, door steun te verlenen aan de eisen van de Doelisten. In veel steden werden diverse burgemeesters en vroedschapsleden vervangen. Veel afgezette vroedschapsleden kregen na verloop van tijd hun zetel terug, een besluit, dat hem niet in dank is afgenomen. In de nieuwe regeringsreglementen kreeg de stadhouder meer invloed op de benoemingen. Zijn belangrijkste raadgevers waren Willem graaf Bentinck en Mattheus Lestevenon.
Willem kreeg te maken met een teruglopende economie. Een poging de handel op te beuren door het instellen van een vrijhaven, liep door tegenwerking van de admiraliteitscollege's op niets uit. De bankier Thomas Hope en de politiek econoom Isaac de Pinto beloonde hij met resp. een functie in de WIC en VOC.
Willem IV stelde veel belang in een aanstelling van Lodewijk Ernst, hertog van Brunswijk-Wolfenbüttel, toen zijn gezondheid hem steeds meer parten speelde. Anna van Hannover nam de lopende zaken over. Willem IV stierf op 22 oktober 1751 in Den Haag, na een kuur in Aken. De teraardebestelling vond plaats op 4 februari 1752. De stadhouder werd opgevolgd door zijn dan drie jaar oude zoon. Anna van Hannover, Maria Louise van Hessen-Kassel namen de landszaken waar tot 1759, resp. 1766.
[bewerk] Noten
Voorganger: Johan Willem Friso |
Prins van Oranje | Opvolger: Willem V |