Schoolvak
Van Wikipedia
Een schoolvak is een onderdeel van het totale lesaanbod. Afhankelijk van het schooltype volgt een leerling verschillende vakken. In het basisonderwijs wordt ook gesproken van vormingsgebieden.
[bewerk] Nederland
Een schoolvak kan uit meerdere typen, en niveaus bestaan. Zo bestaan er in de bovenbouw van het Nederlandse HAVO en VWO meerdere soorten Wiskunde: Wiskunde A en Wiskunde B. Ook hierin bestaat weer een onderverdeling in A1 en A1,2 of B1 en B1,2. Dit verschil ontstaat door de inhoud van de lessen en de hoeveelheid stof die wordt behandeld. Wiskunde A1 behandelt de minste stof en Wiskunde B1,2 de meeste. Deze krijgen hier ook meer uren voor toegewezen.
Dit geldt ook voor andere vakken, zoals Biologie, Frans, Duits, CKV, Geschiedenis, Natuurkunde en Scheikunde.
[bewerk] Schoolvakken
- Aardrijkskunde (KGK)
- ANW - Algemene Natuurwetenschappen
- Biologie
- Beeldende Vorming
- CKV - Culturele en Kunstzinnige vorming
- Duits
- Economie
- Engels
- Frans
- Geschiedenis
- Oud-Grieks
- Informatica
- Latijn
- Levensbeschouwing
- Lichamelijke opvoeding (Gym)
- Maatschappijleer
- Management en Organisatie
- Muziek
- Natuurkunde
- n.a.w - Natuurwetenschappen
- Nederlands
- Scheikunde
- Spaans
- Techniek
- w.b.t - Wereld, Beeld en Taal
- Wiskunde
[bewerk] Vlaanderen
In Vlaanderen worden de studierichtingen in het secundair onderwijs bepaald door de aangeboden vakken. De vakken worden onderverdeeld in drie groepen:
- gemeenschappelijke vakken. Dit zijn vakken die in alle studierichtingen van dezelfde onderwijsvorm in alle studierichtingen voorkomen, hoewel niet steeds met evenveel lestijden. Voor de tweede graad van het ASO bijvoorbeeld zijn dat:
- Nederlands
- Frans
- Engels
- Duits
- geschiedenis
- aardrijkskunde
- lichamelijke opvoeding
- biologie
- chemie
- fysica
- wiskunde
- levensbeschouwelijk vak: rooms-Katholieke godsdienst, islam-godsdienst, niet-confessionele zedenleer, protestantse godsdienst, ...
- richtingsspecifieke vakken, die de eigenheid van de studierichting bepalen:
- Economie
- Latijn
- Oud-Grieks
- gedragswetenschappen en cultuurwetenschappen
- sport
- bij een aantal richtingen wordt de eigenheid van de studierichting bepaald door van sommige vakken meer lestijden in te richten: wiskunde, wetenschappen, talen.
- complementaire vakken: enkele lestijden die de school zelf kan invullen, hetzij met uitdieping (meer lestijden van een vak) hetzij met een bijkomend vak, bijvoorbeeld:
- muzikale opvoeding
- plastische opvoeding
- bedrijfseconomie
- dactylo/tekstverwerking
- informatica
- Spaans/Italiaans/Arabisch
In de derde graad (5e en 6e leerjaar secundair onderwijs) vermindert het aandeel van de gemeenschappelijke vakken ten voordele van het aantal lestijden voor de richtingsspecifieke en complementaire vakken. Ook in het TSO en KSO,en vooral het BSO is het aandeel van de gemeenschappelijke vakken tov de richtingsspecifieke vakken kleiner.