Urine-onderzoek
Van Wikipedia
Aan de hand van een urine-onderzoek is het mogelijk op eenvoudige en niet-invasieve wijze te screenen naar een aantal vaak voorkomende aandoeningen.
Inhoud |
[bewerk] Aspect
In eerste instantie kan men kijken naar de hoedanigheid van het urinestaal.
- Heldere, geconcentreerde urine: maakt een urineweginfectie onwaarschijnlijk.
- Sterk geel: gebruik van vitamine B2 preparaat.
- Geelrood, roodbruin: urobiline, porfyrine.
- Na staan geelrood, roodbruin: porfobilinogeen.
- Bruin tot donkerbruin: methemoglobine.
- Donkerbruin: bilirubine (bij schudden geel schuim).
- Na staan donkerbruin: alkapton of melanine.
- Rood: hemoglobine, myoglobine, consumptie bieten.
- Troebeling: erythrocyten, leukocyten, slijm, kristallisatie van zouten uit oververzadigde urine.
[bewerk] Teststroken
Met teststroken (dipsticks) kan gecontroleerd en soms semi-kwantitatief gemeten worden op bilirubine, eiwit, erythrocyten/hemoglobine, glucose, ketonen, leukocyten, nitriet, pH, urobilinogeen en soortgelijke.
Afwijkende resultaten kunnen een aanwijzing zijn voor een onderliggende pathologie.
[bewerk] Bilirubine
Dit heeft weinig klinische betekenis.
[bewerk] Eiwit
Dit betreft meestal het lichaamseiwit albumine. Het is verhoogd aanwezig in de urine bij
- Zwangerschap: soms, fysiologisch, een lichte verhoging.
- Zwangerschapshypertensie.
- "Orthostatische proteïnurie": alleen bij lang staan; aanwezig in ca. 5% van volwassenen, is bvb. afwezig in urine geloosd direct na opstaan ’s morgens.
- Koorts, intensieve inspanning; bvb. hardlopers, tot 350 mg/dag.
- Aandoeningen waarbij glomerulaire doorlaatbaarheid verhoogd en/of tubulaire resorptie verminderd is, bvb. diabetes mellitus, lupus erythematosus, progressieve glomerulonefritis, zwaar-metaal-intoxicatie.
- Nefrotisch syndroom.
- Geneesmiddelen: bvb. isoniazide, Li-carbonaat (Priadel), penicillamine, salicylaten (bij hoge dosering).
Proteïnurie kan soms een belangrijk middel zijn om een nieraandoening op te sporen!
[bewerk] Erythrocyten
- Pre-renale oorzaak: hemorrhagische diathesen bij antistolling, hemofilie, trombopathie, trombopenie.
- Circulatoir: ernstige hypertensie, nierarterie- of niervenetrombose, hartinsufficiëntie.
- Bloedziekten: leukemie, polycythemie, sikkelcelanemie.
- Andere oorzaken: cytostatica, collageenziekten.
- Renale en post-renale oorzaak: glomerulonefritis, pyelonefritis, cystitis, tuberculose, nier- of ureter- of blaastumor, nier- of ureter- of blaassteen, prostaatcarcinoom, trauma, corpus alienum, penislaesie.
[bewerk] Glucose
De aanwezigheid van het lichaamssuiker glucose is verhoogd in de urine (meer dan ca. 0,025 g%, d.i. 0,25 g/l) bij:
- Diabetes mellitus.
- Verlaging van de nierdrempel
- Zwangerschap: door verhoogde renale flow
- Ouderen: door verminderde terugresorptie
[bewerk] Ketonen
Ketonen zijn aanwezig in de urine bij
- Sterk ontregelde diabetes mellitus.
- Sterk vasten.
- Hyperthyreoïdie.
- Koorts.
- Hyperemesis gravidarum.
- Bij pasgeborenen: metabole vetstofwisselingsstoornis, renale tubulaire acidose.
[bewerk] Leukocyten
Er is een verhoogd aantal witte bloedcellen in de urine bij
- Bacteriële urineweginfectie.
- Urinewegobstructie.
- Steen(en).
- Cystennieren.
- Glomerulonefritis.
- Niertuberculose.
- Vaginale contaminatie.
[bewerk] Nitriet
De aanwezigheid van nitriet in het urinestaal duidt op een bacteriële urineweginfectie.
De belangrijkste en meest voorkomende urinewegpathogenen vormen nitriet (uit nitraat) in de urine: E. Coli, Proteus, Klebsiella, Aerobacter, Citrobacter. Bacteriën die niet in staat zijn om nitraat te reduceren tot nitriet zijn bv. Streptococcus faecalis en andere Gram-positieve coccen, N. gonorrhoeae, M. tuberculosis.
[bewerk] pH
Een pH hoger dan 7,5 wijst er meestal op dat het urinemonster niet vers is of niet bij 4°C bewaard.
[bewerk] Urobilinogeen
Dit heeft weinig klinische betekenis.
[bewerk] Microscopisch onderzoek
De beperking van dit onderzoek ligt vooral in de mogelijke lyse van erythrocyten en/of leukocyten in vivo en ex vivo, afhankelijk van de bewaartijd, de pH en het soortelijk gewicht van de urine. Een zo vers mogelijk monster (maximaal 2 uur na mictie) is dan ook een vereiste voor een deugdelijk sediment-onderzoek.
De teststrook toont gelyseerde leukocyten en erythrocyten wèl aan. Daarom mag microscopische beoordeling van het urine-sediment niet los gezien worden van de resultaten van het teststrookonderzoek.
Bronnen en referenties: |
SAN Memoboek |