Patrice Lumumba
Van Wikipedia
Patrice Emery Lumumba, ook wel geschreven als Loemoemba, (Onalua, 2 juli 1925 - 17/18 januari 1961) was de eerste Eerste Minister van de Democratische Republiek Congo.
Hij werd geboren in de Kasai-provincie van Belgisch Congo. Hij studeerde aan een missionarissenschool en werkte in Leopoldstad (het huidige Kinshasa) en Stanleystad (Kisangani) als secretaris en journalist. In 1955 werd Lumumba de lokaal bestuurder van een Congolees handelsvennootschap en trad hij toe tot de Belgische Liberale Partij. Hij werd voor verduistering aangehouden in 1957 en een jaar opgesloten.
Inhoud |
[bewerk] Lumumba en de MNC
Na zijn vrijlating hielp hij met het oprichten van de Mouvement National Congolais (MNC) in 1958. In 1959 kondigde België een vijfjarenplan aan om te werken aan de onafhankelijkheid van Congo. In december van dat jaar won de MNC de verkiezingen met een overgrote meerderheid, hoewel Lumumba op dat moment opnieuw gearresteerd was, dit keer voor het ophitsen van een menigte.
Een ronde-tafelconferentie in januari 1960 in België besliste dat de onafhankelijkheid zou uitgeroepen worden op 30 juni 1960 en dat er in mei verkiezingen zouden worden georganiseerd. Lumumba en de MNC vormden de eerste regering op 23 juni 1960, met Lumumba als eerste minister en Joseph Kasavubu als president.
Zijn heerschappij werd gekenmerkt door de politieke onrust toen de provincie Katanga haar onafhankelijkheid uitriep onder Moïse Tsjombe op 11 juli 1960 (waarvoor het de steun van België kreeg). Enkele dagen later riep ook de diamantprovincie Kasaï har onafhankelijkheid uit (ook met Belgische steun). Ondanks de aanwezigheid van VN-troepen, hield de malaise aan en Lumumba vroeg de voormalige Sovjet-Unie om hulp. Lumumba werd door het Westen, dat volop in Koude Oorlog was, ervan verdacht communist te zijn, mede omdat hij de hulp van de voormalige Sovjet-Unie had ingeroepen. Daarom spoorde het Westen president Kasavubu aan om zijn eerste minister Lumumba uit zijn ambt te ontslaan, wat Lumumba er uiteindelijk toe leidde om de president te ontslaan, een daad waarvan de wettelijkheid op zijn minst in twijfel kan worden getrokken. Op 14 september 1960 pleegde kolonel Joseph Mobutu (later Mobutu Sese Seko) een staatsgreep met de hulp van Kasavubu en kwam zelf aan de macht. Lumumba werd op 1 december 1960 door Mobutu's troepen gearresteerd. Hij werd gevangen genomen in Port Francqui en geboeid naar Leopoldstad gevlogen.
Mobutu voerde ter verklaring aan dat Lumumba terecht zou staan omdat deze laatste het leger zou hebben opgehitst tot rebellie en andere misdaden. De secretaris-generaal van de Verenigde Naties Dag Hammarskjöld riep Kasavubu op om Lumumba een eerlijk proces te geven. De USSR beschuldigden Hammarskjöld en het Westen van verantwoordelijkheid voor Lumumba's aanhouding en eisten zijn vrijlating.
De VN Veiligheidsraad werd bijeengeroepen op 7 december om over de Sovjet-eisen te vergaderen, namelijk dat de VN Lumumba's onmiddellijke vrijlating zou bewerkstelligen, dat Lumumba opnieuw zijn ambt zou kunnen bekleden, de troepen van Mobutu ontwapend zouden worden én dat alle Belgen onmiddellijk uit Congo geëvacueerd zouden worden. Sovjet-vertegenwoordiger Valerian Zorin weigerde aan de eis van de Verenigde Staten te voldoen dat hij zichzelf ongeschikt zou verklaren als voorzitter van de veiligheidsraad gedurende het debat. Secretaris-generaal Dag Hammarskjöld zei - als antwoord op de Sovjetkritiek op zijn Congo-operaties - dat de VN-troepen zouden worden teruggetrokken uit Congo: "ik vrees dat alles ineen zal storten".
Als antwoord op een VN-rapport waarin gesteld werd dat Lumumba mishandeld werd door zijn bewakers, dreigde zijn aanhang op 9 december met de arrestatie van alle Belgen en de onthoofding van een aantal ervan, tenzij Lumumba vrijgelaten zou worden binnen de 48 uur.
De dreiging voor de VN-zaak werd nog versterkt door de aankondigingen van voormalig Joegoslavië, de Verenigde Arabische Republiek, Ceylon, Indonesië, Marokko en Guinee dat ze hun troepen die op dat moment in Congo gelegerd waren, zouden terugtrekken. De pro-Lumumba-resolutie die de Sovjets voorstelden werd weggestemd op 14 december met 8 stemmen tegen 2. Op dezelfde dag werd een Westerse resolutie die Hammarskjöld meer macht zou geven met betrekking tot de situatie in Congo door de Sovjet-Unie met een veto tegengehouden.
[bewerk] De moord op Lumumba
![]() |
Lumumba werd vervolgens op 17 januari 1961 uit de militaire gevangenis in Thysstad nabij Leopoldstad weggebracht naar een 'veiliger' gevangenis in Jadotstad in Katanga, waardoor hij werd overgeleverd in de handen van zijn vijanden.
Dezelfde nacht zou Lumumba samen met zijn twee kompanen geëxecuteerd zijn in nooit volledig opgehelderde omstandigheden. Zijn lichaam zou volgens sommige versies zijn opgelost in zwavelzuur, en werd nooit gevonden.
In februari 2002 gaf de Belgische overheid toe "onmiskenbare verantwoordelijkheid te hebben gehad in de gebeurtenissen die tot Lumumba's dood hebben geleid", al wilde men niet de volledige verantwoordelijkheid opnemen. In juli 2002 werden er door de USA documenten vrijgegeven die de rol van de CIA in de moord op Lumumba onthulden. De CIA zou Lumumba's tegenstanders gesteund hebben met geld en politieke ondersteuning, en in Mobutu's geval zelfs met wapens en militaire training.
[bewerk] Het Drankje
Voornamelijk in de periode na de dood van Patrice Lumumba kreeg men in sommige café's (met name die gespecialiseerd in cocktails) een mix van chocomelk en wodka geserveerd als men om een Patrice Lumumba vroeg. De kleur van de chocomelk is een verwijzing naar de huidskleur van Lumumba, de wodka naar het socialisme dat toentertijd in Rusland (waar wodka oorspronkelijk vandaan komt) zijn hoogtijdagen vierde. Tegenwoordig geniet deze mix-drank vrijwel geen populariteit noch bekendheid meer.
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Externe links
Voorganger: geen |
Minister-President van Congo-Kinshasa 1960 |
Opvolger: Joseph Iléo |