Gloeilamp
Van Wikipedia
Een gloeilamp is een lamp van glas waarin licht geproduceerd wordt door een gloeidraad of filament. Als de lamp op een spanningsbron wordt aangesloten gaat door de gloeidraad een stroom lopen, waardoor deze heet wordt en licht gaat uitstralen. De gloeidraad bestaat uit het overgangsmetaal wolfraam. In de begintijd van de gloeilamp werden ook koolstof (afkomstig van bamboe of zijde) of de metalen Platina of Osmium gebruikt. Lampen met koolstof gloeidraad worden nog op bescheiden schaal geproduceerd en gebruikt voor decoratieve doeleinden.
De elektrische weerstand van de gloeidraad (afhankelijk van dikte en soort materiaal) wordt zodanig gekozen dat deze niet te heet wordt bij de aanbevolen elektrische spanning. De elektrische weerstand van een gloeidraad bestaande uit wolfraam, is in koude toestand maar een paar tot enkele tientallen ohm en wordt direct na het aansluiten van de spanning onder invloed van de ontwikkelde warmte enkele honderden tot duizenden ohm. Bij het aanschakelen van een gloeilamp ontstaat daardoor een stroompiek, wat vaak de oorzaak is van het doorbranden van de gloeidraad als deze al een dunne plek bevatte.
De gloeidraad wordt tegen verbranden beschermd door een glazen ballon waarin geen of zeer weinig zuurstof aanwezig is. Als lucht door beschadiging van de ballon bij de gloeidraad van een gloeilamp kan komen, verbrandt deze binnen een seconde na het inschakelen. Tot ongeveer 1960 werd de ballon van gloeilampen vacuüm gemaakt. Tegenwoordig wordt de ballon gevuld met een niet-reactief gas zoals stikstof of een edelgas zoals argon of xenon. In vergelijk met gasgevulde lampen hebben vacuüm lampen een ballon van een grotere diameter en dikker glas. Het glas van een gasgevulde lamp is niet veel dikker dan een vel papier. Toch is het glas bestand tegen enige druk, doordat dit in een sterke vorm geblazen is.
Ook in een gloeilamp met onbeschadigde ballon verdampt het materiaal van de gloeidraad heel geleidelijk door de verhitting en slaat neer op de binnenkant van de glazen ballon, die daardoor donkerder wordt. Door de ballon te vullen met gas wordt dit proces verminderd. Aanwezigheid van sporen van waterdamp versnelt juist het proces.
De (klassieke) gloeilamp is nog steeds het meest gebruikte middel voor verlichting binnenshuis.
Inhoud |
[bewerk] Halogeenlamp
In halogeenlampen bevindt zich een beetje van een halogeen (bijvoorbeeld jodium), dat door de hitte gasvormig wordt. Het halogeen gaat in de koudere gedeelten van de lamp een verbinding aan met het verdampte materiaal van de gloeidraad. Deze gasvormige verbinding ontleedt weer in halogeen en metaal wanneer hij dicht bij de zeer hete gloeidraad komt, en het metaal slaat weer neer op de gloeidraad die daardoor veel langer heel blijft, zelfs als er een nog hogere spanning op de gloeidraad wordt aangesloten. Halogeenlicht is daarom wat witter en feller bij gelijke energie-opname.
[bewerk] Spectrum
Doordat een gloeilamp licht produceert door verhitting, zal een gloeilamp over het algemeen een lichtspectrum hebben dat een accent heeft in het rode gebied. Hierdoor oogt het licht van een gloeilamp geelachtig. De meeste energie wordt in het infrarode gebied uitgestraald.
Omdat een geelachtige kleur niet altijd gewenst is, plaatst men wel kleurenfilters voor de lamp. Dit gebeurt veelvuldig in het theater, waar de technici bijvoorbeeld correctiefilters gebruiken om daglicht na te bootsen. Deze filters houden dan het gele licht tegen en laten veel blauw door. Er zijn ook zogeheten daglichtlampen verkrijgbaar die veel gebruikt worden om binnenshuis planten mee te verlichten.
[bewerk] Uitvinding
De uitvinding van de gloeilamp wordt vaak toegeschreven aan Thomas Alva Edison. Edison was echter slechts een van de velen die bijdroegen aan de ontwikkeling van een praktisch middel om met elektriciteit licht te genereren. De reeds bestaande koolstofbooglamp was ondanks het helderwitte licht niet praktisch genoeg. In 1801 experimenteerde Humphry Davy al met een gloeiende platinadraad, die echter onmiddellijk verbrandde. In 1854 slaagde Heinrich Göbel erin de eerste echte gloeilamp te maken. Zijn gloeilamp bestond uit een verkoolde bamboevezel in een vacuümgezogen eau-de-colognefles. Hij kon de fles vacuüm trekken door deze te vullen met kwik en hem daarna leeg te laten lopen. Door het vacuüm kon de bamboevezel niet verbranden. Göbels lamp brandde 400 uur. Edison vroeg 25 jaar later octrooi aan op een zelfde soort lamp. Göbel betwistte het patent voor de rechtbank en kreeg in 1893 zijn gelijk. Hij overleed echter in hetzelfde jaar.
[bewerk] Rendement
De gloeilamp staat ook bekend om het lage rendement dat het heeft. Het rendement ligt tussen de 5 en 10%. Dit rendement is de stralingsenergie, eigenlijk dus het licht dat de lamp produceert. Dit betekent dat van alle elektrische energie die de lamp in gaat er maar 5 tot 10% wordt gebruikt om licht te produceren. De overige 90 tot 95% die wordt verbruikt komt vrij in de vorm van warmte. Dit verklaart ook waarom gloeilampen zo heet aanvoelen. Van alle lampensoorten heeft de gloeilamp het laagste rendement. Het rendement van een tl-buis is bijvoorbeeld 65% en dat van een spaarlamp is 40%. Dus: het elektriciteitsverbruik daalt als je een gloeilamp vervangt door een tl-buis, spaarlamp of LED lamp die dezelfde hoeveelheid licht geeft. Daar staat echter wel tegenover dat in veel gevallen door het verlies aan warmtedissipatie de centrale verwarming meer energie moet gaan leveren.
Gezien het lage rendement en de bijkomende milieubelasting wil Australië het gebruik van de gloeilamp verbieden. Dit zou in 2010 moeten gebeuren, waarna alle gloeilampen vervangen moeten zijn door spaarlampen. Ook in de regering van België zijn stemmen opgegaan voor een verbod. Hetzelfde geldt voor de staat Californie in Amerika
[bewerk] Trivia
- De gloeilamp wordt wel in stripverhalen als symbool gebruikt om aan te geven dat iemand een "lichtje opgaat".
- In Donald Duck is Lampje een bekende stripfiguur: een klein lampje met armpjes en beentjes, het hulpje van Willie Wortel, de bekende uitvinder in Duckstad.
- Een kale gloeilamp wordt ook wel peertje genoemd.
- Aan het begin van het gloeilamptijdperk tussen 1905 en 1915 was elektrisch licht veel duurder dan gaslicht. Om te tonen dat men zich elektrisch licht kon permitteren werden de gloeilampen daarom open getoond. In het Hotel des Indes in Den Haag is dit nog goed te zien.
- De wintertuin van Hotel Krasnapolsky in Amsterdam werd in 1882 als één van de eerste gebouwen in Nederland voorzien van elektrisch gloeilamplicht.
- Gerard Philips bezocht de wintertuin van Hotel Krasnapolsky en was zo gefascineerd door het gloeilicht dat hij besloot gloeilampen te gaan produceren. Dit idee leidde tot de oprichting van een gloeilampenfabriek in Eindhoven in 1891. Een fabriek die uiteindelijk uitgroeide tot de multinational Koninklijke Philips Electronics.
- De eerste installaties hadden een eigen dynamo. De eerste openbare elektriciteitscentrale in Nederland werd gebouwd in Kinderdijk in 1886 en voorzag 295 gebouwen in Nieuw-Lekkerland en Alblasserdam van stroom.
Bronnen en referenties: |
Technisch Weekblad 6-8-2004: Göbels gloeilamp is de oudste. |
{{{afb_links}}} | Lampen | {{{afb_rechts}}} | ![]() |
---|---|---|---|
Argandse lamp · Booglamp · Davylamp · Elektrodeloze lamp · Gasontladingslamp · Gloeilamp · Halogeenlamp · Lamp · Lantaarn · LED lamp · Kaars · Knijpkat · Metaalhalidelamp · Natriumlamp · Neonlamp · Olielamp · Spaarlamp · TL-buis · Zaklantaarn |