Egon Wellesz
Van Wikipedia
Egon Wellesz (Wenen, 21 oktober 1885 – Oxford, 8 november 1974) was een Engelse componist en musicoloog, Oostenrijker van geboorte.
Inhoud |
[bewerk] Biografie
Hij studeerde bij Carl Frühling en Guido Adler in Wenen. Al zeer vroeg was hij sterk geïnteresseerd in opera. Deze interesse culmineerde in zijn ‘Essays on Opera’ uit 1950. Hij kreeg privéles van Arnold Schoenberg die hem zeer beïnvloedde. Wellesz paste in zijn composites wel seriële technieken toe maar kan geen 12-toons componist worden genoemd.
Al vanaf 1918, toen hij professor aan de Weense Universiteit was geworden, componeerde hij. De Anschluss was een bedreiging voor hem omdat hij van gedeeltelijk Joodse ouders was. Daarnaast was zijn muziek ‘te modern’ en Entartet. Hij vluchtte naar Engeland en vestigde zich in Oxford. In 1946 nam hij de Britse nationaliteit aan.
Hij genoot daar grote populariteit en kreeg de eretitel 'Fellow of Lincoln College'.
Wellesz’ grootste invloed op de perceptie van opera was Gustav Mahler. Gedurende diens dienstverband aan de Wiener Hofoper, tot 1907, werden vele aanspreekmakende opera’s opgevoerd die Wellesz allemaal bezocht. Andere invloeden uit die tijd waren Schoenberg, Richard Strauss en diens librettist Hugo von Hofmannsthal. Hofmannsthal schreef in de jaren 1920 enige teksten en scenario's voor Wellesz’ dramatische werken.
[bewerk] Werken
Wellesz schrok niet terug voor de grootsheid van de onderwerpen waarover hij opera's schreef. Het hoorde bij, zijn eigen woorden, ‘jeugdige overmoed’. In de tien jaar tussen 1921 en 1931 zag Wellesz al zijn theaterwerken, op één na, opgevoerd worden. Hieronder bevonden zich vier van zijn balletten: Das Wunder der Diana, Persisches Ballet, Die Nächtligen en Achilles auf Skyros plus 5 opera’s.
In die tijd was er een enorme experimenteerdrift op het gebied van de ontwikkeling van de 20e eeuwse opera in relatie tot Griekse mythologie. Voorbeelden in Wellesz’ werk zijn de opera’s Alkestis en Die Bakchantinnen, en bijvoorbeeld de opera’s Orpheus en Das Leben des Orest van Ernst Kreňek.
In de jaren 1930 veranderde het muziekklimaat in Wenen zodanig dat dit meer en meer conservatief werd. Dit was een reactie op de Depressie en een voorbode voor de omwenteling die Oostenrijk in 1938 te wachten stond. Componisten als Wellesz kregen daardoor minder aandacht dan in de jaren 1920. Na 1931 schreef Wellesz geen belangrijke opera meer.
Na Wellesz’ gedwongen verhuizing naar Engeland werd hij vooral bekend als musicoloog in Byzantijnse muziek en Grieks drama. Vanaf 1945 stortte hij zich in een nieuwe ontwikkelingsfase: die van symfonicus. Tussen 1945 en 1971 voltooide hij negen symfonieën en nog enkele andere symfonische werken.
Op het Duitse CD-label CPO zijn alle symfonieën van Wellesz verschenen, uitgevoerd door het Radio-Symphonieorchester Wien o.l.v. Gottfried Rabl.
[bewerk] Lijst van opera’s en balletten
- Das Wunder der Diana op.18 (ballet, script van Balasz), 1924;
- Die Prinzessin Girnara op.27 (opera, libretto van Wassermann), 1921;
- Persisches Ballett op.30 (script van Tels), 1924;
- Achilles auf Skyros, op.33 (ballet, script van Hofmannsthal), 1926;
- Alkestis op.35 (opera, libretto van Hofmannsthal, naar Euripides), 1924;
- Die Nächtligen op.37 (ballet, script van Terpis), 1924;
- Der Opferung des Gefangenen op.40 (opera, libretto van Stucken, naar een Aztekenlegende), 1926;
- Scherz, List und Rache op.41 (opera, naar Goethe), 1928;
- Die Bakchantinnen op.44 (opera, libretto van Wellesz, naar Euripides), 1931;
- Incognita, op.69 (opera, libretto van Mackenzie, naar Congreve), 1951
[bewerk] Lijst van orkestwerken
- Sinfonischer Prolog, op.2, 1905;
- Vorfrühling, op.12, 1911;
- Suite, op.16, 1914;
- Festlicher Marsch, 1929;
- Pianoconcert, op.49, 1934;
- Prosperos Beschwörungen, op.53, 1938;
- Symfonie #1, op.62, 1945;
- Symfonie #2 ’The English’, op.65, 1948;
- Symfonie #3, op.68, 1951;
- Symfonie #4 (Symphonia Austriaca), op.70, 1952;
- Symfonie #5, op.75, 1956;
- Vioolconcert, op.84, 1961;
- Music for strings, op.91, 1964;
- Symfonie #6, op.95, 1965;
- Symfonie #7, op.102, 1968;
- Divertimento for chamber orchestra, op.107, 1969;
- Symphonic Epilogue, op.108, 1969;
- Symfonie #8, op.110, 1970;
- Symfonie #9, op.111, 1971
[bewerk] Vocale muziek
- Mitte des Lebens, voor sopraan, koor en orkest, op.45, 1931;
- Amor timido (naar Metastasio), voor sopraan en orkest, op.50, 1934;
- Lied der Welt (tekst: Hofmannsthal), voor sopraan en orkest, op.54, 1935;
- Leben, Trauern und Tod (teskt: Hofmannsthal), voor alt en orkest, op.55, 1935;
- 4 songs of return (teskt: Mackenzie), voor sopraan en klein ensemble, op.85, 1961;
- Vision (teskt: Trakl), voor sopraan en orkest, op.99, 1966
[bewerk] Externe links
Egon-Wellesz-Fonds bei der Gesellschaft der Musikreunde in Wien (Duits en Engels)