The Godfather
Van Wikipedia
The Godfather | |
---|---|
Regie | Francis Ford Coppola |
Productie | Albert S. Ruddy |
Script | Mario Puzo Francis Ford Coppola |
Hoofdrollen | Marlon Brando Al Pacino James Caan Robert Duvall Diane Keaton John Cazale |
Muziek | Nino Rota |
Montage | William Reynolds Peter Zinner |
Cinematografie | Gordon Willis |
Distributie | Paramount Pictures |
Uitgebracht | 15 maart 1972 (VS) |
Genre | Misdaaddrama |
Lengte | 175 min. |
Taal | Engels, Italiaans |
Land | Verenigde Staten |
Budget | $6 miljoen (geschat) |
Nominaties | acht Academy Awards, o.a. voor Beste Regie en drie voor Beste Mannelijke Bijrol |
Prijzen | o.a. Academy Awards voor Beste Film, Beste Acteur (Marlon Brando) en Best Aangepast Script |
IMDb-profiel | |
|
The Godfather is een Amerikaanse speelfilm uit 1972 van regisseur Francis Ford Coppola. De film is de eerste uit een reeks van drie en vertelt het verhaal van Michael Corleone, hoofd van een maffiafamilie uit New York. The Godfather is gebaseerd op het gelijknamige boek van Mario Puzo (tevens mede verantwoordelijk voor het scenario). Hoofdrollen worden gespeeld voor onder andere Marlon Brando, Al Pacino, Robert Duvall, James Caan en Diane Keaton.
The Godfather wordt beschouwd als een van de beste films aller tijden. De American Film Institute plaatste hem bijvoorbeeld in 1998 in de lijst van beste Amerikaanse films aller tijden op de derde plaats.[1] De film was destijds een groot succes. Het was de bestbezochte film van het jaar, en werd genomineerd voor elf Oscars, waarvan hij er drie won: de Academy Award voor Beste Film, Beste Acteur (voor Marlon Brando) en Best Aangepast Script. De film betekende de grote doorbraak voor James Caan, Robert Duvall en de destijds onbekende Al Pacino, gaf Marlon Brando een comeback na jaren van flops en blies het gangsterfilmgenre nieuw leven in. Ook is de film regelmatig geparodieerd en geciteerd. Vooral het beroemde citaat "I'm gonna make him an offer he can't refuse" is vaak geïmiteerd.
Inhoud |
[bewerk] Verhaal
Het is eind jaren veertig. Don Vito Corleone (gespeeld door Marlon Brando) is het hoofd van een New Yorkse maffiafamilie. Tradities en respect zijn de codewoorden in deze wereld. Mensen die echter de familie in de weg zitten, krijgen te maken met meedogenloos geweld. Ter gelegenheid van de bruiloft van zijn zus Connie (Talia Shire, Coppola's zus) met Carlo Rizzi komt Michael (Al Pacino), de jongste zoon van Don Vito Corleone, terug naar huis vanuit Europa, waar hij gediend heeft in de Tweede Wereldoorlog bij de mariniers. Michael wil niets met de illegale praktijken van de familie te maken hebben, in tegenstelling tot zijn oudere broer Sonny (Santino, gespeeld door James Caan). Hij wordt op de bruiloft vergezeld door zijn jeugdliefde, de niet-Italiaanse Kay (Diane Keaton).
Op een dag vraagt drugsdealer Virgil Sollozzo aan Don Vito Corleone om bescherming. Don Vito houdt echter vast aan zijn oude normen en waarden en is zeer tegen drugs. Hij weigert dan ook, tegen het advies van zijn advocaat en pleegzoon Tom Hagen (Robert Duvall) in. Sollozzo is kwaad en beraamt een aanslag op hem.
Als Don Vito Corleone rond Kerstmis zwaargewond raakt bij een aanslag, neemt Michael wraak door de aanstichters te doden. Hij vlucht naar Sicilië, waar hij verliefd wordt en trouwt. Zijn vrouw wordt echter gedood door een autobom die voor hem bedoeld was. Don Vito Corleone is inmiddels hersteld en heeft vrede gesloten met zijn rivalen. Broer Sonny is verraden door Connies echtgenoot en vermoord in een scène die doet denken aan het einde van Bonnie and Clyde (1967). Als Michael terugkeert naar New York trouwt hij met Kay. Michael is na de dood van Sonny de enige die de leiding van zijn vader kan overnemen. Tegen wil en dank aanvaardt hij deze taak en belooft Kay dat de familie binnen vijf jaar legaal zal zijn.
Na de dood van zijn vader neemt Michael dan ook zijn rol over. Tijdens de doop van zijn neefje en peetzoon, Connies tweede kind, slaat Michael zijn slag om de macht te grijpen in de maffiawereld. Terwijl Michael bij de doop aanwezig is vermoorden zijn handlangers Michaels belangrijkste vijanden. Ook Connies man Carlo wordt na de doop gewurgd, nadat hij bekent Sonny te hebben verraden. Als Kay Michael vraagt of hij iets te maken heeft met de dood van Carlo, liegt hij. Kay is opgelucht, maar ziet aan het einde van de film dat de nieuwe caporegimes hun respect aan hem tonen door zijn hand te kussen en hem aan te spreken met Don Corleone.
[bewerk] Cast & crew
[bewerk] Cast
Rolverdeling | |||
Acteur | Personage | (Opmerkingen) | |
---|---|---|---|
Marlon Brando | Don Vito Corleone | Oscar beste acteur | |
Al Pacino | Michael Corleone | genomineerd Oscar beste mannelijke bijrol | |
James Caan | Santino "Sonny" Corleone | genomineerd Oscar beste mannelijke bijrol | |
John Cazale | Fredo Corleone | ||
Robert Duvall | Tom Hagen | genomineerd Oscar beste mannelijke bijrol | |
Diane Keaton | Kay Adams | ||
Sterling Hayden | Captain McCluskey | ||
Richard Conte | Barzini | ||
Talia Shire | Conny Corleone | ||
Al Lettieri | Virgil Sollozzo | ||
Al Martino | Johnny Fontane | ||
Abe Vigoda | Sal Tessio | ||
Rudy Bond | Cuneo | ||
Richard S. Castellano | Clemenza | ||
Richard Bright | Al Neri | ||
Gianni Russo | Carlo Rizzi | ||
John Marley | Jack Woltz |
[bewerk] Crew
- Francis Ford Coppola - regie, scenario
- Mario Puzo - scenario
- Albert S. Ruddy - productie
- Nino Rota - muziek
- Gordon Willis - cinematografie
- William Reynolds - montage
- Peter Zinner - montage
- Dean Tavoularis - productiedesign
[bewerk] Ontstaan
Paramount had het plan opgevat om voor een laag budget een filmversie op te nemen van Mario Puzo's bestseller The Godfather. De film werd eerst aangeboden aan regisseur Sergio Leone, maar deze weigerde en maakte zijn eigen gangsterfilm, de klassieker Once Upon a Time in America. Later zou Leone toegeven dat hij spijt had van deze beslissing. Daarna boden ze de film aan aan Francis Ford Coppola, een jonge regisseur waarvan Paramount dacht dat hij makkelijk te controleren zou zijn. Coppola wilde in eerste instantie de film ook niet maken, maar met de garantie dat hij The Conversation ook mocht maken, ging hij overstag.
Coppola bleek minder makkelijk te zijn dan Paramount had gedacht, en Paramount heeft op het punt gestaan hem te ontslaan. Hij overschreed het budget en hield zich niet aan het schema. Paramount was eveneens fel gekant tegen enkele beslissingen van Coppola, waaronder de casting van Al Pacino en Marlon Brando in de belangrijkste rollen. Pacino was namelijk destijds vrij onbekend (alhoewel hij al een Tony Award had gewonnen, had hij voor The Godfather slechts twee films gemaakt) en kwam slecht uit de screentests en Brando had al jaren geen hit meer gehad. Zijn laatste film Queimada uit 1969 was zelfs een grote flop. Voor de rol van Don Vito Corleone had Coppola ook Laurence Olivier op het oog, maar die was te ziek.
Paramounts productiechef Robert Evans had andere mensen op het oog voor de rollen, waaronder Ernest Borgnine en de Italiaanse filmproducent Carlo Ponti voor Don Vito Corleone en Robert Redford, Warren Beatty en Burt Reynolds voor Michael Corleone. Later besloten ze dat James Caan, die Coppola wilde voor de rol van Sonny, Michael zou spelen. Uiteindelijk stemde Paramount in met de casting van Pacino en Brando. Pacino had zichzelf echter ook beloofd aan een andere film, The Gang That Couldn't Shoot Straight van MGM. Om Pacino vrij te krijgen van de film ruilden ze hem voor een andere acteur die oorspronkelijk was gecast, Robert De Niro. De Niro, die auditie had gedaan voor de rollen van Sonny en Michael en de rol van verrader Paulie Gatto had gekregen, nam het aanbod aan en speelde de rol die Pacino oorspronkelijk zou spelen. Door niet mee te spelen in The Godfather kon De Niro de jonge Vito Corleone spelen in het vervolg The Godfather Part II, de rol die hem een Oscar opleverde en van hem een ster maakte.
Tijdens voorbereidingen van de scènes had Coppola zijn acteurs scènes laten improviseren die de film niet zouden halen. Ook organiseerde hij diners waarbij de acteurs aten, dronken en spraken als hun personage.
De film werd opgenomen tussen 29 maart 1971 en 6 augustus 1971. Samen met zijn cameraman Gordon Willis besloot Coppola een tragere film te maken en zo tegen de destijds heersende mode van snelle camerabewegingen en snelle montage inging. Hij wilde daarentegen een "tableau vivant"-stijl creëren, met een stilstaande camera en schaduwrijke interieurs.
[bewerk] Ontvangst en impact
De film ging op 15 maart 1972 in New York in première, en een week later in Los Angeles. In het weekend na de première in Los Angeles bracht de film in de VS $5,264,402 op. In het eerste jaar dat de film draaide bracht het zo'n $81,5 miljoen op in de Verenigde Staten, veertien keer zoveel als hij kostte. Het was daarmee de best bezochte film van het jaar en zelfs even aller tijden, totdat The Exorcist een jaar later $3 miljoen meer opbracht. De film is daarna nog enkele keren opnieuw uitgebracht. In 1997 had de film wereldwijd zo'n $245 miljoen opgebracht in de bioscopen.
Tegenwoordig wordt de film beschouwd als een van de beste aller tijden. Entertainment Weekly koos het de beste film, American Film Institute zette de film op de derde plaats van de lijst van beste Amerikaanse films aller tijden. Ook staat de film constant in de top drie van de IMDb Top 250. In 1990 werd de film opgenomen in de National Film Registry.
Ook de zin "I'm gonna make him an offer he can't refuse", regelmatig geciteerd en geparodieerd, werd door het American Film Institute gekozen als de op één na beste filmcitaat, na "Frankly my dear, I don't give a damn" van Gone With the Wind (1939).
The Godfather wordt vaak gezien als de film die het gangstergenre een nieuw leven inblies. De film verrijkte het genre ook met het idee van de maffia als een familie met zijn eigen normen, vergelijkbaar met bijvoorbeeld een koninklijke familie, die gunsten verleent aan mensen die hen trouw zijn en geweld pleegt tegen hun tegenstanders.
[bewerk] Prijzen en nominaties
[bewerk] Academy Awards 1973
The Godfather werd genomineerd voor elf Oscars, waarvan hij er uiteindelijk drie won. Marlon Brando, die de prijs voor beste acteur won, weigerde echter te komen uit protest op de manier waarop in de filmindustrie Indianen worden uitgebeeld. Hij stuurde de actrice Sacheen Littlefeather (overigens geen echte Indiaan) om op de ceremonie uitleg te geven. Ook Mario Puzo was niet aanwezig. De prijs voor Best Script werd opgehaald door zijn dochter Dorothy Ann Puzo. Nino Rota's muziekscore was ook genomineerd voor een Oscar, maar moest later worden teruggetrokken omdat bleek dat Rota al gedeelten van de muziek had gebruikt in de vrij onbekende Italiaanse film Fortunella uit 1958. Hierdoor kwam de score niet in aanmerking voor de prijs.
- Beste Film - Albert S. Ruddy (gewonnen)
- Beste Acteur - Marlon Brando (gewonnen)
- Best Aangepast Script - Mario Puzo en Francis Ford Coppola (gewonnen)
- Beste Regie - Francis Ford Coppola (genomineerd)
- Beste Mannelijke Bijrol - James Caan (genomineerd)
- Beste Mannelijke Bijrol - Al Pacino (genomineerd)
- Beste Mannelijke Bijrol - Robert Duvall (genomineerd)
- Best Kostuumontwerp - Anna Hill Johnstone (genomineerd)
- Beste Montage - William Reynolds en Peter Zinner (genomineerd)
- Beste Muziek, Originele Score - Nino Rota (genomineerd, teruggetrokken)
- Best Geluid - Charles Grenzbach, Richard Portman en Christopher Newman (genomineerd)
[bewerk] BAFTA's
- Anthony Asquith Award voor Beste Filmmuziek - Nino Rota (gewonnen)
- Beste Acteur - Marlon Brando (genomineerd)
- Beste Kostuumontwerp - Anna Hill Johnstone (genomineerd)
- Beste Nieuwkomer - Al Pacino (genomineerd)
- Beste Bijrol - Robert Duvall (genomineerd)
[bewerk] Golden Globes
- Beste Film, Drama (gewonnen)
- Beste Regie - Francis Ford Coppola (gewonnen)
- Beste Filmacteur, Drama - Marlon Brando (gewonnen)
- Best Scenario - Francis Ford Coppola en Mario Puzo (gewonnen)
- Beste Originele Score - Nino Rota (gewonnen)
- Beste Filmacteur, Drama - Al Pacino (genomineerd)
- Beste Bijrol - James Caan (genomineerd)
[bewerk] Grammy Awards
- Beste Originele Score voor een Film of TV-Special - Nino Rota (gewonnen)
[bewerk] Vervolgen
De sequels van deze film zijn:
- The Godfather Part II (1974)
- The Godfather Part III (1990)
In 1977 editete Coppola de eerste en tweede film opnieuw tot één film, The Godfather Saga genaamd. Er zijn geruchten dat er nog een vierde en vijfde deel wordt gemaakt.
[bewerk] Computerspel
In 2006 is er een tweede game van The Godfather uitgekomen. Voor dit spel zijn de meeste originele stemmen van de cast gebruikt (Al Pacino is niet te horen). Het spel is geproduceerd door de EA Games. Doel is dat de speler als jonge man zich aansluit bij de familie Corleone en zich een weg omhoog moet werken in het criminele circuit, totdat je uiteindelijk de titel van 'Don' hebt verdiend.
[bewerk] Trivia
- Wanneer in de film sinaasappels te zien zijn, moet de kijker rekening houden met het feit dat de personen in kwestie wel eens vermoord kunnen worden. Coppola heeft overigens eens gezegd dat dit louter toeval zou zijn. "De kleur oranje van de sinaasappels doet het gewoon goed in donkere shots".
- Het woord maffia wordt niet één keer in de film gebruikt, naar men zegt uit vrees voor de echte godfathers.
- The Godfather is een van de weinige films waarbij het vervolg als net zo goed, zo niet beter, wordt beschouwd als het origineel. Zowel The Godfather als The Godfather: Part II wonnen de Oscar voor Beste Film, waarmee de The Godfather-trilogie de enige filmserie is waarbij twee films de Oscar voor Beste Film wonnen.
- The Godfather is de eerste film waarbij het vervolg simpelweg 'II' werd toegevoegd.
- Sinds 1991 is er een Godfather-videogame verkrijgbaar. In 2006 is er nog een Godfather-videogame uitgekomen.
- De term "godfather" werd pas na deze film gebruikt voor maffialeiders.
- Brando droeg geen watten in zijn mond, maar een speciaal door een tandarts gemaakt hulpmiddel.
- De baby die in de film werd gedoopt is Coppola's eigen dochter Sofia Coppola.
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Externe links
- The Godfather op MovieMeter
- (en) The Godfather op allmovie.com
- (en) The Godfather op Rotten Tomatoes
Op Wikiquote staan citaten van The Godfather. |