Zijl
Van Wikipedia
Zijl is in Noord-Nederland het woord voor spuisluis. Het woord is verwant aan het werkwoord: sijpelen, wat doorlaten van water betekent. Van oorsprong is een zijl niets anders dan een terugslagklep in de dijk, die bij laagwater wordt opengedrukt door het binnenwater. Tijdens de vloed drukt het zeewater de sluisdeur vervolgens weer dicht. Langs de Duitse Waddenkust werken de meeste zijlen nog steeds op deze manier. In Nederland liggen de polders veel lager en zijn vrijwel alle zijlen vervangen door gemalen.
Veel plaatsen in Groningen en Friesland ontlenen hun naam aan een zijl. In Noord- en Oost-Friesland eindigen veel plaatsnamen op "siel".
- Aduarderzijl
- Oude en Nieuwe Bildtzijl
- Blokzijl
- Delfzijl
- Dokkumer Nieuwe Zijlen
- Exmorrazijl
- Ezumazijl
- Hiddingezijl
- Harkezijl
- Kiesterzijl
- Houwerzijl
- Kollumeroudzijl
- Kommerzijl
- Lauwerzijl
- Munnekezijl
- Nieuwe Bildtzijl
- Nieuwe Statenzijl
- Niezijl
- Nijezijl
- Noordpolderzijl
- Oldenzijl
- Ossenzijl
- Oudebildtzijl
- Oude Statenzijl
- Oudezijl
- Piekezijl
- Pieterzijl
- Ritsumazijl
- Roptazijl
- Schaphalsterzijl
- Schoterzijl
- Schouwerzijl
- Tacozijl
- Termunterzijl
- Zijldijk
De Zijl is ook een zijtak van de Oude Rijn.
In oude (Hollandse) steden zijn zijlen meestal smalle, vaak ook overkluisterde, dwarsverbindingen tussen parallel lopende grachten. Deze dienden om door schuren of spuien het water in deze grachten te laten doorstromen of te verversen.