Lijst van graven van Leuven en hertogen van Brabant
Van Wikipedia
Omdat de graven van Leuven de voorvaderen zijn van de hertogen van Brabant, begint deze lijst met de Leuvense dynastie (de Reiniers).
Inhoud |
[bewerk] Vroege heersers over het gebied Brabant
In de landsheerlijke kronieken van de hertogen van Brabant (14e-15e eeuw) werd gepoogd om het Leuvense gravengeslacht te doen afstammen van de vroegste Frankische vorsten (en zelfs koning Priamus van Troje en senatoren uit het Romeinse Rijk). De Frankische, Merovingische en Karolingische voorvaderen werden daarin als ambtelijke voorgangers in het hertogschap beschouwd. De titel van hertog van Brabant kwam afgaande op oorkondelijke en contemporaine narratieve bronnen evenwel pas in voege omstreeks 1183/1184. Keizer Frederik Barbarossa heeft toen het reeds bestaande (in omvang vrij kleine) landgraafschap Brabant tot hertogdom verheven. Vanaf de 13e eeuw wordt de naam van dit hertogdom ook gebruikt voor het hele gebied onder controle van de graven van Leuven.
Afhankelijk van de tijdsperiode dekt één zelfde gelijkluidend territoriaal begrip niet altijd dezelfde lading. De benaming 'Brabant' laat zich van de 8e tot de 12e eeuw liefst vijf maal voor een grondig verschillende reikwijdte gebruiken.
- Als gouwgraafschap (8e-10e eeuw): dit strekt zich uit vanaf de Schelde tot de Dijle, ten zuiden begrensd door de rivier de Haine en een woudgordel. Jongere vermeldingen van de pagus Bracbatensis vindt men in latere eeuwen nog overvloedig terug ten behoeve van louter geografische situeringen zonder territoriaal-politieke draagwijdte. De vroegste vermelding van Brabant als gouwgraafschap (pagus Bracbatensis) vindt men in 870 bij het Verdrag van Meerssen. De Brabantgouw bestond toen al uit vier deelgraafschappen.
- Als markgraafschap: historiografisch noemt men het bedoelde territorium bij voorkeur de mark Ename. De graaf wordt in kronieken genoemd naar de stamburcht te Ename. Het graafschap is echter uitsluitend als graafschap Brabant in de keizerlijke oorkonden te bekennen. Mogelijk omvatte het nog de gehele Brabantgouw, evenwel met uitzondering van het graafschap Brussel. Omstreeks 1025 werd de zuidelijke helft van de gouw ten gunste van de graven van Bergen afgesplitst. Kort na 1056 werd het noordwestelijke deel tussen Schelde en Dender als rijksleen toegewezen aan de graven van Vlaanderen (het zogenoemde Rijks-Vlaanderen).
- Als paltsgrafelijk ambtsleen: vermoedelijk vanaf 1044-1045, verband houdend met het militaire optreden van paltsgraaf Otto I (en mogelijk ook zijn opvolger, paltsgraaf Hendrik I) in Neder-Lotharingen tijdens de rebellie van hertog Godfried met de Baard. Het beneficium verviel bij de dood van paltsgraaf Herman II van Lotharingen op 20 september 1085. Dit rijksleen heeft na 1056 slechts betrekking op het deel van de Brabantgouw tussen Dender en Zenne.
- Als landgraafschap onder de graven van Leuven: vanaf omstreeks de jaarwisseling van 1085-1086. Territoriaal is het beperkt tot het deel van de Brabantgouw tussen Dender en Zenne.
- Ten slotte als hertogdom, als verheffing van het landgraafschap in 1183/1184. Aanvankelijk was het territoriaal wellicht beperkt tot het landgraafschap, maar vanaf het midden van de 13e eeuw wordt de naam van dit hertogdom protocolair aangewend voor alle gebieden onder controle van de graven van Leuven.
Hertogen van Lotharingen
Regeerden over de Brabantgouw in hoofde van hun ambt van hertog van Lotharingen:
- 928 - 939 Giselbert van de Maasgouw
- 939 - 944 Otto van Verdun
- 944 - 953 Koenraad de Rode
- 953 - 965 aartsbisschop Bruno van Keulen
- 965 - 977: vacant.
Hertogen van Neder-Lotharingen
Regeerden over de Brabantgouw in hoofde van hun ambt van hertog van Neder-Lotharingen:
- 977 - 991 Karel van Lotharingen
- 991 - 1005 of 1012 Otto van Lotharingen, zoon van Karel van Lotharingen.
- 1012 - 1023 Godfried I van Verdun (benoemd door Koning Hendrik II)
- 1023 - 1044 Gozelo I van Verdun
- 1044 - 1046 rebellie van hertog Godfried met de Baard, die bij de dood van Gozelo het hertogschap over Opper- en Neder-Lotharingen opeiste, doch slechts Opper-Lotharingen toegewezen kreeg; militair gezag in Neder-Lotharingen uitgeoefend door de rijksbisschoppen van Keulen, Trier en Utrecht, evenals paltsgraaf Otto I van Lotharingen, vanaf 1045 in het palatinaat opgevolgd door paltsgraaf Hendrik I van Lotharingen.
- 1046 - 1065 Frederik van Luxemburg
- 1065 - 1069 Godfried II met de Baard (niet te verwarren met Godfried I van Leuven, eveneens bijgenaamd 'met-de-Baard')
- 1069 - 1076 Godfried III met de Bult
- 1076 - 1087 Koenraad, zoon van de Duitse keizer Hendrik IV (wegens zijn minderjarigheid werd Albert III van Namen als vicehertog aangesteld).
- 1089 - 1096 Godfried IV van Bouillon
Omstreeks de jaarwisseling 1085/1086 werd door de Duitse keizer Hendrik IV het landgraafschap Brabant (tussen Dender en Zenne) in leen gegeven aan Hendrik III van Leuven. Sindsdien is dit graafschap onttrokken aan het intermediaire gezag van de hertog van Neder-Lotharingen.
[bewerk] Graven van Brabant uit de 11e eeuw
- Omstreeks 1005 - 1024 Herman van Ename, zoon van Godfried I van Verdun (vermoedelijk graaf over de gehele Brabantgouw met uitzondering van het graafschap Brussel).
- Tussen 1061 - 1085 paltsgraaf Herman II van Lotharingen (wellicht beperkt tot het gebied tussen Dender en Zenne).
- De zuidelijke helft van de Brabantgouw bevindt zich vanaf omstreeks 1024 onder de graven van Bergen (vanaf 1070 graven van Henegouwen), naar men aanneemt uit de nalatenschap van Herman van Ename.
- Het gebied tussen Schelde en Dender (met de burcht te Ename) bevindt zich vanaf omstreeks 1056 als Duits rijksleen onder de graven van Vlaanderen. Om die reden wordt het Rijks-Vlaanderen genoemd (in tegenstelling tot Kroon-Vlaanderen, ten westen van de Schelde, dat een leen was van de Franse koning).
[bewerk] Graven van Brussel (gebied uit de Brabantgouw tussen Zenne en Dijle)
De hier opgesomde landsheren zijn ook graven van Leuven, doch dit graafschap ressorteerde niet onder de eertijdse Brabantgouw.
- 1003 - 1015 Lambert I van Leuven
- 1015 - 1038 Hendrik I van Leuven
- 1038 - 1041 Otto van Leuven
- 1041 - 1054 Lambert II Balderik van Leuven
- 1054 - 1079 Hendrik II van Leuven
- 1079 - 1095 Hendrik III van Leuven
[bewerk] Graven van Brussel en landgraven van Brabant (gebied tussen Dender en Dijle)
- 1079 - 1095 Hendrik III van Leuven (landgraaf van Brabant vanaf 1085/1086 in opvolging van de in 1085 gesneuvelde paltsgraaf Herman II van Lotharingen)
- 1095 - 1139 Godfried I van Leuven met de Baard (hertog van Neder-Lotharingen, graaf van Leuven en Brussel en landgraaf van Brabant)
- 1139 - 1142 Godfried II van Leuven (hertog van Neder-Lotharingen, graaf van Leuven en Brussel en landgraaf van Brabant)
- 1142 - 1190 Godfried III van Leuven (hertog van Neder-Lotharingen, graaf van Leuven en Brussel en landgraaf van Brabant)
[bewerk] Hertogen van Brabant en Neder-Lotharingen
[bewerk] Huis van Leuven (of Huis Brabant)
- 1183/1184 - 1235 Hendrik I van Brabant: eerste hertog van Brabant als verheffing van het landgraafschap Brabant tot hertogdom omstreeks 1183/1184; hertog van Neder-Lotharingen vanaf 1190 (dood van Godfried III van Leuven).
- 1235 - 1248 Hendrik II van Brabant
- 1248 - 1261 Hendrik III van Brabant
- 1261 - 1267 Hendrik IV van Brabant
Met Jan I van Brabant komt ook Limburg in het bezit van de hertogen van Brabant, zodat ze zich voortaan kunnen betitelen als hertog van Brabant, Neder-Lotharingen en Limburg.
- 1267 - 1294 Jan I van Brabant
- 1294 - 1312 Jan II van Brabant
- 1312 - 1355 Jan III van Brabant
- 1355 - 1406 Johanna van Brabant (tot 1383 samen met Wenceslas I van Luxemburg)
[bewerk] Huis van Bourgondië (Huis Valois)
- 1406 - 1415 Antoon van Bourgondië
- 1415 - 1427 Jan IV van Brabant
- 1427 - 1430 Filips van Saint-Pol
- 1430 - 1467 Filips de Goede
- 1467 - 1477 Karel de Stoute
- 1477 - 1482 Maria van Bourgondië
[bewerk] Huis Habsburg
- 1482 - 1506 Filips de Schone (van 1482 tot 1492 onder voogdij van Maximiliaan I van Oostenrijk)
- 1506 - 1555 Keizer Karel V (van 1506 tot 1515 onder voogdij van Maximiliaan I van Oostenrijk)
- 1555 - 1598 Filips II van Spanje
- 1598 - 1621 Albrecht en Isabella
- 1621 - 1665 Filips IV van Spanje
- 1665 - 1700 Karel II van Spanje
- 1700 - 1713 Spaanse Successieoorlog: Filips V van Anjou (tot 1712 in de Zuidelijke Nederlanden; tot 1713/1714 in het Noorden)
- 1713 - 1740 Karel VI van het Heilige Roomse Rijk
[bewerk] Huis van Habsburg-Lotharingen
- 1745 - 1765 Frans I Stefan van het Heilige Roomse Rijk
- 1765 - 1790 Jozef II van het Heilige Roomse Rijk
- 1790 - 1792 Leopold II van het Heilige Roomse Rijk
- 1792 - 1795 Frans II van Oostenrijk
[bewerk] Koninklijke huis Van België
Met de opheffing van het Ancien Régime werd in 1795 ook het Hertogdom Brabant opgeheven. De titel Hertog van Brabant herleefde in het Koninkrijk België: de oudste zoon van de Koning der Belgen krijgt namelijk deze overigens gezagsloze titel mee. De huidige Hertog van Brabant is dus de Belgische kroonprins Filip.
[bewerk] Vexillologie
Het wapenschild van de hertogen van Brabant bestond aanvankelijk uit een gulden leeuw op een zwarte veld (in heraldische taal: van sabel met een leeuw van goud). In latere eeuwen werden de klauwen en de tong van de leeuw roodgekleurd. Dit wapen is verwerkt in de vlag van Vlaams-Brabant, de vlag van Waals-Brabant, evenals het wapen van Noord-Brabant.
Zie ook: Machthebbers van de Lage Landen