Paul Erdős
Van Wikipedia
Paul Erdős (Boedapest, 26 maart 1913 – Warschau, 20 september 1996) was een bijzonder productieve en excentrieke wiskundige die samen met honderden co-auteurs heeft gewerkt aan vraagstukken op het gebied van combinatoriek, grafentheorie, getaltheorie, analyse, numerieke wiskunde, verzamelingenleer en waarschijnlijkheidsrekening.
Inhoud |
[bewerk] Biografie
Erdős is geboren in Boedapest, Hongarije. Zijn Hongaarse naam luidt: Erdős Pál (Erdős spreek je uit als 'Erdeusj' met de klemtoon op de eerste lettergreep.) Zijn ouders waren niet-praktiserende joden. De joodse gemeenschap in Boedapest van die tijd heeft tenminste vijf opmerkelijke wetenschappers voortgebracht naast Erdős: de natuurkundige Eugene Wigner, de natuurkundige en politicus Edward Teller, de scheikundige, natuurkundige en politicus Leó Szilárd, de wiskundige John von Neumann en de filosoof Georg Lukács.
Erdős gaf al jong blijk van zijn talent als wonderkind en werd door zijn leeftijdsgenoten al gauw beschouwd als wiskundig genie. Hij studeerde af aan het Sint-Stefansgymnasium.
Alhoewel hij beroemd was en vele prijzen ontving, heeft hij het grootste deel van zijn leven doorgebracht als "dakloze", aangezien hij voortdurend onderweg was van de ene naar de andere wetenschappelijke conferentie en logeerde bij zijn collega's over de hele wereld. Typerend voor hem was om aan te bellen bij een collega en te zeggen: "Mijn brein staat open", om vervolgens een paar dagen te blijven logeren, samen enkele artikelen te produceren en weer te vertrekken. Hij hechtte weinig waarde aan materiële zaken en gaf het grootste deel van het geld dat hij ontving bij prijzen aan anderen en aan goede doelen.
Eén van zijn gevleugelde uitspraken was: "Een wiskundige is een machientje dat koffie omzet in stellingen" (Sommige bronnen wijzen dit citaat echter toe aan Renyi). Na 1971 begon hij ook amfetamine te slikken, ondanks de bezorgdheid van zijn vrienden, die met hem om $500 wedden dat hij niet een maand met de amfetamine zou kunnen stoppen. Hij won de weddenschap, maar protesteerde dat de wiskunde een vertraging van een maand had opgelopen: "Als ik vroeger naar een leeg vel papier keek zaten mijn hersenen vol ideeën; tegenwoordig zie ik alleen maar een leeg vel papier". Zodra hij de weddenschap had gewonnen hervatte hij zijn oude gewoonte weer.
Hij bezigde een eigenaardig taalgebruik: "het Boek" was een denkbeeldig boek waarin God de beste en meest elegante bewijzen voor wiskundige stellingen had opgeschreven (hij was niet-gelovig en noemde God de "Opperste Fascist"). Kinderen noemde hij "epsilons", vrouwen waren "bazen" en mannen "slaven". Mensen die geen wiskundig onderzoek meer deden waren "dood"; overledenen waren "weg". College geven noemde hij "preken". Zijn grafschrift moest volgens hem luiden: "Eindelijk word ik niet meer dommer".
Hij was lid van de Hongaarse (1956), Amerikaanse (1979), Indische (1988), Engelse (1989) en andere academieën der wetenschap. Voor zijn werk riepen verscheidene buitenlandse academieën hem tot erelid uit. Hij kreeg eredoctoraten van 15 universiteiten. In 1983/84 deelde hij de Wolfprijs voor wiskunde met Shiing-Shen Chern. In Hongarije kreeg hij de Kossuth-prijs en de Staatsprijs.
[bewerk] Erdős' wiskunde
Erdős is een van de meest productieve wiskundigen in de geschiedenis van de wiskunde. Hij heeft ongeveer 1500 wetenschappelijke artikelen geproduceerd, de meeste in samenwerking met anderen. Hij heeft samengewerkt met zo'n 500 collega's. Hij beschouwde wiskundig onderzoek als een sociale bezigheid en heeft zo de manier van wiskunde doen blijvend veranderd.
Hij hield zich in de eerste plaats bezig met getaltheorie, combinatoriek, verzamelingenleer, analyse en waarschijnlijkheidsrekening, maar droeg bij aan bijna alle deelgebieden van de wiskunde.
Hij startte het onderzoek naar Ramsey-verschijnselen en verrichte baanbrekend werk inzake de toepassing van stochastische methoden.
Vanwege zijn enorme productiviteit hebben zijn vrienden als grapje het Erdősgetal geïntroduceerd: Erdős heeft het Erdősgetal 0 (omdat hij nou eenmaal zichzelf is); zijn directe co-auteurs kregen Erdősgetal 1; de mensen die gepubliceerd hebben met deze co-auteurs kregen Erdősgetal 2; enz. Zie verder het artikel Erdősgetal.
Erdős heeft veel samengewerkt met Yousef Alavi, Béla Bollobás, Stefan Burr, Fan Chung, Ralph Faudree, Ron Graham, András Gyárfás, András Hajnal, Eric Milner, János Pach, Carl Pomerance, Richard Rado (een van de co-auteurs van de beroemde Stelling van Erdős-Ko-Rado), Alfréd Rényi, Vojtech Rődl, C.C. Rousseau, Andras Sárközy, Dick Schelp, Miklós Simonovits, Vera Sós, Joel Spencer, Endre Szemerédi, Paul Turán en Peter Winkler.
[bewerk] Lees ook
- Constante van Erdős-Borwein
- Priemgetalstelling
- Vermoedens van Erdős
- Vermoeden van Erdős-Gyárfás
[bewerk] Externe links
- J.J. O'Connor and E.F. Robertson. Paul Erdös (at the MacTutor History of Mathematics archive)
- Paul Hoffman. De man die van getallen hield, Bert Bakker, 1999. ISBN 9035120477 (Hoffman's web site: Paul Erdős)
- Bruce Schechter. My brain is open. Touchstone, 2000. ISBN 0684859807 (biography)