Serotonine
Van Wikipedia
Serotonine | |
---|---|
|
|
Chemische structuur |
|
|
|
Molecuulformule | N2OC10H12 |
Smiles | NCCC1=CNC2=C1C=C(O)C=C2 |
IUPAC | 3-(2-aminoethyl)-1H-indol-5-ol |
Andere namen | 5-Hydroxytryptamine |
CAS-nummer | 50-67-9 |
EINECS-nummer | |
EG-nummer | |
VN-nummer | |
Beschrijving | |
Vergelijkbaar met | |
|
|
Carcinogeen | nee |
Hygroscopisch | |
Risico (R) en veiligheid (S) |
R-zinnen: |
Omgang | |
Opslag | |
ADR-klasse | |
MAC-waarde | |
LD50 (ratten) | mg/kg |
LD50 (konijnen) | mg/kg |
MSDS-fiches | |
|
|
Aggregatietoestand | vast |
Kleur | |
Dichtheid | g/cm³ |
Molmassa | 176,2 g/mol |
Smeltpunt | °C |
Kookpunt | °C |
Vlampunt | °C |
Zelfontbrandingstemperatuur | °C |
Dampdruk | Pa |
Oplosbaarheid in water | g/L |
Goed oplosbaar in | |
Slecht oplosbaar in | |
Onoplosbaar in | |
Dipoolmoment | D |
Viscositeit | Pa·S |
Kristalstructuur | |
ΔfG |
kJ/mol |
ΔfG |
kJ/mol |
ΔfG |
kJ/mol |
ΔfH |
kJ/mol |
ΔfH |
kJ/mol |
ΔfH |
kJ/mol |
S |
J/mol·K |
S |
J/mol·K |
S |
J/mol·K |
C |
J/mol·K |
Evenwichtsconstanten | |
Klassieke analyse | |
Spectra | |
Waar mogelijk zijn SI-eenheden gebruikt. Tenzij anders vermeld zijn standaard omstandigheden gebruikt (298,15K of 25°C, 1 bar) |
Serotonine is een neurotransmitter die is betrokken bij stemming, slaap, emotie, seksuele activiteit en eetlust. Het speelt ook een rol bij de verwerking van pijnprikkels. Serotonine heeft een exciterende werking en werkt als regulator van het dopamine-systeem. Serotonine wordt afgegeven door serotonerge neuronen in de hersenen die naar verschillende onderdelen lopen, waaronder de prefrontale cortex (PFC). Dit gebied speelt een belangrijke rol bij onder andere verslaving en agressie. De cellichamen van de serotonerge neuronen liggen in en/of vlakbij de nuclei raphe en medulla oblongata.
Inhoud |
[bewerk] Biochemie
Serotonine, of 5-hydroxytryptamine (5-HT) is een monoamine die gesynthetiseerd wordt door het lichaam, door het aminozuur tryptofaan om te zetten met behulp van enzymen tot serotonine. Serotonine wordt in de hersenen zelf gemaakt, omdat het niet door de bloed-hersenbarrière kan.
[bewerk] Neurotransmissie
Serotonine in zijn actieve vorm wordt opgeslagen in vesicles (blaasjes) in de presynaptische terminal, en kan losgelaten worden in de synaptische spleet. Daar diffundeert het naar de postsynaptische terminal en bindt aan receptoren. De activiteit van serotonine wordt beëindigd door het opnemen van de moleculen uit de synaps door de monoaminetransporter en door afbraak van serotonine door monoamino-oxidase (MAO).
[bewerk] Serotonine en depressie
Bij ziekten als depressie kan een geneesmiddel uit de groep van selectieve serotonineheropnameremmers worden voorgeschreven. Dit zorgt ervoor dat de heropname van serotonine uit de synaptische spleet geremd wordt, waardoor de activiteit van serotonine verlengd wordt. Voorbeelden van deze antidepressiva zijn paroxetine (Seroxat®) en fluoxetine (Prozac®). De oudere anti-depressiva zijn óf heropnameremmers van zowel serotonine als noradrenaline (TCA's), óf ze remmen het enzym monoamino-oxidase (MAO-remmers). Hoewel de verwachtingen met betrekking tot de nieuwe middelen hooggespannen waren, blijken ze niet beter te werken dan de oudere.
[bewerk] Serotonine en voortijdig klaarkomen
Ongeveer 30% van de mannen heeft last van Voortijdig Klaarkomen (ejaculatio praecox). Dit kan als oorzaak meerdere reden hebben. Het kan tussen de oren zitten, als gevolg van stress. Maar het kan ook het gevolg zijn van een overgevoelige eikel. Dit kan komen door een tekort aan Serotonine. Paroxetine (Seroxat®) is een oplossing om dit tekort aan te vullen, echter kan paroxetine (Seroxat®) verslavend werken en is eigenlijk een anti-depressivum. Er wordt gezocht naar een middel dat het tekort aan Serotonine aanvult, maar niet schadelijk is.
[bewerk] Zie ook
{{{afb_links}}} | Neurotransmitters | {{{afb_groot}}} | |
---|---|---|---|
Acetylcholine (ACh) - Adrenaline - Anandamide - Asparaginezuur (Asp) - β-lipoproteïne - Bombesine - Cholecystokinine (CCK) - Corticotropine (ACTH) - Dimethyltryptamine - Dopamine (DA) - Dynorfine - Endorfine - Enkefaline - γ-aminoboterzuur (GABA) - Gastrine - Glucagon - Glutaminezuur (Glu) - Glycine (Gly) - Histamine - Koolstofmonooxide (CO) - Leumorfine - Melatonine - Motiline - Neurofysine I - Neurofysine II - Neurokinine A - Neurokinine B - Neuropeptide A - Neuropeptide γ - Neuropeptide Y - Noradrenaline - Oxytocine - Peptide YY - Secretine - Serotonine (5-HT) - Somatostatine - Stikstofoxide (NO) - Substantie P - Vasopressine |