Hendrik Willem Mesdag
Van Wikipedia

Hendrik Willem Mesdag (23 februari 1831 – 10 juli 1915) was een Nederlands kunstschilder, aquarellist, etser, lithograaf uit de Haagse School en was een befaamd kunstverzamelaar met een eigen museum. Mesdag was de meester-marineschilder van de Scheveningse bomschuiten.
Inhoud |
[bewerk] Biografie
Hij werd geboren in Groningen en toonde al jong belangstelling voor tekenen en schilderen. Er is zelfs een tekening Waterval van hem bekend die hij maakte toen hij nauwelijks 14 jaar oud was. Zijn Groningse leermeesters waren Cornelis Bernudes Buys en Johannes Hendrik Egenberger, directeur van de Minerva-academie. Hij leek echter voorbestemd voor een zakenloopbaan in het bedrijf van de familie. Op 23 april 1856 trouwde hij met Sina van Houten (Sientje). Ook zij had een artistieke belangstelling. Hun enig kind, Klaas, werd 7 jaar later geboren.
In 1866 gaf hij zijn zakenberoep op en besloot hij definitief als schilder te leven, daarin stevig aangemoedigd door Sientje. De zomer van dat jaar bracht hij door in Vries, nabij Oosterbeek, het Hollandse Barbizon tussen 1860 en 1870. Daar werkte hij samen met Johannes Wernardus Bilders. De werken van de Franse Barbizon-schilders zouden trouwens later een bijzondere betekenis krijgen bij zijn aankopen voor zijn museum in Den Haag.
Zijn neef Lawrence Alma-Tadema, ook schilder, introduceerde Mesdag te Brussel bij Willem Roelofs, die daar al sedert 1846 woonde. Roelofs werd zijn ultieme leermeester, van 1866 tot 1869. Ook met de Vlaamse landschaps- en dierenschilder Alfred Jacques Verwee ontstond een vriendschappelijke band.
In de zomer van 1868 trok hij met zijn gezinnetje naar het waddeneiland Norderney. Daar ontdekte hij de zee, de luchten en de sfeer die meteen de basis zouden worden voor zijn artistieke beleven. In 1869 verhuisde hij naar Den Haag en betrok hij er een woning aan de Anna Paulownastraat. Even later liet hij een huis bouwen aan de Laan van Meerdervoort, de Villa Elba, later Hôtel Rauch.
Een jaar later al, in 1870, kreeg hij zijn eerste erkenning: een gouden medaille op het Salon in Parijs, met een werk dat hij Les brisants de la Mer du Nord noemde. Het werd trouwens aangekocht door het jurylid Charles Chaplin. Tussen 1873 en 1896 werden zijn inzendingen meermaals met medailles bekroond op de internationale exposities van Londen (1873), Lyon (1876), Philadelphia (1876), Amsterdam (1880), Berlijn (1886) en Florence (1896).
Hij werd opgenomen in de bekende Pulchri Studio en speelde er al gauw een voortrekkersrol. Van 1889 tot 1907 was hij er voorzitter van en tot zijn overlijden, in 1915, erevoorzitter. Hij was het trouwens, die het huis van de vroegere minister Gijsbert van Tienhoven aan het Lange Voorhout verwierf in 1896, samen met zijn broer Taco, om er de Pulchri-exposities in onder te brengen. Hij liet het herinrichten, aanpassen en de eerste ledenexpositie kon geopend worden op 13 juli 1901.
Op 31 januari 1876 werd de Hollandse Teekenmaatschappij opgericht. Mesdag werd van bij de oprichting in het bestuur opgenomen, naast Anton Mauve en Willem Maris. Ieder jaar, in augustus, werd een belangrijke aquarellen-expositie georganiseerd. Ook Johannes Bosboom en J.H. Weissenbruch exposeerden er.
Intussen was de zakenman in de meester ook blijven voortleven en had hij, vooral in Parijs, een uitgebreide collectie waardevolle schilderijen verworven, waarbij Barbizon een opvallende rol speelde. Hij verzamelde meer dan 200 werken en bracht ze onder in een bijgebouw dat hij opgetrokken had in de tuin van zijn woning aan de Laan van Meerdervoort en dat in 1887 het Museum H.W. Mesdag werd.
In 1889 werd hij lid van de Nederlandse Etsclub. Net als menig ander kunstenaar uit de Haagse School, had Mesdag niet een uitgesproken voorkeur voor het etsen. Er zouden slechts twee etsen van zijn hand komen. Wel produceerden andere kunstenaars, zoals Philip Zilcken, meerdere etsen naar de werken van hem.
In 1899 muntte hij uit te Parijs alweer, op de expositie bij Durand-Ruel. Uit de recensie bleek: ...Er hoeft geen lof meer toegezwaaid te worden aan de Hollandse meester, enigszins Frans door adoptie, die sinds heel wat jaren in onze jaarlijkse Salons exposeert.
Als officier in het Franse Legion d'honneur werd hij in 1902 opnieuw officieel vereerd met een eremedaille, door de Franse Republiek. Sientje werd vermeld als: compagne de vie, d'art et de pensée du maître aimé.
Hij verloor zijn vrouw Sientje in 1909.
Mesdag stierf te Den Haag op 10 juli 1915 op 84-jarige leeftijd en werd begraven op Begraafplaats Oud Eik en Duinen, in het graf waar in 1909 zijn vrouw was begraven. Op de liggende steen is alleen de naam Mesdag te lezen. Nadien werd in het graf ook nog de politicus Samuel van Houten begraven, bekend van het Kinderwetje van Van Houten.
[bewerk] Museum Mesdag
In 1903 schonk hij het hele Museum H.W. Mesdag aan de Nederlandse Staat. Als dankbetuiging ontving hij het Grootkruis in de Orde van Oranje Nassau. Hij bleef directeur van het Rijksmuseum Hendrik Willem Mesdag tot in 1911.
In 1911 kon hij nog Armand Fallières, president van Frankrijk rondleiden. Daarbij was hij ook Ridder en Commandeur in de Nederlandse Orde van de Leeuw, Officier en Commandeur in de Belgische Leopoldsorde, Commandeur in de Deense Daneborgorde en Ridder in de Italiaanse Kroonorde.
Het Museum Mesdag heeft niet meer de status Rijksmuseum.
[bewerk] Schilderstijl
Hendrik Willem Mesdag was gespecialiseerd in Maritieme schilderkunst. Hij behoorde tot de Haagse School.
[bewerk] Musea
[bewerk] Schilderijen
- Panorama van Mesdag
- Pinks in the Breakers, circa 1875-85
[bewerk] Panorama van Mesdag
Het Panorama van Mesdag is het bekendste schilderij van Hendrik Willem Mesdag.
In 1881 ontstond het Panorama Mesdag, dat hij realiseerde met de hulp van zijn vrouw Sientje en de jongere collega-schilders Th. de Bock, G.H. Breitner en B.J. Blommers.
Na het failliet gaan van de Belgische exploitatiemaatschappij van het Panorama wegens tegenvallende inkomsten koopt Mesdag in 1886 het Panorama om het van de ondergang te redden. Na een uitgebreide restauratie is het vandaag de dag nog steeds te bezichtigen.