Belgisch-Kongo
Van Wikipedia
|
|||
Belgisch-Kongo |
|||
Officiële taal | Nederlands en Frans | ||
Ontstaan | 1908 | ||
Onafhankelijk - |
30 juni 1960 |
||
Hoofdstad | Leopoldstad | ||
Staatsvorm | Belgische kolonie | ||
Staatshoofd | Koning van België | ||
Regeringsvorm | Eenheidsbestuur, met Koning (titel) (Gouverneur) aan het hoofd. Daaronder kwamen onder andere Residenten. | ||
Oppervlakte | 2.345.000 km² | ||
Bevolking | 13,5 miljoen (1955) | ||
Munteenheid | Belgisch Kongolese frank | ||
Tijdzone | GMT + 1 |
Belgisch-Kongo was van 18 oktober 1908 tot 30 juni 1960 een kolonie van België in het gebied van het huidige Congo-Kinshasa.
Voordien was Belgisch Kongo een "privé-kolonie" ook wel Kongo-vrijstaat genoemd, die geëxploiteerd werd door Leopold II met steun van bedrijven en financiële groepen, welke exploitatie een ongekende humanitaire catastrofe tot gevolg had, die tot een internationaal schandaal leidde. Onder internationale druk werd deze door de Belgische staat in 1908 geannexeerd (zodat de Belgische staat het bestuur ervan zou verzekeren) en vervolgens Belgisch-Kongo genoemd.
Vanaf dat moment verbeterde het bestuur van de kolonie aanzienlijk en werd er een niet onbelangrijke vooruitgang bereikt op economisch (infrastructuur, mijnbouw) en sociaal (onderwijs, gezondheidszorg) gebied. Belgisch Kongo was een soort modelkolonie, de levensomstandigheden en de levensverwachting waren er het hoogste van het hele Afrikaanse continent. Geen enkele kolonie ter wereld deed het beter. Ook dit bestuur ontsnapte natuurlijk niet aan de inherente tegenstrijdigheden van elk koloniaal bestuur. De opkomst van een groep redelijk ontwikkelde mensen ("évolués") onder de inheemse bevolking creëerde ook een groep mensen die de algemene ontevredenheid over de koloniale bevoogding konden kanaliseren in een effectieve onafhankelijkheidsstrijd.
Op 30 juni 1960 werd Belgisch Kongo, na een periode van ernstige onrusten, een onafhankelijke staat, de zogenaamde Dipenda. De Belgische regering wilde namelijk voorkomen dat zij in een uitzichtloze koloniale oorlog verzeild zou raken, zoals Frankrijk in Vietnam en Algerije, of Nederland in Indonesië, en gaf de voor onafhankelijkheid pleitende inheemse leiders snel hun zin. Te snel: hierdoor ontstond direct bestuurlijke chaos en dergelijke. Waar het westen er zelf vele honderden jaren over had gedaan om een democratie in te voeren, gebeurde dit hier vrij abrupt, zodat het verkeerd liep.
Na de parlementsverkiezingen van 1960, waardoor Patrice Lumumba eerste minister werd en Joseph Kasavubu president, kreeg het de officiële naam Democratische Republiek Congo, maar de rebellie duurde voort. In 1970 nadat Joseph Mobutu (later Mobutu Sese Seko) in 1965 als bevelhebber van het nationale leger een staatsgreep pleegde en zichzelf als president uitriep werd het land hernoemd in de Republiek Zaïre. Na zijn dood in 1997 en een nieuwe staatsgreep door Laurent-Desiré Kabila, gesteund door Rwanda en Oeganda, werd het land echter weer Democratische Republiek Congo genoemd.
De onafhankelijkheid heeft in Congo-Kinshasa tot dusverre (2006) helemaal niet geleid tot een verbetering van de economische en maatschappelijke situatie in het land. Eerder is het tegendeel het geval. Zelfs het merendeel van de Congolese bevolking vindt dat de levensomstandigheden ten tijde van het Belgische koloniale bewind veel beter waren dan nu. Over de oorzaken van het slecht functioneren van de Congolese staat lopen de meningen sterk uiteen.
Inhoud |
[bewerk] Ministers van Koloniën
Deze informatie is grotendeels afkomstig uit Sommaire de l'Histoire du Congo Belge, van René J. Cornet, verschenen in 1948
- Jules Renkin, aangesteld op 30 oktober 1908
- Louis Franck, 21 november 1918
- Henri Carton de Wiart, 11 maart 1924
- Marcel Houtart, 20 mei 1926
- Edouard Pecher, 15 november 1926
- Marcel Houtart, 28 december 1926
- Henri Jaspar, 18 februari 1927
- Paul Tschoffen, 19 oktober 1929
- Henri Jaspar, 26 december 1929
- Paul Charles, 19 mei 1931
- Paul Crokaert, 6 juni 1931
- Paul Tschoffen, 23 mei 1932
- Paul Charles, 20 november 1934
- Edmond Rubbens, 25 maart 1935
- Charles du Bus de Warnaffe, 25 april 1938 (ad interim)
- Albert de Vleeschauwer, 15 mei 1938
- Gaston Heenen, 22 februari 1939
- Albert de Vleeschauwer, 18 april 1939
- Edgard De Bruyne, 12 februari 1945
- Robert Godding, 2 augustus 1945
- Lode Craeybeckx, 13 maart 1946
- Robert Godding, 31 maart 1946
- Pierre Wigny, 12 maart 1947
- André Dequae, 16 augustus 1950
- Auguste Buisseret , 23 april 1954
- Léon Pétillon, 5 juli 1958
- Maurits Van Hemelrijck, 6 novemer 1958
- August De Schryver, 3 september 1959
[bewerk] Gouverneurs-generaal
Deze informatie is grotendeels afkomstig uit Sommaire de l'Histoire du Congo Belge, van René J. Cornet, verschenen in 1948
- Baron Wahis, vanaf de annexatie tot 20 mei 1912
- Félix Fuchs, aangesteld op 20 mei 1912
- Eugène Henry, 5 januari 1916
- Maurice Lippens, 30 januari 1921
- Martin Rutten, 24 januari 1923
- Auguste Tilkens, 27 december 1927
- Pierre Ryckmans, 14 september 1934
- Eugène Jungers, 31 december 1946
- Léon Pétillon, 1 januari 1952
- Henri Cornelis, 5 juli 1958 - onafhankelijkheid
[bewerk] Congo in cijfers
De cijfers komen uit Boula Matari ou Le Congo Belge, van Jacques Crokaert, secretaris van het Congrès Colonial, verschenen in 1929
- Belgisch Congo was 2.356.160 km² groot.
- Er waren ongeveer 20.000 km aan waterlopen
- In 1929 waren er 3500 km spoorwegen
- In 1929 waren er voor 14.300 km aan begaanbare wegen
[bewerk] Import
- In 1913: voor 183.079.103 kg aan goederen geïmporteerd
- In 1918: voor 150.243.600 kg
- In 1925: voor 552.590.125 kg
- In 1926: voor 666.086.896 kg
- In 1927: voor 684.081.086 kg
[bewerk] Export
- In 1913: voor 28.992.878 kg aan goederen geëxporteerd, waarvan:
- 5.411.636 kg koper
- 1467 kg goud
- 4.667.683 kg kopaal
- 276.284 kg ivoor
- 7.205.380 kg palmzaden
- 1.974.018 kg palmolie
- In 1918: voor 70.055.101 kg
- 19.419.423 kg koper
- 2433 kg goud
- 3.610.913 kg kopaal
- 127.117 kg ivoor
- 55.532 kg katoen
- 31.363.163 kg palmzaden
- 5.126.141 kg palmolie
- In 1925: voor 213.242.405 kg
- 91.093.560 kg koper
- 3687 kg goud
- 16.830.970 kg kopaal
- 301.962 kg ivoor
- 1.261.900 kg katoen
- 74.096.910 kg palmzaden
- 18.695.600 kg palmolie
- In 1926: voor 203.677.870 kg
- 78.983.310 kg koper
- 5352 kg goud
- 20.866.410 kg kopaal
- 231.762 kg ivoor
- 2.179.430 kg katoen
- 70.424.630 kg palmzaden
- 18.447.270 kg palmolie
- In 1927: voor 223.266.062 kg
- 88.976.510 kg koper
- 4014 kg goud
- 16.077.390 kg kopaal
- 225.283 kg ivoor
- 5.201.230 kg katoen
- 74.007.870 kg palmzaden
- 18.373.050 kg palmolie
[bewerk] Externe links
- http://www.congo2005.be/ tentoonstelling over koloniaal Congo