Bokseropstand
Van Wikipedia
De Bokseropstand of Bokseroorlog was een opstand van een Chinese nationalistische beweging, gericht tegen de westerse imperialistische mogendheden (1899-1901) en hun commerciële belangen.
Inhoud |
[bewerk] Vooraf
China was een grootmacht in verval. De westerse mogendheden profiteerden hiervan door hun commerciële belangen ten gelde te maken in het land. Zo bedongen westerse mogendheden vrije handelstoegang tot de havens, mijnconcessies, ...
Dit leidde tot grote onvrede bij de Chinezen. Een geheim politiek/religieus genootschap werd opgericht,Yihetuan genaamd, ofwel Vuisten der Gerechtigheid en Eensgezindheid (vandaar: Boksers). Deze kenmerkten zich door hun ongenoegen over de Westerse inmenging en de Chinese keizerlijke dynastie die maar liet betijen. Ze propageerden dan ook het verdrijven van zowel de westerse kolonisten als de keizerlijke dynastie.
Maar ook keizerin-regentes Cixi was helemaal niet zo gelukkig met de Westerse invloeden in haar land. Ze slaagde er in de Boksers voor haar te winnen in oktober 1899, en zo vormden Hof en opstandelingen een front tegen het Westen. Cixi vaardigde maatregelen uit die de Boksers beschermden, wat tot grote onrust leidde bij de Westerse diplomaten.
[bewerk] De opstand
In januari 1900 startten de Boksers hun agitatie op grote schaal. Westerlingen, Japanners en Chinese christenen werden aangevallen en hun goederen geplunderd. Er werden zo'n 300 buitenlanders, vooral zendelingen en missionarissen, vermoord, waaronder de Nijmeegse bisschop Ferdinand Hamer. In juni was de toestand al zodanig uit de hand gelopen, dat er sprake was van een effectieve opstand. Toen de Boksers nog eens samen gingen met delen van het keizerlijke leger, was het hek helemaal van de dam.
Tianjin en Peking werden aangevallen, en de gezantschapswijk in de hoofdstad werd omsingeld en belegerd. De Duitse gezant in Peking, Freiherr Klemens von Ketteler, werd tijdens onderhandelingen op 20 juni door de opstandelingen omgebracht. Dit betekende oorlog.
Een internationale expeditiemacht onder leiding van de Brit Claude Maxwell MacDonald werd op China losgelaten. Deze coalitie bestond uit Japanse, Amerikaanse, Oostenrijks-Hongaarse, Britse, Franse, Italiaanse, Russische en Chinese anti-Bokser troepen, en was zo'n 45.000 man sterk. Ook Duitsland was uiteraard vertegenwoordigd en wel met een Ostasiatisches Infanterie-Regiment. Door de dood van de Duitse gezant werd wraak één van de motieven voor de tegenactie die Kaiser Wilhelm II zijn vertrekkende troepen voorhield. Op 27 juli 1900, toen een contingent in Bremerhaven stond aangetreden voor verscheping overzee, sprak Wilhelm de hoop uit dat zijn troepen zich dezelfde reputatie in China zouden verwerven als destijds de horden van Etzel (Attilla) in Europa, en wel zodanig dat geen Chinees het ooit meer zou wagen een Duitser scheef aan te kijken... Tegenstanders van het Reich zagen in deze "Hunnenrede" van de keizer een bewijs voor het krijgszuchtige karakter van de Pruisen en in beide wereldoorlogen zouden de Duitsers bij de geallieerden als huns te boek staan. Wilhelms Ostasiatisches Infanterie-Regiment kwam overigens te laat in China aan om nog van enige invloed op het krijgsverloop te zijn: de internationale troepenmacht versloeg de opstandelingen bij Tianjin al op 14 juli en bij Peking op 14 augustus. De Boksers hadden gedacht door het uitvoeren van taoïstische rituelen onkwetsbaar in de strijd te zijn.
[bewerk] Na de opstand
Het Boksergenootschap werd opgedoekt, en door de keizerlijke steun aan hen, kwam de Qing-dynastie in opspraak. Ze was verplicht het Bokser Protocol te ondertekenen op 7 september 1901, waarbij er 10 vertrouwenspersonen die gelinkt waren aan de Boksers moesten worden terechtgesteld en men voor meer dan 300 miljoen euro aan herstelbetalingen moest doen.
Deze afgang van de keizerlijke hoogheden zou de steun van de bevolking helemaal doen wegkwijnen. Bovendien zouden de teruggedraaide hervormingen door Cixi (zie: de Honderddagige Hervorming) het besef doen groeien dat China enkel uit het slop zou kunnen raken door een republiek te worden.
[bewerk] Zie ook
- De film 55 days at Peking (1963) van Nicholas Ray geeft een beeld van de gebeurtenissen. De titel refereert aan de 55 dagen durende belegering van de Westerse ambassades.
- De Honderddagige Hervorming