VOC op de Banda-eilanden
Van Wikipedia
De Banda-eilanden, een eilandengroep in de Molukken, werden in 1621 op geweldddadige wijze gekoloniseerd door de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) en vervolgens gebruikt voor lucratieve nootmuskaat-plantages.
De VOC wilde graag een handelsmonopolie op de Banda-eilanden realiseren vanwege de nootmuskaatbomen die in grote hoeveelheid op deze eilanden aanwezig waren. Doordat de Bandanezen daar niet mee instemden leidde dit uiteindelijk tot een gruwelijke uitmoording van de bevolking door de VOC in 1621. Vanaf die datum werden Hollanders als beheerders aangesteld van nootmuskaatplantages op Banda (zgn. 'perkeniers').
Inhoud |
[bewerk] Eerste bezoek VOC aan de Banda-eilanden
Het allereerste bezoek van de VOC aan de Banda-eilanden dateert van 1599 toen admiraal van Warwijck en viceadmiraal Jacob van Heemskerck naar de Molukken en Celebes voeren en met name van Heemskerck de Banda-eilanden bezocht met de schepen Gelderland en Zeeland.
Het is de verdienste geweest van Johan van Oldenbarnevelt en Prins Maurits dat daarom in 1602 besloten werd tot oprichting van de eerste Nederlandse Naamloze Vennootschap, de grootste die ons land ooit heeft gekend, de Verenigde Oost-Indische Compagnie, de VOC.
De Heeren XVII, het bestuur van de VOC te Amsterdam, had opdracht gegeven de positie van de VOC vooral in de Molukken te versterken. Admiraal Verhoeff was in mei 1609 met 250 soldaten aan land gegaan om met de Bandanezen te onderhandelen. Hij wilde hen de inhoud vertellen van een brief die hij bij zich had van Prins Maurits, waarin deze eiste dat voor de eigen veiligheid van de Hollanders, de VOC een vesting op Banda zou mogen bouwen ter bescherming tegen Portugezen en Engelsen en met de opmerking dat deze vesting ook bescherming zou bieden aan de inlanders. De orang kaja's, de dorpshoofden, en hun gevolg wilden hierover beraad en enige dagen later stelden de Bandanezen admiraal Verhoeff voor de kwestie op 22 mei 1609 vriendschappelijk, in kleine kring, te bespreken. Dit was echter een valstrik van de Bandanezen. Verhoeff werd vermoord met zijn gevolg, waarna de overige VOC-bemanning repressaille-acties uitvoerde, de bevolking aanviel en veel verwoestingen werden aangericht. Vervolgens bouwde de VOC-bemanning nog hetzelfde jaar 1609 het fort Nassau, waarvan de resten nu nog te zien zijn op het eiland Lonthor.
[bewerk] Volkerenmoord op de Bandanezen
Vanaf 1602 was alleen het eiland Pulau Ay gemonopoliseerd door de admiraal Wolfert Harmenszoon; het eiland Pulau Run was gemonopoliseerd door de Engelsen. In 1609 komen Verhoeff en Wittered met hun vloot aan op het nootmuskaateiland Banda. Een handelsverdrag wordt gesloten tussen de Nederlanders en de Bandanezen. Over één punt rijst een conflict, namelijk het verzoek van de Nederlanders om een fort te bouwen op Banda. De meerderheid van de bevolking ziet deze stap als een bedreiging. Bij de onderhandeling over deze kwestie worden de Nederlanders plotseling overvallen door Bandanezen, bewapend met speren en pijl en boog. In de schermutseling die volgt worden de Nederlanders gedwongen om zich met grote verliezen terug te trekken. Deze episode staat in de Nederlandse geschiedschrijving bekend als 'Het verraad der Bandanezen'. De enige die in dit drama aan de dood ontkwam was Jan Pieterszoon Coen, die als nieuweling naar het oosten op scheep was gegaan.
De VOC koersde op een volledig monopolie van de nootmuskaathandel, maar doordat de verhouding met de Bandanezen reeds getekend was door geweld en de VOC dus weerstand kon verwachten van de bevolking, koersde Jan Pieterszoon Coen met 2000 man naar een volledige onderwerping van de eilandbewoners. Wat toen is gepasseerd is gruwelijk en kan in deze tijd uitsluitend getypeerd worden als een "holocaust" onder de Bandaneze bevolking.
Ruim 15.000 Bandanezen zijn vermoord door de Nederlanders. Japanse Samoerai-beulen waren ingehuurd om de 33 dorpshoofden te onthoofden en de lichamen werden in een put op het eiland Lonthor geworpen die nu nog steeds voor de bevolking, om begrijpelijke redenen, een zeer beladen plaats vormt. Een beperkt aantal Bandanezen zijn door de Hollanders gedeporteerd naar Djakarta en klein aantal inlanders wist nog met bootjes te vluchten naar onder andere de naburige Kei-eilanden. De Engelsen, onder de indruk van al dat wapengeweld, stonden vervolgens ook het eiland Poeloe Run, zonder tegenstand af aan de Nederlanders. Daarmee was op basis van een, vanuit de tijd waarin we nu leven, volstrekt af te keuren vorm van imperialisme het hele gebied van de Banda-eilanden vanaf 1621 door Nederland gekoloniseerd. Banda was door deze holocaust volledig ontvolkt.
[bewerk] De ontwikkeling van het perkenierssysteem op Banda
Jan Pieterszoon Coen stelde kort na de massaslachting op Banda in 1621 aan de Heeren XVII (het bestuur van het VOC in Amsterdam) voor stukken land op Banda, nootmuskaatperken die nu eigendom waren van de VOC, te verhuren aan Hollanders onder de conditie dat zij de VOC daarmee zouden voorzien van nootmuskaat. Daarmee werd rond 1621 feitelijk de start gemaakt met de uitgifte van perken door de VOC en de aanstelling van perkeniers die vanuit Nederland naar Indië getransporteerd werden en de nootmuskaatperken in beheer kregen. Hoewel de perkeniers zich mettertijd als "eigenaars" van de perken beschouwden, waren de perken eigenlijk door de VOC aan de perkeniers verhuurd. Het was voor de VOC een slimme methode om via het perkenierssysteem de toelevering van nootmuskaat aan Holland op die wijze te waarborgen.
Het exploiteren van de plantages was geen eenvoudige zaak. Een nootmuskaatboom groeit zeer langzaam en draagt pas na zes jaar vrucht. Pas na twintig jaar is de opbrengst behoorlijk. Iedere perkeigenaar kreeg een aantal slaven toegewezen en moest daarmee zien een zo goed mogelijke opbrengst tot stand te brengen. Om te voorkomen dat er overproductie ontstond en dit de winst zou doen verminderen in Holland werden op last van de VOC oogsten vernietigd en zogenaamde "hongi-tochten" gehouden waarbij VOC-soldaten op nogal willekeurige wijze nootmuskaatbomen kapten en plantages vernietigden.
De rijkdom van de perkeniers in de 17e en 18e eeuw was zeer behoorlijk. Men wist van gekkigheid niet hoe het geld moest worden gespendeerd. Perkenierswoningen werden met rijksdaalders geplaveid, men liet van allerlei kostbaars naar Banda transporteren. Buitensporige maaltijden werden georganiseerd met dure Europese spijzen en dranken, vergulde rijtuigen, muziekavondjes en danspartijen. Weelde in overvloed vanwege de nootmuskaathandel, die naar alle waarschijnlijkheid vooral de Hollandse perkeniersfamilies een goed leven verschafte en waarvan de vele slaven en inheemse werkkrachten vermoedelijk nauwelijks konden profiteren. Het enige wat de perkeniers in problemen kon brengen was een plotselinge uitbarsting van de vulkaan de Gunung Api, waarvan de asregen vervolgens de plantages zwart legde en waarbij soms ook delen van plantages door de lavastroom werden verwoest. Op Lonthor zijn reusachtige rotsblokken te zien die bij een vulkaanuitbarsting geheel vanuit de Gunung Api over de tussenliggende baai naar het overliggende eiland Lonthor zijn gesmeten.
[bewerk] Externe links
Bronnen en referenties: |
Met toestemming van de auteur, Rick van den Broeke, gedeeltelijk overgenomen uit diens lezing over dit onderwerp op de Pasar Malam Besar 1994. |
Koloniën van de Republiek der Verenigde Nederlanden |
Gouvernementen: Berbice* | Cayenne | Demerara* | Essequibo* | Goudkust* | Nederlands Brazilië | Nederlandse Antillen | Nieuw-Nederland | Pomeroon | Suriname*
Gebieden met een directeur: Maagdeneilanden
Gebieden met een baron: Tobago (geleend aan Cornelis Lampsins)
Factorijen / handelsposten: Arguin | Loango-Angola kust | Senegambia | Slavenkust
Gouvernementen: Ambon* | Banda* | Batavia* | Ceylon | Coromandelkust* | Formosa | Java's Noordoostkust* | Kaapkolonie* | Mauritius | Makkasar* | Malakka* | Molukken*
Kantoren met een directeur: Vestingen in Bengalen | Vestingen in Perzië | Suratte
Gebieden met een commandeur: Bantam* | Malabar | Sumatra's Westkust*
Residenten: Bandjarmasin* | Cheribon* | Palembang* | Pontianak*
Gebieden met een opperhoofd: Birma | Deshima* | Vestingen in Siam | Timor | Tonquin
Factorijen: Corandèl | Vestingen in China
Nederzettingen: Amsterdam eiland (incl. Smeerenburg) | Jan Mayen
Vestingen: Acadia | Zoutpannen in Venezuela | Fort Nassau
*: Gebieden ook in handen van de Bataafse Republiek geweest.