Zuidelijke Nederlanden
Van Wikipedia
De Zuidelijke Nederlanden is de naam voor de vorstendommen die na de Tachtigjarige Oorlog onder Spaans gezag bleven. Het gebied werd ook wel de Oostenrijkse Nederlanden genoemd omdat bij de Vrede van Utrecht in 1713 werd bepaald dat de Zuidelijke Nederlanden bij Oostenrijk kwamen.
Over het algemeen worden de hieronderstaande gebieden bedoeld. De meeste hiervan behoren tegenwoordig tot België, maar enkele maken nu deel uit van Frankrijk, Nederland of Luxemburg. Ook in Duitsland liggen enkele kleine stukjes. Het betreft:
- Artesië
- Brabant en Limburg (VNS *)
- Doornik en het Doornikse (VNS *)
- Opper-Gelre of Gelder (VNS *)
- Henegouwen (VNS *)
- Luxemburg
- Mechelen (VNS *)
- Namen (VNS *)
- Rijsels-Vlaanderen met de steden Rijsel, Dowaai en Oorschie
- Vlaanderen (VNS *)
- later ook West-Vlaanderen (VNS *)
De Bourgondische hertogen, en later de keizers, waren respectievelijk hertog, graaf of heer in elk van deze gebieden. Er was een begin van gezamenlijk bestuur; daarbij hoorde de Grote Raad van Mechelen als hoogste rechtscollege. Na de Spaanse Successieoorlog in 1713 kwamen zij onder het gezag van een Oostenrijkse tak van de Habsburgers en werden ze min of meer afhankelijk van Oostenrijk. Onder Lodewijk XIV werden enkele van deze vorstendommen door Frankrijk ingepalmd en geannexeerd. Dit zijn Rijsel, Artesië en delen van Vlaanderen en Henegouwen.
.* In 1790 riepen de meeste overgebleven provincies (hierboven aangeduid met VNS) de onafhankelijkheid uit als de republiek van de Verenigde Nederlandse Staten. Tegen het einde van het jaar was het Oostenrijkse gezag alweer hersteld, maar niet voor lang.
In 1795, tijdens de Franse tijd (1792-1815), werden de Zuidelijke Nederlanden ingelijfd bij de Franse republiek als de negen verenigde departementen. Het Prinsbisdom Luik, het Prinsdom Stavelot-Malmedy, het Hertogdom Bouillon, en nog wat kleine zelfstandige gebieden, die nooit tot de Oostenrijkse Nederlanden behoorden, werden met de Zuidelijke Nederlanden verenigd.
Na het Congres van Wenen in 1815 werden deze gebieden onderdeel van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.
In 1830 riepen de Zuidelijke Nedrlanden de onafhankelijkheid uit onder de naam België. Dat werd in 1839 door Nederland in een verdrag erkend. Daarbij kreeg België ook het Franstalige deel van Luxemburg. In de praktijk moest België eerder het Duitstalige deel teruggeven aan Willem I, samen met het huidige Limburg (Nederland).