Selim I
Van Wikipedia
1456-1520 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
![]() |
||||||
Ottomaans sultan | ||||||
|
Yavuz Sultan Selim I (Amasya, 10 oktober 1470 - Adrianopel, 21 september 1520) was een sultan van het Ottomaanse Rijk. Zijn bijnaam yavuz betekent "grimmig". In het arabisch schrift is zijn naam: سليم الأول Ondanks zijn wrede karakter was hij een erg gelovig Soennitisch moslim. Hij droeg een oorring, wat in die tijd alleen slaven deden, om aan te geven dat hij een slaaf van God was.
Selim bracht zijn jeugd door aan het hof van zijn grootvader Mehmet II. Na de dood van zijn grootvader vochten zijn vader Bayezid II en oom Cem een burgeroorlog uit om de troon. In de laatste jaren van de regering van zijn vader gebeurde hetzelfde tussen Selim en zijn oudere broer Ahmet. Selim leidde een opstand tegen zijn vader en broer in Thracië (1511), maar werd gedwongen naar de Krim te vluchten. Ahmet keerde zich nu tegen de sultan, waarop deze Selim te hulp riep. Selim keerde met zijn troepen terug naar Constantinopel waar hij met behulp van de Janitsaren afrekende met zijn broer. Hierop deed Bayezid II troonsafstand ten gunste van Selim (1512). Om verdere familieproblemen te voorkomen liet Selim daarop al zijn nog levende broeders en neven ter dood brengen.
Al even meedogenloos was hij als legeraanvoerder. Tijdens zijn regering verdriedubbelde het grondgebied van het Ottomaanse Rijk. In 1514 verklaarde hij de oorlog aan de Perzische shah Ismail I, zijn belangrijkste motivatie was Perzië tot het soennisme te bekeren (Ismail had het sjiisme als staatsgodsdienst ingevoerd). Hij liet in de korte campagne 40 000 alevieten ter dood brengen, die hij van Perzische sympatieën verdacht. Selim overwon de Perzen en nam hun hoofdstad Tabriz in. Hij dwong de Perzen een grensverdrag te tekenen, waarbij ze veel gebied verloren. Het oosten van Anatolië was nu stevig in Turkse handen. Zijn ministers hadden hem tegen de oorlog met Perzië geadviseerd, en hij liet enkele executeren om hun tegenstand.
Nu richtte Selim zich op de mamlukken in het zuiden. Tussen 1516 en 1517 veroverde hij Syrië, Libanon, Palestina en Egypte, dit betekende het einde van het sultanaat van de Mamlukken. Ook Arabië met de heilige plaatsen Mekka en Medina viel in Ottomaanse handen. Selim liet de gevangengenomen laatste Abbaside kalief, Al-Mutawakkil III, naar Constantinopel brengen waar deze de tekenen van het kalifaat, de mantel en het zwaard van de profeet Mohammed, aan hem moest overdragen. Selim was de eerste Ottomaanse sultan die zich kalief noemde, de sultans zouden dit tot de stichting van de republiek Turkije blijven doen.
In 1520, terwijl hij een militaire expeditie tegen Rodos aan het voorbereiden was, stierf hij plotseling aan miltvuur. Zijn zoon Süleyman I volgde hem op als sultan.