Albrecht von Wallenstein
Van Wikipedia
1583-1634 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Hertog van Mecklenburg | ||||||
|
Albrecht Wenzel Eusebius von Wallenstein of Waldstein (Tsjechisch: Albrecht z Valdštejna) (Hermanitz, Bohemen, 24 september 1583 - Eger, 25 februari 1634), hertog van Friedland en Mecklenburg, vorst van Sagan, was een opperbevelhebber van de keizerlijke troepen tijdens de Dertigjarige oorlog.
Wallenstein streed aan de kant van de keizer en de Katholieke Liga tegen de Protestantse Unie. Later viel hij echter in ongenade. Hij werd van verraad verdacht en door officieren van de keizer gedood.
[bewerk] Loopbaan
Albrecht Wallenstein kwam uit een Boheemse adellijke familie, genaamd Waldstein, die luthers was. Albrecht zelf echter liet zich in 1604 als jonge man door jezuïeten tot het katholicisme bekeren. Toen de standen van het Koninkrijk Bohemen in 1618 tegen keizer Ferdinand in opstand (de Boheemse opstand, van 1618 tot 1621) kwamen, bleef Wallenstein de keizer trouw en verleende assistentie bij het neerslaan van de opstand. Hij werd daarvoor rijkelijk beloond met geconfisqueerde landgoederen van opstandelingen. Op grond van deze landgoederen kon hij zich vanaf 1624 "Hertog van Friedland" noemen.
Toen de keizer in 1625 in de oorlog opnieuw in moeilijkheden geraakte, bood Wallenstein aan om op eigen kosten een leger van 20.000 man op de been te brengen. De kosten daarvan zou hij, in geval van succes, kunnen terugverdienen door oorlogsbuit. Wallensteins principe was "de oorlog moet de oorlog voeden": de troepen leefden grotendeels van plundering van de landstreken waar ze doorheen trokken.
Op 25 april 1626 behaalt het door Wallenstein aangevoerde keizerlijke leger bij Dessau een verpletterende overwinning op graaf Peter Ernst II van Mansfeld, de opperbevelhebber van het protestantse leger.
In 1627 en 1628 veroveren de legers van Wallenstein grote delen van Noord-Duitsland, waaronder zelfs Pommeren en Mecklenburg op de protestanten. Het doel van Wallenstein was om van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie meer tot een eenheidsstaat te maken, waar alle vorsten en edelen aan de keizer zouden zijn onderworpen. Zelf werd hij voor zijn prestaties door de keizer beloond met benoeming tot "Hertog van Mecklenburg".
De successen van het keizerlijke leger verontrustten echter enkele buurlanden, zoals Zweden, dat bang was dat het protestantisme in Noord-Duitsland ten ondergang zou gaan, en Frankrijk, waar Richelieu, ook al was hij zelf een katholiek kardinaal, tot alle prijs de opkomst wilde voorkomen van een sterke, Duitse eenheidsstaat onder Oostenrijkse leiding. De Habsburgers waren weliswaar katholiek, maar toch ook Frankrijks ergste vijanden! Deze verontrusting leidde tot de landing van een sterk Zweeds leger aan de kust van Pommeren.
Door interventie van - zowel katholieke als protestantse - Duitse vorsten, die evenmin van een sterke eenheidsstaat waren gediend, had keizer Ferdinand zich inmiddels genoodzaakt gezien om Wallenstein te ontslaan. Toen de Oostenrijkse bevelhebber Tilly echter in 1631 in de slag bij Breitenfeld verpletterend werd verslagen door Gustaaf II Adolf van Zweden, deed de keizer opnieuw een beroep op Wallenstein, die beloofde op eigen kosten een leger van 50.000 man op de been te zullen brengen, maar daarvoor wel als voorwaarde stelde dat hij als "generalissimus" buitengewoon verreikende volmachten zou krijgen. De keizer kon in zijn benarde positie niet anders dan instemmen met deze voorwaarden.
Inmiddels hadden de Zweden en hun protestantse bondgenoten de katholieke legers verdreven uit heel Noord-Duitsland, inclusief het door de keizer aan Wallenstein beloofde Mecklenburg. Wallenstein probeert de Zweden en hun Saksische bondgenoot tot staan te brengen, maar wordt in 1632 in de slag bij Lützen verslagen. Een groot verlies voor de Zweden is evenwel dat de begenadigde veldheer Gustaaf Adolf in deze slag sneuvelt.
In de strijd tegen de Zweedse en Saksische troepen in Silezië toont Wallenstein zich naar de smaak van de keizer niet doortastend genoeg. Ook laat hij na om een Zweedse invasie in Beieren te keren. Bovendien was Wallenstein - overigens met dekking van de keizer - besprekingen met de Zweden begonnen om te verkennen op welke voorwaarden er vrede zou kunnen worden gesloten.
Lasteraars weten de situatie zo voor te stellen dat de keizer gaat geloven dat Wallenstein verraad in de zin heeft. Of dat werkelijk het geval was, is nooit definitief opgehelderd. De keizer begint in elk geval genoeg te krijgen van deze veldheer, die al te machtig is geworden dankzij zijn vele militaire successen. In 1634 wordt Wallenstein in de Boheemse grensstad Eger in opdracht van de keizer door enkele van zijn officieren vermoord.
[bewerk] Literatuur
De Duitse schrijver Friedrich Schiller heeft in 1800 een als "klassiek" beschouwd driedelig drama gewijd aan de verwikkelingen die tot de moord op Wallenstein hebben geleid.
Het standaardwerk over Wallenstein en zijn tijd is de driedelige uitgave van Prof Golo Mann, Fischer Taschenbuch Verlag, Frankfurt am Main 1971. Voorts wordt deze periode uitgebreid beschreven in: The Thirty Years War, J.V.Polisensky, New English Library, 1974