Existentialisme
Van Wikipedia
Het existentialisme is een filosofische beweging die wordt gekarakteriseerd door een benadrukking van individualiteit, individuele vrijheid, en subjectiviteit. Het is een richting die is ingezet door de Duitse filosofen Georg Hegel, Edmund Husserl, Friedrich Nietzsche en Martin Heidegger en populair was rond het midden van de 20e eeuw met het werk van Franse schrijver en filosoof Jean-Paul Sartre en levensgezellin schrijver en filosoof Simone de Beauvoir en anderen, waaronder ook de schrijver Albert Camus. Sindsdien heeft het sterk aan populariteit ingeboet en is wat dat betreft opgevolgd door vormen van (neo-)conservatisme, liberalisme en consumentisme.
Opsomming van de belangrijkste kenmerken:
- de mens is in het bestaan geworpen;
- de mens is slachtoffer in een absurde en zinloze wereld;
- de mens schept zelf zijn normen en waarden, is vrij;
- angst, eenzaamheid, chaos, op zichzelf teruggeworpen zijn.
Inhoud |
[bewerk] Achtergrond
Het lijkt misschien alsof filosofen hun denksystemen praktiseren in door waterdichte schotten afgescheiden ruimten, ver van de gewone mensenwereld, maar dat is niet zo. Filosofen geven stem aan wat leeft in hun tijd, vaak nog onbegrepen door de massa. En in toenemende mate is de tijd waarin deze filosofie tot uitdrukking komt, een tijd waarin vele zekerheden schijnen te wankelen. Nadat Copernicus de mens al zijn plaats in het centrum van de schepping had afgenomen, heeft het evolutionisme de mens nog verder beroofd van diens zekerheid over God, zijn Schepper. De Freudiaanse psychologie heeft zijn emotionele en morele zekerheden ontmaskerd. Wereldoorlogen hebben de mens de zekerheid ontnomen van vooruitgang naar een glorieus tijdperk, geschapen door wetenschap en techniek.
Het existentialisme komt de eer toe, weer een poging te hebben gewaagd tot echt filosoferen. Onder invloed van o.a. Nietzsche komt de vraag naar het zijn (metafysica) en de zin van het bestaan weer naar boven. Maar ook de vraag naar de moraal komt in deze filosofie weer aan de orde. Wie ben ik, wat doe ik hier, wat is de zin van mijn bestaan? En het antwoord is: als alles toeval is, is het bestaan absurd. Hoe ontkomt een mens hieraan? Door in volle vrijheid zijn eigen weg te kiezen, zichzelf te vormen, zichzelf te verwerkelijken. Deze zelfverwerkelijking kan worden geactualiseerd in grenssituaties, situaties waarin de laatste vragen omhoog komen, zoals: oorlog, strijd, schuld, lijden of dood. Dat zijn de momenten waarop de mens werkelijk existeert, boven zichzelf uitstijgt. Hij is daarbij niet gebonden aan wat dan ook, aan niemand verantwoording verschuldigd, maar handelt in volle vrijheid.
De fenomenologie, met Edmund Husserl als grondlegger, wordt vaak als voorloper van het existentialisme genoemd. Van de fenomenologie is Franz Brentano weer de voorganger. Ook is het existentialisme nauw verbonden met het personalisme, waarvan Martin Buber de belangrijkste filosoof is.
[bewerk] Invloedrijke existentialistische filosofen
- Arthur Schopenhauer (voorloper)
- Max Stirner (Johann Caspar Schmidt) (voorloper)
- Søren Kierkegaard
- Friedrich Nietzsche
- Martin Heidegger
- Simone de Beauvoir
- Jean-Paul Sartre
- Albert Camus
- Karl Jaspers
[bewerk] Existentialisme in de theologie
Ook in de theologie speelt het existentialisme een belangrijke rol. Zo heeft Rudolf Bultmann veel ontleend aan de filosofie van Martin Heidegger. Typerend voor Bultmann is verder het onderscheid tussen existentieel en existentiaal. Existentiaal gaat over de analyse van de existentie, terwijl existentieel gaat over de beslissingen die iemand neemt over zijn eigen bestaan.
Invloedrijke christelijke of religieus geïnspireerde existentialisten (naast eerder genoemde Søren Kierkegaard en Rudolf Bultmann):
- Karl Jaspers
- Gabriel Marcel
- Jean-Luc Marion
[bewerk] Existentialisme in de kunst
In de kunst komt existentialisme onder meer tot uiting in werk de Fluxusbeweging van George Maciunas. In Nederland in de a-dynamische kunst van Wim T. Schippers.
[bewerk] Zie ook
[bewerk] Weblinks
- Nietzsches initiële crisis Het Stirner-Nietzsche-vraagstuk in een nieuw licht, van Bernd A. Laska