Brief van Judas
Van Wikipedia
De brief van Judas (vaak kortweg Judas genoemd) is een van de boeken in het Nieuwe Testament van de Bijbel.
De schrijver is in het verleden vereenzelvigd met zowel "Judas, de broer van Jakobus" (Judas 1:1), als met Judas, de broer van Jezus Christus. Deze toewijzing werd echter al vroeg in de kerk in twijfel getrokken, en twijfels hierover werden tijdens de reformatie hernieuwd. Hierna schoof de overheersende opinie terug naar het geloof dat de brief het originele werk van de apostel was. Sinds het begin van de 20e eeuw wordt door historici en theologen algemeen aangenomen dat de brief een anoniem werk uit het eerste kwart van de 2e eeuw is. Gebaseerd op aard van de toespelingen op het Oude Testament, citaten uit niet-kanonieke boeken als het boek van Henoch, en het gebruik van de autoriteit van Judas, plaatsen veel historisch kritische theologen de plaats van samenstelling in het gebied van het huidige Israël.
De oudste referentie zekerheid is die in het "Muratorisch fragment", "Epistola sane Judæ et superscriptæ Joannis duae in catholica [scil. Ecclesia] habentur.", de zgn. canon van Muratori uit het jaar 170. In de periode hiervoor zijn wel documenten die mogelijk uit deze brief citeren, doch deze citaten zijn niet met zekerheid vast te stellen.
Het boek is als canoniek erkend tijdens het Concilie van Nicaea in 325.
In de verschillende kerken heersen over de persoon van Judas verschillende opvattingen:
- Een aantal protestantse theologen nam/neemt aan dat Judas de (half)broer van Jezus was;
- De Rooms Katholieke kerk gelooft, zoals voor het eerst verwoord door Sint Hiëronymus, dat Judas een neef van Jezus was, een zoon van Clopas, de broer van Jozef of van Maria.
- De Oosters Orthodoxe kerk ziet de schrijver als een halfbroer van Jezus uit een vorig huwelijk;
- Een lokale traditie in Oost Syrië identificeert Judas met de apostel Tomas, hen bekend als Judas Tomas, een broer van Jezus.
[bewerk] Inhoud
- De brief is geadresseerd aan de christenen in het algemeen (1,2), en
- de schrijver waarschuwt hen tegen zekere valse leraars. (3). Deze lijken als kenmerk te hebben dat wij er maar op los kunnen leven. Volgens hen is Gods genade zo groot dat Hij alles door de vingers ziet (1:4). Deze beschrijving kan slaan op het Docetisme.
In een gedreven stijl somt hij voorbeeld na voorbeeld op hoe God in de tenach zulke ongehoorzaamheid strafte. (5-16) - Hij spoort de lezers aan tot liefde voor God, versterking van het geloof, en liefde en hulp aan broeders en zusters die twijfelen. (17-23)
- Hij eindigt met een belofte en lofzang ((24,25)
[bewerk] Overeenkomst met de 2 Petrus
In Judas 3-18 komen enkele verzen sterk overeen met 2 Petrus 1:5 en 2:1-18. Dit suggereert dat een van beide schrijvers kennis heeft gehad van het werk van de ander. Doordat deze brief korter is nemen de meeste theologen aan dat Judas de bron is waar de schrijver van 2 Petrus gebruik van maakte. Een tegenargument is dat 2 Petrus de komst van dwaalleraars aankondigt, terwijl Judas de vervulling van deze aankondiging meldt. Judas haalt 2 Petrus 3:3 letterlijk aan en zegt dat het de woorden van de apostelen zijn.
[bewerk] Externe links
- NBV = Nieuwe Bijbelvertaling - Judas
Op bovengenoemde site staan rechtsboven ook andere vertalingen aangegeven:
- GNB96 = Groot Nieuws Bijbel 1996
- NBG51 = Nederlands Bijbelgenootschapsvertaling 1951
- SV = Statenvertaling
- SV77 = Herziene Statenvertaling 1977
- WV95 = Willibrordvertaling 1995