Amon (mythologie)
Van Wikipedia
Amoen, Amon, Amun, Ammon, Hamon, Amoun. | |||||
Amon in hiërogliefen |
|||||
Cultuscentrum | Thebe, Hermopolis Magna | ||||
Gedaante | Man gekroond met 2 hoge struisvogelpluimen | ||||
Dierlijke verschijning | Ram, nijlgans | ||||
Associaties | God van de dynastie, scheppergod, zonnegod (Amon-Ra) | ||||
Griekse god | Zeus | ||||
' |
De Oudegyptische godheid Amon speelde aanvankelijk een beperkte rol als oergod (en misschien reeds voorgesteld in de gedaante van een Nijlgans als scheppergod) samen met zijn tegenhangster of consorte Amaunet volgens de Piramidenteksten uit het Oude Rijk (grotendeels samengesteld door priesters uit Heliopolis en Memfis) en de Sarcofaagteksten uit het Middenrijk. Als zodanig moet zijn heiligdom vanouds hebben gelegen bij Heliopolis, misschien eerder in Dasjoer of Sakkara bij Memfis. Die noordelijke binding komt misschien ook terug in de Rode kroon die Amaunet volgens haar iconografie altijd draagt.
Vanaf zeker de 10e dynastie stond zijn voornaamste heiligdom echter in Thebe. De exacte betekenis van zijn naam I-m-n (Aman(oe), Amoen, Amon, Ammon) is onbekend. Er bestaat zowel een archaisch werkwoord imn 'scheppen, doen ontstaan' (zonder determinatief) als een veel voorkomend werkwoord imn 'verbergen, verborgen zijn' (met of zonder determinatief. Hoewel in later tijd veel woordspel met de betekenis 'verborgen zijn' voorkomt in teksten met zijn naam, wordt de naam Amon nooit met het determinatief voor 'verbergen' geschreven. Waarschijnlijker is daarom een grondbetekenis 'Schepper(-god)' die ook goed bij een oergod past. Zowel de Nijlgans (oorspronkelijk een gedaante van een onafhankelijke scheppergod genaamd 'Grote Gakkeraar') als een zuidelijke soort Ram (Ovis platyra) met naar binnen gedraaide horens (voor de vorm vergelijk: 'ammoniet'!) waren aan hem gewijd. Zijn echtgenote in Thebe was de godin Mut en hun zoon was Khonsu en samen vormden zij een Triade. Deze werd ook in het noorden vereerd. Amon wordt in tempelreliëfs meestal antropomorf en als heerser afgebeeld met een dubbele kroon met hoge veren. De kleur blauw die hij soms draagt verwijst zeker naar 'lucht' en 'wind', maar dit is zeker niet het natuurelement waarin de god geheel opgaat als de 'verborgene'. Uit de oudste teksten blijkt dat niet. Zo kan hij zich tevens manifesteren in het zonlicht en in en op het water. Uit al deze bewaarde herinneringen blijkt een ding zeker: Amon was een oude oergod. Met het nationaal herstel na de Eerste Tussenperiode veranderde er veel voor de Amon-cultus. De XIe en XIIe dynastie die de grondleggers van het Middenrijk waren stamden uit Thebe en steunden de Amon-priesters. Zo werd Amon een belangrijke godheid, en verschoof het geestelijk middelpunt van het land van Heliopolis naar het zuidelijke Thebe. Toch leidde dit niet tot een religieuze breuk omdat Ra, de zonnegod die in het Oude Rijk de nationale godheid geworden was eenvoudig aan Amon gelijk gesteld werd. Zo werd Amon-Ra de hoofd-godheid van Egypte en vooral in de bloeitijd van het Nieuwe Rijk werden de priesters van Amon-Ra steeds machtiger. Van de koning werd verwacht dat hij -bijvoorbeeld uit de schatting die de buitenlandse bezittingen opbrachten- steeds meer financiële middelen aan de priesterlijke bureaucratie ter beschikking stelde. Zo werd de priesterlijk macht een staat in de staat. Achnaton trachtte daar in een klap een eind aan te maken door de Amon-cultus te verbieden, maar zijn ketterij duurde niet lang. Na de tijd van de latere Ramessiden werd Opper-Egypte de facto geregeerd door de hogepriester van Amon en de Aanbidster van de God, de echtgenote op aarde van de god. In deze tijd had de cultus zich ook verder naar het zuiden verspreid naar Nubië waar ook de ramvorm van Amon oorspronkelijk vandaan kwam. Nadat in de tijd van de Lybische anarchie de Amon-cultus wat in de verdrukking geraakt was, waren het de Nubiërs die Amon weer in volle glorie herstelden.
In Griekse en Romeinse tijden was de Amon-cultus nog bijzonder machtig -Amon werd aan Zeus of Jupiter gelijkgesteld, hoewel de culten van Osiris, Isis en Serapis grotere aandacht opeisten. Aan de Amon-cultus kwam een einde toen onder Theodosius I het christendom tot staatsgodsdienst verheven werd.
[bewerk] Externe link
{{{afb_links}}} | Godheden in de Egyptische mythologie | {{{afb_rechts}}} | {{{afb_groot}}} |
---|---|---|---|
Aker - Amaunet - Ammit - Amon - Amon-Re - Anat - Anhur - Anubis - Anuket - Apedemak - Apepi - Apis - Atoem - Aton - Baäl - Bastet - Bes - Buchis - Chepri - Chons - Geb - Harmachis - Hapi - Hathor - Heh - Heket - Horus - Horuszonen - Imhotep - Isis - Khnum - Maät - Mentoe - Min - Miysis - Mnevis - Moet - Nefertem - Neith - Nekhbet - Nephthys - Noet - Osiris - Ptah - Ra - Reshef - Satet - Sekhmet - Selket - Serapis - Sesjat - Seth - Sjoe - Sobek - Sokaris - Sopdet - Tabh - Tatenen - Tefnut - Thoth - Toëris - Wadjet |