Boudewijn Büch
Van Wikipedia
Boudewijn Maria Ignatius Büch (Den Haag, 14 december 1948 – Amsterdam, 23 november 2002) was een Nederlandse dichter, schrijver en televisiepresentator. Hij was een broer van de programmamaker Menno Buch.
De kleine blonde dood (1985) was ongetwijfeld zijn succesvolste werk. Sinds '85 is hij niet meer uit de druk verdwenen. De roman werd in 1993 verfilmd door Jean van de Velde. Als televisiepresentator maakte Büch diverse programma's over literatuur, en reisprogramma's onder de titel De wereld van Boudewijn Büch.
Inhoud |
[bewerk] Levensloop
[bewerk] Jeugd
Boudewijn Büch werd geboren in Den Haag en groeide op in Wassenaar in een katholiek gezin met vijf broers. Zijn ouders scheidden in 1963. De resterende gezinsleden ervaarden het vertrek van vader Büch als een opluchting. Zowel Boudewijn als zijn broers herinnerden zich hem later als een tirannieke persoonlijkheid.
Büchs schoolopleiding verliep niet voorspoedig. Hij bracht enige jaren door op het gymnasium en de hbs maar eindigde zijn schoolcarrière met een mulo-diploma. Tijdens zijn studententijd was hij redacteur geweest van Proefding, het clubblad van de Federatie Studenten Werkgroepen Homoseksualiteit.
[bewerk] Nietsnut
Ondertussen was zijn aanleg voor het dichterschap opgevallen. Hij vond contact met diverse mentoren in het circuit van kunstenaars en academici in Leiden, en werd aan het begin van de jaren zeventig door steeds meer mensen beschouwd als een erudiet wonderkind. Hij verwierf die status door zijn grote weetgierigheid, een flinke dosis bluf en in sommige gevallen door bewust in te spelen op homo-erotische gevoelens bij zijn bewonderaars, die vaak toonaangevende posities in het Nederlandse cultuurleven bekleedden. Büch mat zich het imago van romantisch-decadente nietsnut aan. Koketteren met een homoseksuele of pedofiele geaardheid was daarvan kennelijk een onderdeel; de serieuze liefdesrelaties die hij tijdens zijn leven had waren echter zonder uitzondering heteroseksueel.
Büch leefde in deze periode van een bijstandsuitkering en op de zak van bewonderaars, die hij vanwege zijn animerende persoonlijkheid volop had. Zijn voornaamste bezigheden waren roken, drinken, blowen, stappen, het verzamelen van boeken en, nu en dan, timmeren — een ambacht waar hij volgens vrienden in die tijd een opvallend talent voor had.
[bewerk] Dichter
Vanaf omstreeks 1973 begon Büch serieus werk te maken van een loopbaan als dichter. Hij legde contact met Harry G.M. Prick, dankzij wiens bemiddeling in 1976 zijn debuutbundel Nogal droevige liedjes voor de kleine Gijs uitkwam. Mede dankzij de geestdriftige aanbevelingen van uitgever Martin Ros werd Büch al snel als een literaire sensatie beschouwd. De hype ging begeleid van de fantasiecarrière die hij in de loop der jaren voor zichzelf had bedacht en waarmee zijn vrienden al langer bekend waren: hij zou zijn doctoraal in zowel Duits als filosofie hebben behaald en was bovendien psychofarmacahistoricus — een zeldzame wetenschap waarvan hij in alle bescheidenheid moest toegeven dat hij er 's werelds belangrijkste expert in was.
Vanaf dit moment ontpopte de voormalige nietsnut zich als de workaholic die hij tot enige jaren voor zijn dood zou blijven. Büch schreef ontelbare columns, recensies en artikelen, gaf lezingen en liet bij diverse uitgeverijen een stroom aan literair werk verschijnen. Er was wel het nodige redactiewerk vereist om Büchs productie geschikt te maken voor publicatie; hij was een chaoot.
Ook op financieel gebied wist hij geen overzicht te bewaren. Büch leefde op te grote voet en zijn schulden liepen zo hoog op dat hij in 1978 in staat van faillissement werd gesteld. Zijn financiële zaken stonden vanaf dat moment onder toezicht van een curator. Dankzij diens lankmoedigheid en Büchs zorgeloosheid liepen de schulden alleen maar op. Pas aan het einde van de jaren tachtig waren Büchs inkomsten toereikend om zijn uitgavepatroon te dekken. Door zijn voortdurende exercities om de aandacht op zich te vestigen was hij inmiddels een goedbetaalde "mediapersoonlijkheid" geworden.
[bewerk] Presentator
Büchs werkzaamheden voor televisie begonnen in 1982 met het VARA-kunstprogramma De Verbeelding, waarvoor hij een boekenrubriek verzorgde. Zijn vlotte c.q. oppervlakkige aanpak sprak aan en hij kreeg vanaf 1984 een eigen programma: Büch's Boeken, vanaf 1985 verbreed tot Büch. Door zijn optreden op televisie raakte zijn carrière in een stroomversnelling, al werd hij door literaire kringen inmiddels afgewezen: Büch was geen serieus te nemen dichter meer maar een mediapersoonlijkheid die kennelijk tot alles bereid was, als het maar geld opbracht. Büch nam op zijn beurt eveneens afstand van de literaire wereld. Zijn gedichten verschenen nog slechts in bibliofiele mini-oplages en hij bracht zijn tijd bij voorkeur buiten Nederland door. De reisprogramma's die hij vanaf 1988 onder de titel De wereld van Boudewijn Büch maakte, stelden hem daartoe in staat.
Büchs stokpaardjes kwamen in zijn televisieuitzendingen veelvuldig aan bod. Hij had grote belangstelling voor eilanden, de dodo, rockmuziek (met name Mick Jagger) en bovenal voor Goethe. Voor zijn reisprogramma's reisde hij veelal naar afgelegen eilanden. Ter plaatse schafte hij wat boeken aan over de betreffende locatie en een dag later legde hij aan zijn cameraman, en de kijkers, uit wat hij daarin had gelezen. Ook bezocht hij regelmatig bibliotheken en musea waar hij in gebrekkig Engels gesprekken voerde met de medewerkers.
[bewerk] Rijstleider
Vanaf 1998 was Büch het belangrijkste persoon in de reclames van een bekend rijstmerk. In totaal zijn er zes commercials gemaakt waarin rijstspecialiteiten werden aangeprezen. Deze commercials brachten Büch naar veel plekken over de hele wereld. Bij het overlijden van Büch gaf de rijstfabrikant aan de campagne onmiddellijk te staken.
[bewerk] Kluizenaar
In 2001 besloot de VARA geen nieuwe programma's meer bij Büch te bestellen en ook andere opdrachtgevers zaten steeds minder om zijn bijdragen verlegen. Büch zelf had al veel eerder laten merken dat zijn werk hem steeds minder interesseerde. Zijn laatste televisie-optredens waren wekelijkse bijdrages aan het programma Barend en Van Dorp. Verder bracht hij zijn tijd bij voorkeur door in zijn herenhuis aan de Amsterdamse Keizersgracht, dat hij tot een drie verdiepingen tellende bibliotheek in empirestijl had omgetoverd. Zijn collectie zeldzame boeken besloeg inmiddels rond de 100.000 banden.
Op 23 november 2002 werd Büch dood aangetroffen in zijn bed. Hij was overleden aan een hartstilstand. Büch ligt begraven op begraafplaats Westerveld. Het boek "Het geheim van Eberwein" was toen zo goed als afgerond en was het vervolg op "De kleine blonde dood".
[bewerk] Fantast
Tijdens zijn hele leven was Büch een groot fantast. Voor zijn omgeving was dit zowel een bron van vermaak als van ergernis. Büchs vriendschappen eindigden bijna allemaal in conflicten die hiermee verband hielden. Pas na zijn dood werd in brede kring bekend welke onwaarheden hij zoal in de wereld had geholpen. Veel van onderstaande 'feiten' werden lange tijd door velen geloofd.
- Al vanaf 1970 vertelde Büch aan vrienden dat hij een zoontje had. Het ging in werkelijkheid om Boudewijn Iskander Pronk - het kind van een bevriend echtpaar met wie hij nu en dan uitstapjes maakte. Toen het kennelijk steeds moeilijker voor hem werd om dit fantasieverhaal vol te houden, deelde hij mee dat het kind was overleden. Hij verwerkte het thema onder andere in zijn prozadebuut De blauwe salon (1981), in de dichtbundel Dood kind (1982) en in de roman De kleine blonde dood (1985). In 2004 betitelde Boudewijn Iskander Pronk Büchs verhalen over dit onderwerp als "Ziek. Absurd. Bizar."
- Büch beweerde dat zijn vader een gevluchte Russische of Poolse of Duitse jood was die als piloot bij de RAF zijn eigen geboortestad moest bombarderen. Volgens dit verhaal werd in het gezin Büch alleen Duits gesproken, en pleegde zijn door zijn oorlogservaringen getraumatiseerde vader zelfmoord naar aanleiding van berichten dat de Drie van Breda zouden worden vrijgelaten. In werkelijkheid was Büchs vader een Haagse gemeente-ambtenaar die in 1975 stierf aan een hartaanval.
- Na de dood van zijn vader verspreidde Büch het gerucht dat hij miljoenen had geërfd. In de extreemste variant van het verhaal wilde hij daarvan dertig miljoen schenken aan de Rote Armee Fraktion. Ook deed hij toezeggingen van miljoenen voor projecten die met literatuur te maken hadden. Potentiële ontvangers van Büchs giften namen zijn verhalen serieus genoeg om te beginnen met de oprichting van een Beheerstichting Erfenis Boudewijn Büch. Uiteindelijk gaf Büch echter niet thuis. (In werkelijkheid bedroeg zijn erfdeel ongeveer 750 gulden.)
- Volgens Büch was hij in zijn jeugd een jaar lang gedwongen opgenomen geweest in een jeugdpsychiatrische inrichting, temidden van 'echte debielen'. Aansluitend zou hij in het ziekenhuis hebben gelegen wegens 'een vreemd soort keelkanker'. De psychiatrische inrichting was in werkelijkheid de vakantiekolonie De Lindenlust in Boxtel. Veel stadskinderen uit heel Nederland brachten in de jaren '50 en '60 een periode in een dergelijke instelling door om wat gezonde buitenlucht op te doen. Ook de aanleiding tot de ziekenhuisopname was een stuk onschuldiger dan keelkanker.
- Büchs briefhoofd in de jaren zeventig bevatte fantasierijke nep-titels. Hij noemde zich Drs. drs. Boudewijn Maria Ignatius Büch M.L.S. ISDD, c.m. - psychofarmacahistoricus. Volgens Büch sloeg de dubbele doctorandustitel op voltooide studies Duits en filosofie; M.L.S. betekende Member of the Linnaean Society; een 'psychofarmacahistoricus' was volgens Büch gespecialiseerd in de geschiedenis van het drugsgebruik.
- Büch had een omvangrijke geschiedenis van niet terugbetaalde leningen en andere financiële oneffenheden die begeleid gingen van fantasierijke uitvluchten.
[bewerk] Umlaut
Over de correcte schrijfwijze van de naam Büch/Buch bestaat onduidelijkheid. Boudewijn Büch volgde het voorbeeld van zijn vader en schreef zijn achternaam met een umlaut. Zijn broer Menno Buch gebruikt dit teken daarentegen niet.
[bewerk] Bibliografie (onvolledig)
(Boudewijn Büch heeft talloze boekjes laten uitgeven met geringe oplagen)
- Anabasis (reisverslag, 1966)
- Nogal droevige liedjes voor de kleine Gijs (gedichten, 1976)
- De taal als blauw (gedichten, 1977)
- De sonnetten (gedichten, 1978)
- Eilanden (1981)
- De blauwe salon (1981)
- Bibliotheken (1984)
- Weerzien (1984)
- De kleine blonde dood (1985)
- Links! (1986)
- Dood kind en andere lamenti (1987)
- Het Dolhuis (1987)
- Blauw, een reisverhaal (1987)
- Everywhere I look I see your eyes (1987)
- Le musée de la poésie (1988)
- Brieven aan Mick Jagger (1988)
- Boekenpest (1988)
- De verliefde schrijver (1988)
- De rekening (1989)
- Goethe en geen einde (1990)
- De hel (1990)
- Plinius pinguïn (1990)
- Openbaar boekbezit (1991)
- Een reis naar Tikania (1991)
- Rock'n'roll; Een persoonlijke geschiedschrijving (1991)
- De universiteit van Tuktoyaktuk (1992)
- Eenzaam; Eilanden, tweede deel (1992)
- Het ijspalijs; Eilanden, derde deel (1993)
- Het bedrog (1993)
- Blauwzee; Eilanden, vierde deel (1994)
- Grafreizen (1994)
- Leeg en kaal; Eilanden, vijfde deel (1995)
- Verzamelde gedichten (gedichten, 1995)
- Geestgrond (1995)
- De Bocht van Berkhey (1996)
- Voorgoed verliefd (1997) (heruitgave van Brieven aan Mick Jagger) (1988)
- Een boekenkast op reis (1999)
- Een heel huis vol (2001)
- De hele wereld in een vitrinekast (2001)
- Geluk (2001)
- De Goethe-industrie (2002)
- Steeds verder weg (2002)
- Het geheim van Eberwein (2003)
- Terugkeer naar Oppidum (2003)
- In gedichten (2004)
- De Bril van Buddy Holly (2006)
[bewerk] Biografieën en dergelijke
- Boudewijn Büch, een overzicht van zijn werk - Frans Mouws (2003)
- Het gewone leven ijdel en nietig - Menno Voskuil (2003)
- Weg uit Wassenaar - Frans Mouws (2004)
- Boudewijn Büch; Verslag van een mystificatie - Rudie Kagie (2004)
- Een andere Boudewijn Büch - Harry G.M. Prick (2005)
- Pakhuis Büch - Menno Voskuil (2006)
[bewerk] Boudewijn Büch DVD collectie (ca. 500 min. per serie)
- De fascinaties van Boudewijn Büch, Serie 1: de dodo, eilanden, schrijvers (2004)
- De fascinaties van Boudewijn Büch, Serie 2: Goethe, oorlog, bibliotheken/natuurhistorie (2004)
- De fascinaties van Boudewijn Büch, Serie 3: dieren, ontdekkingsreizen, de dood (2005)