Willem Kloos
Van Wikipedia
Willem Johannes Theodorus (Willem) Kloos (Amsterdam, 6 mei 1859 – Den Haag, 31 maart 1938) was een Nederlands dichter en belangrijk vertegenwoordiger van de Tachtigers.
Inhoud |
[bewerk] Biografie
Kloos werd geboren als zoon van de kleermaker Johannes Kloos en diens vrouw Anna Cornelia Ameise. Zijn moeder overleed in 1860. Johannes Kloos hertrouwde in 1861. Vanaf 1879 studeerde Willem Kloos klassieke letteren aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam en behaalde zijn kandidaatstitel in 1884. Tijdens zijn studententijd leerde hij Jacques Perk kennen, wiens gedichten hij na Perks dood uitgaf. De inleiding die Kloos schreef bij deze uitgave (1882) is later gaan gelden als manifest van de Beweging van Tachtig. In 1880 debuteerde hij in het tijdschrift Nederland met het gedicht Rhodopis. Kloos' gedichten uit de jaren 80 van de 19e eeuw zijn beïnvloed door de Engelse dichter Shelley.
In 1885 richtte hij samen met Frederik van Eeden, Albert Verwey, Frank van der Goes en Willem Paap het tijdschrift De Nieuwe Gids op. In dit tijdschrift publiceerde Kloos een reeks literaire kronieken, die samen een beeld geven van zijn poëtica. Hij legt hierbij de nadruk op het op persoonlijke wijze weergeven van emoties door de dichter. Een veel geciteerde 'slogan' van Kloos is dat kunst 'de aller-individueelste expressie van de aller-individueelste emotie' moet zijn. Vorm en inhoud zijn onscheidbaar; het gaat om l'art pour l'art (kunst om de kunst). Voor het beschrijven van wat er omgaat in zijn ziel heeft de dichter twee middelen: klankexpressie en beeldspraak. Kloos vond dat elk uniek gevoel een eigen beeldspraak met zich mee bracht. Met zijn visie zette Kloos zich af tegen de generatie van dominee-dichters als J.J.L. Ten Kate, Nicolaas Beets en Bernard ter Haar, die in zijn ogen vooral huiselijke poëzie vol clichés schreven. Ook publiceerde Kloos veel van zijn sonnetten in De Nieuwe Gids. Deze sonnetten worden algemeen beschouwd als Kloos' beste literaire werk en als karakteristiek voor de opvattingen van Tachtigers. De gedichten beschrijven de gevoelens van de dichter en de wisselingen in zijn stemmingen. De beroemdste dichtregel van Kloos is waarschijnlijk wel:
- "Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten"
Eind 1885 schreef Kloos samen met zijn goede vriend Albert Verwey de dichtbundel Julia. Een verhaal van Sicilië. Het werk was geschreven in de door hen verguisde, ouderwetse romantische stijl in de trant van Beets en Fiore della Neve en werd gepubliceerd onder het pseudoniem "Guido". De bundel was bedoeld als grap en diende om de literaire recensenten van die tijd voor de gek te houden. De actie slaagde, hoewel het voor hen belangrijke tijdschrift De Gids niet reageerde. In hun brochure De onbevoegdheid der Hollandsche literaire kritiek onthulden Kloos en Verwey hun grap.
Ook in 1885 schreef Kloos onder de naam Sebastiaan Slaap een voorrede bij de bundel Grassprietjes of Liederen op het gebied van Deugd, Godsvrucht en Vaderland door Cornelis Paradijs (Frederik van Eeden). Deze bundel was een parodie op de domineespoëzie.
In de jaren 90 van de 19e eeuw begonnen verschillende dichters zich te verzetten tegen het individualisme en het "kunst om de kunst"-principe van Kloos en wilden een meer op de maatschappij gerichte, sociale dichtkunst. Ook binnen de oorspronkelijke beweging van Tachtig kwam het tot conflicten. Van Eeden en Van der Goes dachten dat het socialisme verbetering kon brengen, terwijl Kloos en Van Deyssel dachten dat het socialisme zou leiden tot nivellering van de kunst. Kloos hield vast aan zijn oorspronkelijke idealen en trok zich terug om poëzie te schrijven. In zijn persoonlijk leven ging het nu ook slechter; hij begon te drinken, kreeg last van psychoses en schreef scheldsonnetten. In 1894 hield De Nieuwe Gids tijdelijk op te bestaan, maar later ging het blad toch weer door.
In 1896 verscheen Veertien jaar literatuurgeschiedenis, een bundel met Kloos' literaire kritieken. In 1900 trouwde hij met Jeanne Reyneke van Stuwe, een productief schrijfster van societyromans. Kloos' invloed was toen al veel minder geworden, maar hij bleef gedichten publiceren in De Nieuwe Gids en zou tot zijn dood in de redactie blijven.
Op 3 maart 1935 kreeg Kloos, samen met Lodewijk van Deyssel, een eredoctoraat aan de Universiteit van Amsterdam.
[bewerk] Prijzen
- 1896 - D.A. Thiemeprijs voor Verzen
- 1918 - Tollens-prijs voor zijn hele oeuvre
[bewerk] Belangrijke werken
- Het boek van kind en God (z.j.)
- Julia. Een verhaal van Sicilië (1885)
- De onbevoegdheid der Hollandsche literaire kritiek (1886)
- Verzen (1894)
- Nieuwe verzen (1895)
- Veertien jaar literatuur-geschiedenis, 1880-1893 (1896)
- Verzen II (1902)
[bewerk] Externe links
- Kloos bij het Project Laurens Jz Coster
- Kloos in de Kleine Nederlandse Literatuurgeschiedenis door Kees van Kempen
- Kloos bij DBNL, met links naar primaire en secundaire literatuur
Bronnen en referenties: |
|