Praam (vaartuig)
Van Wikipedia
Een praam is een platbodem vaartuig voor de binnenwateren, bestemd voor het vervoer van landbouwproducten, vee e.d. De praam behoort ( met de aak) tot de oudste scheepstypes die bekend zijn, en komt al voor in de Romeinse tijd. Oneigenlijk wordt het woord praam wel pejoratief gebruikt voor eender welk onaanzienlijk type boot.
Inhoud |
[bewerk] Kenmerken
een geheel plat of licht gebogen vlak, hoekige kimmen, scherpe boegen en (meestal)rechte vallende stevens en het ontbreken van wegering (is binnen betimmering). Dit gaat echter alleen op voor de zogenoemde Overijselsche typen, de Friesche en Groningsche typen behoren tot de Tjalken.
[bewerk] De naam
In de 17e eeuw werden ze in Holland Weyschuyt en op de rivieren Vlotschuyt genoemd, in Brabant ook turfschuit. Het woord praam betekent drukken (met een vaarboom voortbewegen) zie ook bomen, en is afkomstig van het Latijnse premere.
[bewerk] Ontwikkeling
Na de middeleeuwen ontwikkelde de praam zich tot een groot (tot 20 meter) schip dat zelf voor de vaart op de Zuiderzee en in de kustwateren werd gebruikt als Lichter. De boegen kregen een goede Hollandse ronding en er werd zeiltuig geplaatst en zijzwaarden. De kenmerken die zij behielden waren de grote lengte breedte verhouding 1:5 of meer, de geringe zeeg het vrijwel rechte midden schip en de brede platte kielplank,en hoekige kim. De diepgang was nooit meer dan 2 voet +/- 60cm
[bewerk] Modellen
- Zomp Een uit Overijssel afkomstig scheepje met als belangrijkste kenmerken: verticale gekromde stevens, brede sterk uitwaaierende zijden opgehoogd met een verticaal boeisel met vrijwel horizontale bovenzijde. Verder een geringe diepgang
- veense praam. Een uit het Zuid-Hollandse plassen gebied afkomstig scheepje bestemd voor turf vervoer en baggerwerk dat vroeger in hout werd gebouwd naar model van de Bok. Het is later veel in ijzer gebouwd en stond zelf weer model voor de zeilende Westlander.
- Hoogeveensche praam
- Drentsche praam
- Overijselsche praam
- Groningsche en Friesche pramen
Bronnen en referenties: |
Aeloude en hedendaegse scheepsbouw en bestier Amsterdam 1671. Schepen die verdwijnen P.J.V.M.Sopers 1947 Nederlandsche binnenschepen G.C.E.Crone 1944 |
{{{afb_links}}} | Zeilboottypes | ![]() |
{{{afb_groot}}} |
---|---|---|---|
Nederlandse historische typen: Buis - Crabschuyt - Crayer - Damloper - Eiker - Fluit - Friesemaatkast - Gaffelaar - Hagenaar - Hoeker - Heude - Hulk - Kaag - Kofschip - Kogge - Otter - Pink - Poon - Potschip - Praam - Smalschip - Snouw - Retourschip - Steilsteven - Snik - Tjalk - Waterschip - Westwerling - Wijdschip - Zetteboot - Zeilkast - Zomp Bruine vloot: Aak - Bolschip - Botter - Hoogaars - Kwak - Punter - Schokker - Schouw - Skûtsje Buitenlands historische typen: Balant - Barh - Dhow - Ewer - Galei - Galjas - Galjoen - Jonk - Karveel - Klipper - Kraak - Linieschip - Naveel - Schoener - Seyken - Xebec Zeegaande typen: Bark - Barkas - Barkentijn - Brigantijn - Brik - Fregat - Korvet - Kotter - Logger - Schoener - Volschip - Windjammer Sport en recreatie : 16m2 - 420 - 470 - BM - Catamaran - Centaur - Europe - FD - FJ - Flash - J22 - J24 - Jol - Laser - Lelievlet - Mirror - Optimist - Pampus - Randmeer - Schakel - Sloep - Sailhorse - Soling - Solo - Splash - Stern - Trimaran - Valk - Vaurien - Vrijheid |