Lieve Geelvinck
Van Wikipedia
Lieve Geelvinck was de helf van een tweeling en werd gedoopt op 28 mei 1676. Lieve Geelvinck was diverse malen burgemeester van Amsterdam, in 1720 voor de eerste maal. Verder was hij bewindhebber van de Oostindische Compagnie en lid van de Raad van State. Hij werd in de Nieuwe Kerk begraven op 22 augustus 1743 onder een nooyt gehoorde toevloet van menschen.
Zijn moeder was Anna van Loon; zijn vader was Joan Geelvinck (1644-1707), in 1687 gekozen tot bewindhebber van de VOC en in 1694 lid van de vroedschap, na de dood van zijn oom Albert Geelvinck. Lieve Geelvinck trouwde in 1699 met Agatha Theodora van Bambeeck, die in 1713 overleed. Lieve Geelvinck sloot in 1730 een tweede huwelijk met Anna de Haze, toentertijd de rijkste vrouw in Amsterdam. Lieve Geelvinck trok in bij zijn vrouw op Herengracht 520, tegenwoordig naast Museum Geelvinck-Hinlopen. De echtelieden kenden elkaar goed, want zijn zoon Nicolaes was in het voorafgaande jaar getrouwd met haar dochter. Lieve Geelvinck was staatsgezind en regelde in 1734 een uitermate koele ontvangst voor het Willem IV van Oranje-Nassau en Anna van Hannover en een leuk baantje als postmeester voor zijn kleinzoon.
In het jaar 1743 stierven behalve Lieve Geelvinck nog vier burgemeesters, waaronder Mattheus Lestevenon. De onderlinge verhouding in de burgemeesterskamer zou daardoor sterk veranderen. Burgemeester Lieve Geelvinck werd opgevolgd door zijn zoon Nicolaes Geelvinck, die tijdens het pachtersoproer in 1748 schielijk het stadhuis ontvluchtte, voordat de burgemeesterskamer door het volk werd bezet en een ragebol uit het raam werd gestoken.
De vier kinderen van Lieve Geelvinck en de voormalige huishoudster hebben in 1749 een aanzienlijk bedrag van Sara Hinlopen geërfd. De oudste, Agatha Levina Geelvinck, erfde (na loting?) het huis en de stal ter waarde 63.000 gulden; Anna Elisabeth erfde voor 50.000 gulden aan waardepapieren, alle boeken en drie gulden contant. Zij zou een aantal jaren later het Müllerorgel in de hervormde kerk van Beverwijk betalen. Nicolaes Geelvinck, in 1743 opnieuw getrouwd met Hester Hooft, destijds de mooiste vrouw van Amsterdam, maar twee maanden later gestorven, kreeg voor 85.000 gulden schuldbekentenissen, aandelen en obligaties en landerijen in de Zijpe en een bedrag op zijn bankrekening. Catharina Jacoba, de jongste en die bekend stond om haar schoonheid, had als kind al een vorstelijke lijfrente van haar oud-tante gekregen. Zij erfde bij testament de juwelen, parels en diamanten, maar ook honderdenveertig jaar oude aandelen bij de Oostindische Compagnie in Enkhuizen, etc.
Nicolaes Geelvinck trouwde voor de derde keer, nu met enige dochter van burgemeester Gerrit Corver. Hij woonde in het duurste huis van Amsterdam en drie kavels of zevenraams breed. (Het werd in 1782 gekocht door John Hope, een schatrijke kunstverzamelaar. Het pand Herengracht 509 is in 1917 afgebroken vanwege de verbreding van de Vijzelstraat, maar delen van het interieur zijn verplaatst naar Amstel 218). Zijn zoon Joan Geelvinck werd in april 1787 door de patriotten in de vroedschap tot burgemeester benoemd, met als gevolg dat die in oktober van dat jaar naar Saint-Omer in Noord-Frankrijk vluchtte.
Bronnen en referenties: |
|