Orthomoleculaire therapie
Van Wikipedia
Orthomoleculaire therapie is een alternatieve geneeswijze. Het is een behandelingsmethode die vooral gebruik maakt van zogenoemde "optimale" concentraties voedingsstoffen, zoals vitaminen, mineralen, enzymen, aminozuren, glyconutrienten en essentiële vetzuren, stoffen die van nature ook in het lichaam aanwezig zijn. Het grote verschil met de farmaceutische aanpak is dat daar gewerkt wordt met in principe lichaamsvreemde substanties (medicijnen). De inzichten van orthomoleculaire therapeuten worden sterk beinvloed door onderzoeken in de biochemie.
Orthomoleculaire therapie benadrukt de rol van gezonde voeding bij het vinden van een goede gezondheid. Deze therapie gaat ervan uit dat het tegenwoordige westerse voedselpatroon onvoldoende essentiële voedingsstoffen levert en aan de basis ligt van veel (welvaarts-) aandoeningen. De behoefte aan deze voedingsstoffen kan bovendien door milieuvervuiling, ziekten en individuele biochemische verschillen sterk uiteenlopen.
Aanvulling van deze nutriënten door middel van gezonde voeding en extra voedingssupplementen zou het lichaam in staat stellen deze aandoeningen te bestrijden, dan wel het ontstaan ervan te vertragen. Voor een dergelijk effect zouden hogere, "optimale", concentraties voedingsstoffen nodig zijn die vaak niet alleen uit de dagelijkse voeding te halen zijn. Vandaar dat in deze therapie vaak gebruik wordt gemaakt van voedingssupplementen, naast een gezonde voeding. Het gebruik van medicijnen binnen de orthomoleculaire therapie wordt alleen in speciale gevallen toegepast. Niettemin is het wel gebruikelijk om een orthomoleculaire behandeling als complementaire behandeling te doen, dus naast een reguliere behandeling met medicijnen, door huisarts of specialist.
Biochemisch gezien is ieder mens anders. Daarom is het belangrijk om bij elk patiënt te onderzoeken wat voor hem de optimale voedingsniveaus zijn. Een hoge dosering kan effectief zijn maar dit kan vaak alleen onderzocht worden door middel van een proefbehandeling. De reden is dat laboratoriumtesten niet altijd betrouwbaar zijn. Bloedonderzoek geeft geen inzicht in de voedingsniveaus in specifieke organen en weefsels en geeft met name geen inzicht in het voedingsniveau in het zenuwstelsel.
Linus Pauling, chemicus en nobelprijswinnaar, introduceerde de term 'orthomoleculaire therapie' in het tijdschrift Science in 1968. Hij definieerde dit toen als: Orthomoleculaire therapie heeft als doel het behouden van een goede gezondheid en het behandelen van ziektes door het veranderen van de concentraties van substanties die normaal in het menselijk lichaam aanwezig zijn.[1]. Merk op dat Pauling, een gerespecteerd regulier wetenschapper, in deze zeer algemene definitie niets zegt over megadoseringen.
Inhoud[verbergen] |
[bewerk] Principes in de orthomoleculaire geneeskunde
Volgens de orthomoleculaire arts Richard A. Kunin[2] gelden de volgende principes in de orthomoleculaire geneeskunde:
- Bij medische diagnoses en behandeling moet in eerste instantie op voeding gelet worden. Kennis van voedingsmiddelen, enzymen, hormonen, antigenen, antistoffen en andere in de mens voorkomende moleculen zijn belangrijk om een goede zorg te bieden in een medische praktijk. Dit komt doordat een behandeling met een dieet aangevuld met voedingssupplementen een laag vergiftigingsrisico heeft. Het gebruik van medicijnen zorgt altijd voor een hoger vergiftigingsrisico. Daarom is een orthomoleculaire behandeling indien die beschikbaar is, beter dan een behandeling door middel van medicijnen.
- Biochemisch gezien is ieder mens anders. Daarom is het belangrijk om bij elk patiënt te onderzoeken wat voor hem de optimale voedingsniveaus zijn. Een hoge dosering kan effectief zijn maar dit kan vaak alleen onderzocht worden door middel van proefbehandelingen. De reden is dat laboratoriumtesten niet altijd betrouwbaar zijn. Bloedonderzoek geeft geen inzicht in de voedingsniveaus in specifieke organen en weefsels en geeft met name geen inzicht in het voedingsniveau in het zenuwstelsel.
- Lucht-, water- en voedselvervuiling komt vaak voor. Bij elk patiënt moet ook onderzocht worden in hoeverre in het lichaam vervuiling en gifstoffen verzameld heeft.
- De Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) is bedoeld voor gezonde mensen. Voor zieke mensen of mensen met vervuiling of gifstoffen in het lichaam geldt deze aanbeveling niet.
- De uitdaging is om je hele leven optimaal gezond te blijven. Door steeds te zoeken naar optimale voedingsniveaus en deze continu te aan te passen rekening houdend met veranderingen in het lichaam is het mogelijk om een gezondheidsniveau te bereiken dat eerder niet mogelijk was.
Naast deze medische principes beschrijft Kunin ook een aantal ethische principes die als gedragsregels tegenover de patiënt gelden.
[bewerk] Successen
Van een aantal verbindingen die van nature in het lichaam voorkomen is gerapporteerd dat ze bij verschillende aandoeningen een gunstig effect kunnen hebben:
- S-Adenosylmethionine (SAMe) is een aminozuur dat in hoge doseringen antidepressieve eigenschappen heeft vergelijkbaar met reguliere antidepressiva, zonder de bijwerkingen. Het werkt erg snel, wanneer het aanslaat is de antidepressieve werking binnen enkele dagen tot een week merkbaar[3][4][5][6]
- Glucosamine is enigszins effectief bij artrose, met name van de kniegewrichten, (met name in langdurige onderzoeken) [7][8][9].
- Voorts is van diverse soorten plantaardige en dierlijke vetten en vetzuren en plantensterolen beschreven dat ze invloed kunnen hebben op het cholesterolgehalte en de kans op hart- en vaatziekten, maar ook op de stemming en de werking van het immuunsysteem. Hier beginnen we echter al op het gebied van de reguliere geneeskunde en voedingsleer te komen - zoals te verwachten is, want als van een alternatieve behandelwijze bewezen wordt dat hij werkt houdt hij al gauw op een alternatieve behandelwijze te zijn.
[bewerk] Kritiek
Hoewel de orthomoleculaire therapie, in tegenstelling tot de meeste andere alternatieve therapiën, zich sterk baseert op wetenschappelijk onderzoek, is de therapie controversieel.
Belangrijkste kritiekpunten zijn met name het gebruik van hoge doseringen van bepaalde vitaminen. Zo is in de orthomoleculaire therapie het gebruik van enkele grammen vitamine C per dag gebruikelijk, terwijl de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) voor dit vitamine in Nederland slechts 60 mg bedraagt, een factor 50 tot 100 minder. Tegenstanders vinden dat wetenschappelijk is niet aangetoond dat dergelijke hoge doses inderdaad werken, en zelfs dat wetenschappelijk is aangetoond dat zij in het geval van vitamine C niet werken[10][11]. Een dergelijke hooggedoseerde vitamine C kuur zou alleen je urine erg zuur (en duur) maken, omdat je wat je niet gebruikt weer uitplast. Voorstanders wijzen in dit verband op het feit dat de mens als een van de weinige diersoorten zelf geen vitamine C kan aanmaken. Met name tijdens stress maken dieren zelf veel vitamine C aan, en dergelijke weefselconcentraties kunnen bij de mens alleen bereikt worden via suppletie van dergelijke grote hoeveelheden (grammen) vitamine C. Tegenstanders wijzen er ook op dat bepaalde vitaminen in hoge doses schadelijk kunnen zijn, vooral tijdens een zwangerschap. Dit geldt vooral voor vitamine A[12][13] en vitamine D[14], die in hoge doseringen inderdaad schadelijk kunnen zijn, o.a. voor de ongeboren vrucht. De Nederlandse Warenwet stelt daarom strikte maxima voor het toevoegen van vitamine A en vitamine D in voedingssupplementen, waardoor in Nederland er weinig kans is op onbedoelde overdosering. Alleen wanneer doelbewust (veel) meer dan de aanbevolen dosering wordt genomen en/of wanneer langdurig meerdere vitamine A-houdende voedingssupplementen naast elkaar worden gebruikt, zou er kans op overdosering zijn.
Beoefenaren van de orthomoleculaire geneeskunde hebben ook een praktisch probleem: om de principes te kunnen toepassen moeten ze eigenlijk precies weten hoe het met de hoeveelheden van allerlei micronutriënten en producten van het metabolisme in iedere individuele patient gesteld is. Deze allemaal te bepalen is echter zeer tijdrovend en eveneens kostbaar, en de kosten worden door verzekeraars niet vergoed. Dat is dus in de meeste gevallen niet haalbaar. Dit is de reden van de veel gebruikte proefbehandelingen: ('therapeutic trials'), waarbij van een stof waarvan verondersteld wordt dat er een tekort aan bestaat een extra suppletie wordt gegeven en wordt gekeken of het helpt. Dit is in wetenschappelijk opzicht natuurlijk echter een doodzonde: een proefbehandeling bij één patient, waarbij de patient en de arts allebei weten wat er gegeven wordt! Door de mogelijkheid van een placebo-effect gaat hier dan ook geen enkele wetenschappelijke bewijskracht van uit, en wie vaart op uitkomsten van dergelijke tests kan nimmer aantonen dat zijn behandelingen ook werken.
[bewerk] Megadoseringen versus Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheden (ADH)
Een deel van de kritiek hangt ook samen met het gebruik van voedingssupplementen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat iemand die een normaal voedingspatroon volgt geen vitamine- en/of mineralentekort heeft. Extra toediening van vitaminen en mineralen in de vorm van voedingssupplementen lijkt volgens de critici daarmee dan ook zinloos. Ander wetenschappelijk onderzoek heeft echter aangetoond dat het moderne westerse dieet niet meer voldoet aan de voedingsbehoeften van het menselijk lichaam en wel degelijk aanvulling nodig heeft.
Aanhangers van de orthomoleculaire therapie noemen het "normale voedingspatroon" van de gemiddelde westerse mens echter behoorlijk ongezond. Bovendien gaat het in de orthomoleculaire therapie niet om het vermijden van tekorten, maar om het bereiken van "optimale" concentraties van voedingsstoffen in het lichaam, welke vaak hoger liggen dan nodig is om deficiëntieziekten te vermijden. De behoefte aan bepaalde nutriënten kan sterk verschillen door bijvoorbeeld ziekte, individuele biochemische verschillen of bijvoorbeeld de aanwezigheid van toxische stoffen in het lichaam.
Externe links
[bewerk] zie ook
dubbelblind onderzoek, controlegroep
Referenties: |
|